Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ALS EEN WEES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALS EEN WEES

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Immers zal een wees bij U ontfermd worden. Hosea 14:4c

Gelukkig toch de mens, die daar gebracht mag worden. Zo klein, zo nietig, zo arm gemaakt te mogen worden in zichzelf voor de Heere, dat er niets anders overschiet dan een arme, verlaten wees. Zulken toch, door genade daar gebracht, zijn de rechte voorwerpen van Gods dierbare ontferming in Christus. Immers, zo zegt de Heere elders: Ik, de Heere, woon in het hooge en in het verhevene, en bij dien die eens verbrijzelden geestes is; opdat Ik levend make het hart des verbrijzelden en den geest der needrigen. Deze weg wijst ook Hosea aan als hij het volk voorhoudt en als in mond en hart wil leggen in 's Heeren naam: Neem deze woorden met u; Assur zal ons niet behouden; wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Immers zal een wees bij U ontfermd worden.

Langs deze weg wordt het een omkomen met zichzelf en eigen wijsheid en sterkte, met alles wat buiten God en Christus ligt.. Maar in dit omkomen ligt ook het zalig ontkomen in Christus. want in deze diepte van ellende en schuldverslagenheid, nu er niets anders meer overschiet dan dat bevindelijk wordt beleefd, dat men niet anders is dan een volslagen, een vader- en moederloze wees, nu legt Hij ook in het hart, die heilsverzuchting, dat smekend pleiten: Immers zal een wees bij U ontfermd worden. De Heere had zelf in Exod. 22:22 en Zach.7:10 verboden om de wees te verdrukken, terwijl Hijzelf Zich een Vader der wezen noemt, in de woonstede Zijner heiligheid (Ps.68:6).

Kan het anders dan dat de Heere hierop laat volgen: Ik zal hunlieder afkering genezen; Ik zal hen vrijwillig liefhebben; want Mijn toorn is van hem afgekeerd.

Dan ook begint in vervulling te gaan het woord: Ik heb u wel gedrukt, maar Ik zal u niet meer drukken. Ja, dan ook mag met Micha betuigd worden: Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijnen toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft lust aan goedertierenheid.

Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja Gij zult alle hunne zonden in de diepten der zee werpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1947

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's

ALS EEN WEES

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1947

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's