Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE GEVOELIGE ZONDAAR, DIE TOT HET INZICHT KOMT DAT ZIJN HART ZO VERDORVEN IS, ZIET DAT AL ZIJN POGEN IJDEL IS OM DE WEG DER ZALIGHEID TE BEWANDELEN ZONDER DE HULP VAN GODS GEEST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEVOELIGE ZONDAAR, DIE TOT HET INZICHT KOMT DAT ZIJN HART ZO VERDORVEN IS, ZIET DAT AL ZIJN POGEN IJDEL IS OM DE WEG DER ZALIGHEID TE BEWANDELEN ZONDER DE HULP VAN GODS GEEST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu, Heere wordt ik de verdorvenheid mijne harten gewaar, waardoor ik op de weg der zaligheid zo weinig gevorderd ben. Het is omdat ik begonnen ben op de sterkte van mijn verdorven hart te steunen en er niet aan gedacht heb de bijzondere hulp en bijstand van Uw Geest te zoeken, zonder welke ik niet alleen geen voet kan verzetten op de weg der zaligheid, maar zelfs geen goede gedachte denken.

Sedert de zaligheid mijner ziel mij heeft bekommerd en ter harte ging heb ik veel te doen gehad met mijn eigen sterkte. Ik heb veel en lang daarover liggen woelen en wroeten in eigen kracht. Vele voornemens, pogingen, betrachtingen en manieren heb ik aangewend of het mij te enigertijd gelukken mocht de verdorvenheden mijns harten te overwinnen, maar zag mij zeer verward in de strikken en banden van de listige Satan, die mij verhinderde iets in Uw heilige dienst te verrichten zoals Gij het vereist en het mij betaamde. En dit alles, dat merk ik nu, o, Heere is mij wedervaren, omdat ik U, o God, alleen aangezien heb als Diegene, die gediend moest worden en ik heb niet eens bedacht dat Gij het ook waart die door Uwen Geest mijn hart de lust en de zin moest geven om U wel te kunnen dienen.

Toen ik begon Uw Woord te lezen, te bidden, de vergadering der gelovigen te bezoeken en Uw Woord te horen, ben ik alles in eigen kracht begonnen. Alles heb ik zelf willen uitwerken zonder te denken aan de verdorvenheid van mijn hart en de hulp van Uwen Geest, bij deze geestelijke betrachtingen, met ernst te zoeken, zoals mijn onmacht en Uwe algenoegzaamheid wel vereisen, om machtig te worden in U, mijn Heere, en in de sterkte Uwer kracht, om Uw eigen werk wel te doen door uwe sterkte, die Gij in mijn moest verwekken.

Wat wonder is het dan, o Heere, dat het mij zo slecht gegaan is! Want, ach, wat is toch de sterkte van een broos mens die daarbij nog verdorven is om een Goddelijk werk goed te kunnen uitvoeren, dat ter zaligheid helpen mocht?

Ter zaligheid zeg ik, waartegen de poorten der hel zich verheffen en alle macht des duivels zich te weer stelt met al de verleidingen der wereld, waartegen ook de verdorvenheid van ons eigen inwendig zondig vlees zich kant om ons daarin te beletten en dat onder de hand te bederven.

Hierdoor komt het, dat al al mijn pogen en werken, zoals ik nu reeds enige tijd met grote naarstigheid getracht heb de zaligheid mijner ziel uit te werken, niets ben gevorderd.

Nu ten allerlaatste ben ik door Uw genade mijn onmacht gewaar geworden en zie dat ik met Uw kracht aangedaan moet worden en de gave Uws Geestes mij geschonken moet worden, zal er iets goeds ter behoudenis uit voortkomen.

Gelijk een dwaze schipper, die de wijze der zeevaart niet kennende geen acht heeft geslagen op getij en wind en zich nu moeilijk maakt om de boot die op het droge ligt, zonder wind en water, weer vlot te krijgen en niets anders doet dan zich vermoeien, zonder te vorderen. Evenzo ging het ook mij, want gewis Heere, Uw Geest moet onze trage zielen, die op de zandgronden der wereld vastzitten en met vele wereldse beslommeringen zwaar beladen zijn, door Uwe hand ontladen en weder vlot gemaakt door de stromen Uwer toevloeiende genade en door de wind Uwer Goddelijke kracht voortdrijven, zullen wij ooit op onze reis naar de hemel enigzins kunnen vorderen.

Daarom o Heere, Heere, dit nu door Uwe genade geleerd hebbende, buig ik de knieen mijns harten voor U, mijn God en mijn Sterkte, en bid U, dat Gij naar de rijkdom Uwer genade mij met de kracht Uws Geestes moogt versterken naar de inwendige mens, opdat ik voortaan moge wandelen waardiglijk Uwe genade, in alle behagelijkheid, tot alle goede werken vruchtbaar en opwassende in Uwe kennis, versterkt zijnde met alle sterkheid, Uwe kracht tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap, opdat ik alzo U moge danken, als Gij mij bekwaam zult gemaakt hebben, om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht, mij verlossende uit de macht der duisternis en over zettende tot het rijk der genade des Zoons Uwer liefde, mij gevende dat ik voortaan niet meer in mijn eigen sterkte en kracht, maar in de kracht Uws Heiligen Geestes moge arbeiden en strijden in het geestelijke leven, naar Uwe werkingen in mij werkende met kracht, waardoor Gij maken kunt, dat alle genade overvloedig worde over mij, opdat ik, door Uwen Geest in alle dingen altijd alle genoegzaamheid hebbende tot alle goede werken overvloedig wezen moge.

Geef mij dan ook, Heere, die wijsheid, dat ik voortaan, zo vaak ik enige goede bewegingen en geestelijke werkingen in mijn hart gewaar begin te worden, die met alle mogelijke dankbaarheid ontvangen en die terstond met alle ernst aanwend om, terwijl de Heilige Geest in mijn hart begint te werken, in de weg uwer geboden te lopen en te pogen door de hulp Uws Geestes, die machtig is de poorten der hel omver te werpen, met alle macht grote inbreuk te doen tegen het lichaam der zonde, opdat het werk der zaligheid vordere in mij.

Och Heere, had ik deze wijsheid te voren gehad, hoe zou ik door Uw genade het werk mijner zaligheid gestadiglijk zien voortgaan tot troost mijner ziel.

Mocht ik toch voortaan meer en meer in ernst des levens op de bewegingen Uws Geestes wachten, Zijn roeringen gadeslaan en Zijn trekkingen volgen en nergens meer voor schromen dan de bewegingen Uws Geestes, welke mij tot heilige betrachtingen aanmanen, te verwaarlozen en alzo Uw Geest te wederstaan, bedroeven of uitblussen. Want Heere, wat ware het dan ook anders dan het kostelijk getij en de gewenste wind om in de haven der zaligheid te komen, onachtzaam te laten verlopen en verwaaien en mijn ziel in duizend angsten te brengen om, terwijl ik op het droge zit, van listige helse rovers, die in menigte op mijn ziel loeren, gevangen en verdorven te worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1949

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's

DE GEVOELIGE ZONDAAR, DIE TOT HET INZICHT KOMT DAT ZIJN HART ZO VERDORVEN IS, ZIET DAT AL ZIJN POGEN IJDEL IS OM DE WEG DER ZALIGHEID TE BEWANDELEN ZONDER DE HULP VAN GODS GEEST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1949

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's