DE BOERIN UIT BAHURIM

Toen we vorige keren schreven over 'n kloeke vrouw als Koningin Athalia, die zich een grote vijandin betoonde van het huis van David, mochten we U daarnaast tekenen een niet minder kloeke vrouw in Joseba, de vrouw ven de hogepriester Jojada, die beiden als middelen door God gebruikt mogen zijn geworden om Davids huis voor gehele ondergang te bewaren. Vanzelf gingen toen onze gedachten uit naar 'n andere kloeke vrouw, een boerin, wier naam onbekend is, uit het dorpje Bahurim, vlak bij Jeruzalem gelegen. Zij heeft in een kritiek ogenblik Davids leven, Davids leger, Davids rijk, en, zo zouden we kunnen zeggen, heel de toekomst van Israël en het Godsrijk gered. Van haar lezen we in Sam. 17 vers 19 "En de vrouw nam en spreidde een deksel over het opene van de put, en strooide gort daarop, alzo werd de zaak niet bekend." Absalom was in opstand tegen zijn vader gekomon. David was voor zijn kind op de vlucht moeten gaan. En Achitofel was een listig man, die het in overmoed op David toelei. Alles hing or dus maar aan, dat David met Husai, zijn vriend, die te Jeruzalem was achtergebleven, in contact bleef, om zo op de hoogte van Absaloms plannen te worden gehouden, teneinde met zijn klein legertje het zoveel machtiger leger van Absalom te kunnen ontwijken. En hoe ging dit nu toe? David had twee van zijn getrouwste knechten bij de put Rogel op wacht gezet, en nu met Husai afgesproken, dat hij iemand zijnerzijds naar die put Rogel zou zenden, om melding to maken van wat er te Jeruzalem voorviel. Om nu geen kwaad vermoeden te wekken, bediende Husai zich voor deze boodschap niet van een knecht, maar van een zijner dienstboden. Deze sloop stil de poort uit, ging, als wist ze van niets, snel naar de put Rogel; sprak daar met Jonathan en Ahimaaz, en gaf hun de hoognodige inlichtingen om David en zijn leger aan een algemene vernieling te doen ontkomen. Maar ongelukkigerwijs kwam dit uit. Van de muren en uit do wachttorens werd natuurlijk scherp toegekeken, om alle gemeenschap tussen David en zijn achtergebleven vrienden te voorkomen. En nu zag een jong soldaat die dienstbode na; ontdekte met zijn scherpe ogen, dat ze bij de Rogelput met twee mannen gesproken had, en dat deze twee mannen plotseling wegliepen. Hij blies daarop alarm. De poort ging open. En een patrouille van snellopers werd deze mannen nagezonden. Alles hing dus aan een zijden, draad. Waren Jonathan en Ahimaaz ingehaald, was daardoor geen bericht uit Jeruzalem naar David gekomen, en was het Absalom gelukt,'t legertje van David onverhoeds in het open veld te overvallen, dan zou naar menselijke berekening Davids leger weg zijn geweest, en Absalom stellig niet geaarzeld hebben, zijn vader om het leven te brengen.

(Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen