DE INWENDIGE EN UITWENDIGE GODSDIENST (vervolg)

Dat daarom een zwakgelovige de moed hier niet ontzinke, ofschoon de huichelaar hem overtrof en omtrent de plichten voorbijliep; want zij doen al hunne plichten in geveinsdheid; maar uw geloof en liefde tot God in de plichten is een bewijs van uwe oprechtheid. Ik heb dit niet gezegd om enige ziel in de plichten neer te slaan, of om uiterlijke plichtplegingen af te keuren, maar om de ziel in het verrichten van dezelve te verbeteren. Gelijk de apostel zegt. 1 Cor. 12:32: "IJvert naar de beste gaven, maar ik wijs U een weg die nog uitnemender is"; zo zeg ik ook: "IJvert naar de beste gaven", tracht veel te zijn in plichten, in 't gebed, in 't horen, enz. "maar ik wijs u een weg, die nog uitnemender is", welke is de weg des geloofs en der liefde; bidt veel maar gelooft dan ook veel meer. Hoort veel, leest veel, maar bemint God dan ook des te meer. Verheugt U in het Woord en de instellingen Gods, maar verheugt u nog meer in de God der instellingen. En wanneer ge in de plichten het meest bezig zijt, tracht u dan nog te houden boven de plichten, rust daar niet in en hang daarvan niet af. Wilt gij geheel en metterdaad Christen wezen? O gewen U dan veel aan de instellingen; maar wees in geloof meer afhangende van Christus en Zijne gerechtigheid; als uwe gehoorzaamheid het meest omtrent de geboden gaat, laat dan uw geloof het meest zijn op de beloften. Berust de belijder in zijne plichten zo is hij maar bijna een Christen; maar gij moet u vooral nederlaten op de Heere Christus; dit is de weg om geheel een Christen te worden; want zo gij gelooft dan zijt gij Abrahams zaad en erfgenamen naar de belofte.

Dus heb ik de eerste vraag beantwoord, namelijk, hoe ver iemand kan gaan in de weg ten hemel, nochtans maar bijna een Christen.

Hij kan veel kennis hebben.
Hij kan grote gaven hebben.
Hij kan ene hoge belijdenis hebben.
Hij kan veel doen tegen de zonde.
Hij kan de genade begeren.
Hij kan beven voor het Woord.
Hij kan zich verheugen in het Woord.
Hij kan een lid zijn der Kerk ven Christus.
Hij kan grote hoop op de hemel hebben.
Hij kan onder grote en zichtbare veranderingen zijn.
Hij kan zeer ijverig zijn in zaken de godsdienst betreffende.
Hij kan veel zijn in het gebed. Hij kan lijden voor Christus.
Hij kan geroepen wezen van God.
Hij kan in zekere zin de Geest Gods hebben.
Hij kan ene soort van geloof hebben.
Hij kan liefde hebben tot Gods volk.
Hij kan ver gaan in de geboden Gods te gehoorzamen.
Hij kan enigermate geheiligd zijn.
Hij kan alles doen, aangaande de uiterlijke plichten, wat een gelovige doen kan en nochtans niet beter dan bijna een Christen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen