Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PRAEDESTINATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PRAEDESTINATIE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd, en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt. Romeinen 8:30.

In de dogmatiek gaat het evenals bij de ware godskennis over de Zelfopenbaring Gods in Christus. De hoofdinhoud daarvan omvat het wezen met de bron van de ware godskennis en het Voorwerp er van. En dat is God en Zijne werken.

De werken Gods worden onderscheiden in wezenlijke en Personele werken. Wezenlijke werken Gods zijn zulke, die de ganse Goddelijke Drieeenheid gemeen zijn en dus behoren tot alle drie de Goddelijke Personen tegelijk. De Personele zijn zulke, ieder Persoon in het bijzonder eigen zijn.

Ten aanzien van het voorwerp waarop zij betrokken zijn worden beide soorten van werken weer onderscheiden in werken naar binnen en werken naar buiten. De werken Gods naar binnen hebben God zelf tot eigen Voorwerp en zijn dan weer wezenlijk bestaande in het kennen en beminnen van God door zichzelf, of Personeel en dat zijn de drie bestaanswijzen van de drie Goddelijke Personen in het Goddelijke wezen, nanelijk de eeuwige generatie door de Vader en de Zoon en de uitgang des Heilige Geestes van beide.

De werken Gods naar buiten zien op iets buiten God namelijk op de schepselen.

En deze zijn weer wezenswerken en personele. Wezenwerken zijn zij, gemeen aan alle drie de Goddelijke Personen in gelijke werking en kracht. Personeel zijn zij voorzover elke Persoon daarbij werkt volgens zijn eigen personele wijze van bestaan, n.l. de Vader van Zichzelf door de Zoon en de Heilige Geest; de Zoon van de Vader en door Zichzelf en door de Heilige Geest; de Heilige Geest van de Vader en van de Zoon en door Zichzelf. Daarom onderscheidt de Heidelb. Catechismus tussen de Vader en de schepping, de Zoon en de verlossing en de Heilige Geest en de heiligmaking. Deze werken Gods naar buiten worden nog nader onderscheiden in inblijvende en naar buiten uitgaande werken. De inblijvende werken Gods naar buiten zijn dan de besluiten, terwijl de uitgaande nader onderscheiden worden in de werken Gods der natuur en die der genade. De inblijvende werken Gods ten aanzien van de schepselen zijn dus de besluiten of het besluit Gods. Het besluit Gods is wat de werking zelf aanbelangt een, niet onderscheiden van God zelf. Waarom gezegd wordt, dat het besluit Gods is de besluitende God zelf. Ziet ons eindig verstand op de voorwerpen, die onder het ene besluit vallen, dan spreekt men wel van besluiten.

De raad of het besluit Gods is het eeuwig besluit Gods over al wat in de tijd zijn of geschieden zal. Sommigen, zoals van Mastricht onderscheiden bij het besluit tussen de besluitende daad, de overhelling tot het voorwerp, en de beslotene zaak zelf. Mastricht. Dogm. III, 1. 15

Sommigen onderscheiden tussen een algemeen en een bijzonder besluit. Het algemene besluit ligt dan ten grondslag aan de werken Gods in de natuur. En het bijzondere besluit is daarbij de praedestinatie.

Over de praedestinatie gaat het nu verder in ons onderwerp. Zij is het voornaamste van alle besluiten en alle andere zijn daaraan ondergeschikt. Zij toch gaat over de eeuwige bestemming van het redelijk schepsel. Het woord praedestinatie of voorbeschikking, voorverordinering komt in de Heilige Schrift in ruimer en in enger zin voor. In ruimer zin. In ruimer zin komt het wel voor in de zin van besluit in het algemeen, zoals in Hand. 8. Maar in de engeren zin wordt het in de Schrift aangewend in de zin van een schikken van de mens tot een bepaald doel. En zo drukt het nauwkeurig uit, waarover het ook in ons onderwerp gaat n.l. het besluit Gods over de eeuwige staat van het redelijk schepsel. Zo in Hand. 13: 48. Er geloofden er zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven: Rom. 8:29 "Die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd." Efez. 1:15. "Die ons tevoren verordineerd heeft" 1 Thes. 5:9 "God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid". Dan komt het ook voor in engeren zin van verkiezing. Rom. 11:5. Andere woorden, die zakelijk hetzelfde uitdrukken zijn: voornemen, Rom. 8:28, voorkennis, Rom 8:29 toebereiding tot het verderf, Rom. 8:22 tevoren opschrijven tot het oordeel, Jud.:4 enz.

Sedert de dagen van Augustinus is er al bezwaar gemaakt en later met name van Roomse en Lutherse zijde tegen het gebruik van dit woord en tevens tegen de zaak zelf, vooral wat betreft de verwerping. In de Gereformeerde theologie is echter steeds aangedrongen, dat het niet alleen op de Hogescholen doch in de kerken mag aangewend worden en de zaak voorgesteld dient te worden, in de kerken met name de geest des onderscheids. Dordtse leerregels, I.14.

Definitie. De praedestinatie wordt door Calvijn omschreven als het eeuwig besluit Gods waardoor Hij bij Zichzelf verordineerd en bestemd heeft, wat Hij wilde, dat van een iegelijk mens worden zou. Want alle mensen worden niet met evengelijke conditie geschapen, maar aan sommigen wordt het eeuwige leven, aan anderen de eeuwige verdoemenis van tevoren verordineerd. Instit. III. 21, Van Mastricht. Godgeleerdheid. II. 3. 7. defineert haar als het besluit Gods aangaande de openbaring van Zijn bijzondere eer en heerlijkheid in de eeuwige staat der redelijke schepselen.

Ursinus, Schatboek, Zondag 21, spreekt ervan als een deel der voorzienigheid, zich alleen tot de redelijke creaturen uitstrekkend, t.w. tot engelen en mensen, die zalig en niet zalig zullen worden.

A. Essenius omschrijft haar als het besluit Gods over de eeuwige staat der redelijke schepselen tot openbaring van de glorie Zijner macht, wijsheid, genade, en rechtvaardigheid. Compendium Theol. 6. 13.

Dezelfde definitie geeft ook Melchior Leidekker in zijn Godgeleerdheid II. 2, Polanus a Polansdorff defineert haar als praedestinatie in speciale zin, als Gods besluit, waardoor Hij de redelijke schepselen van eeuwigheid tot bepaalde doeleinden, buiten dit tijdelijk en natuurlijk leven bestemd heeft, tot welke doeleinden zij gebracht moeten worden door bepaalde middelen, ook van eeuwigheid voorbeschikt zijn. Syntagma pag, 775. Zij is dus het eeuwig en onveranderlijke besluit Gods, waardoor Hij de eeuwige staat van het redelijke schepsel vastgesteld heeft tot Zijnszelfs verheerlijking. Het besluit der praedestinatie is van het hoogste gewicht. Het beheerst zelfs alle andere, waar alle andere er aan ondergeschikt zijn, waar de Heere al zijne besluiten dienstbaar gesteld heeft aan zijn verheerlijking in het zaligen van uitverkorenen en die van de betoning Zijner rechtvaardigheid in de verworpenen.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1948

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's

DE PRAEDESTINATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 1948

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's