Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gekruiste Christus de Zijnen tot Zich trekkende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gekruiste Christus de Zijnen tot Zich trekkende

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. Joh. 12:32.

Nog enkele dagen en dan zou de Heere Jezus Zichzelven overgeven tot de dood des kruises. Enige Grieken begeren de Heere Jezus te zien. En bij die gelegenheid wijst Hij erop, dat de ure gekomen, dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden, en wendt Hij Zich ook tot de Vader met de bede: Vader! Verheerlijkt Uwen Naam. Daarop nu geeft de Vader antwoord, als Hij zegt: En Ik heb Hem verheerlijkt, en Ik zal Hem wederom verheerlijken. En dan gaat de Heere Jezus die verheerlijking van Gods Naam nader verklaren, dat dit namelijk zal geschieden in de weg van Zijn kruislijden en sterven. Met en door Zijn vloekdood voor de Zijnen gaat het gericht komen over de wereld en zal de overste dezer wereld buiten geworpen worden. En Ik, zo vervolgt Hij, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. Er is sprake van een drieërlei verhoging van Christus. De ene is die aan het kruis, de tweede, die in de heerlijkheid aan des Vaders rechterhand, en de derde is Zijn vehoging in en door de prediking van het Evangelie. De verhoging waarvan hier sprake is allereerst, is die aan het kruis, zoals Johannes in het volgende vers nader verklaart, dat Hij dit zeide, betekenende hoedanigen dood Hij sterven zoude.

Die verhoging spreekt van Zijn diepe vernedering, die de Heere zou doormaken aan het vloekhout der schande, waar Hij plaatsbekledend voor de Zijnen Zijn leven zou laten. Gelijk Mozes de slang in de woestijn aan een staak in de lucht verhoogd heeft, alzo moest de Zoon des menschen verhoogd worden aan het kruis, opdat Hij, daar hangend als een gevloekte, Zijn Vader zou verheerlijken, de vloek van de Zijnen zou wegnemen en hen verlossen van het eeuwige verderf, Satan de kop zou verpletteren en de macht der zonde voor Zijn gunstgenoten zou teniet maken. Maar zo ook is die verhoging aan het kruis de weg naar Zijn verhoging in heerlijkheid.

En dan als Hij alles volbracht zal hebben en alles verworven zal hebben, en daarmede de staat van Zijne vernedering door Zijne opstanding beëindigd en die van zijn verhoging in heerlijkheid ingegaan zal zijn dan zal Hij hen allen tot Zich trekken. Immers, in het verhoogd zijn van de aarde ligt het feit van Zijn sterven aan het kruis met al de heilrijke gevolgen voor de Zijnen. En zo zal Hij hen allen tot Zich trekken, dat zijn dan al de gegevenen des Vaders, al de uitverkorenen uit Joden en Heidenen, uit de ganse wereld, uit allerlei geslacht, en taal en volk en natie. Openb. 5:9. Die allen nu zal Hij tot Zich trekken. Er is een trekken des Vaders, des Zoons en des Geestes. En zo wijst het trekken van Christus hier allereerst aan, dat Hij eenswezens is met de Vader en De Heilige Geest. Ik en de Vader zijn een. Joh. 10:30. Voorts is er een eerste en een volgende trekking, de eerste geschiedt door de krachtdadige roeping en wedergeboorte uit de duisternis der zonde tot het leven der genade, welke ook verder in de weg der ontdekking door de bediening des Geestes tot Christus brengt. En de volgende trekking is dan meer de trekking van Christus, waarin Hij Zich nader aan de ziel Zijner gunstgenoten ontdekt in de verborgen omgang des harten met Hem, als hun Heere en Hoofd. Intussen zijn beide trekkingen het werk van alle drie de Personen, doch de Heere laat er hier de nadruk op vallen, dat Hij allen tot Zich zal trekken door de banden der genade, die alle tegenstand daartegen wegnemen, opdat het worde éne kudde en éne Herder.

Zalig de mens ween het mag gebeuren, dat de Heere Zijn trekkende genade over hem doet komen, opdat hij in de weg der wederbaring en ontdekking aan zonde, schuld en verlorenheid, in Christus en door Hem getrokken met Hem verenigd mag worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1950

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's

De gekruiste Christus de Zijnen tot Zich trekkende

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1950

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's