HET FORMULIER VOOR DE KINDERDOOP (IV)

Het Doopsformulier vervolgt: Daarom worden wij gedoopt in de Naam Gods, des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. De Doop geschiedt in de Naam Gods, nader onderscheiden in de Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes, dus in de Naam van God Drieeenig. Daarmee openbaart en verzegelt de Doop zo ook de leer der waarheid, dat God een in Wezen en drie in Personen is. En waar zo even tevoren in het Formulier gezegd is, dat de Heilige Doop de afwassing der zonden verzegelt, daar wordt dat nu hier, ingeleid met het woordeken "daarom", nader aangewezen en verklaard. Dat we dus gedoopt worden in de Naam Gods, wil allereerst zeggen, dat zij geschiedt op last, of op bevel van de Heere God, Die ook alleen de macht heeft om de betekende zaak te geven of ook te onthouden naar zijn Goddelijke vrijmacht. De Doop toch is een instelling Gods. De doop van Johannes de Doper was ook op Gods last, want hij zegt, dat de Heere hem gezonden had om te dopen met water, Joh. 1:33, En de Heere Jozus heeft de Doop uitdrukkelijk in Matth. 28:19 ingesteld.

Het wil in de tweede plaatst waar de naam de uitdrukking van het wezen naar buiten is, dat de dopeling in betrekking gebracht wordt met de ganse openbaring Gods in Christus tot zaligheid der Zijnen. Dat dopen in de Naam van God drieenig, wil dus niets anders zeggen dan dat door het teken des Doops van des Heren wegen geopenbaard en verzegeld wordt, dat de afwassing der zonden door Jezus Christus, als de betekende geestelijke zaak, Zijn uitverkoren gunstvolk toekomt en hun gewisselijk toegebracht wordt. En dat dan door de drie Goddelijke personon. Immers de Vader is de bewegende, de Zoon de verdienende en de Heilige Geest de bedienende.

Oorzaak van de eeuwige verlossing uit het diensthuis der zonde. Daarom vervolgt het Formulier: Want als wij gedoopt worden in de Naam des Vaders, zo betuigt en verzegelt ons God den Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot Zijne kinderen en erfgenamen aanneemt en daarom van alle goed ons verzorgen, en alle kwaad van ons weren of ten onzen beste keren wil.

Gedoopt worden in den Naam des Vaders wil alzo zeggen, dat Hij als met zijn waarmerk bevestigt: 1. Dat Hij met ons, dat is Zijn gunstvolk, een eeuwig verbond der genade opricht. 2. Hen tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt. 3. Van alle goed verzorgen en alle kwaad weren of ten beste keren wil.

De vraag is nu allereerst wat er onder te verstaan is dat God de Vader een eeuwig verbond der genade opricht. Wij hebben hierbij in aanmerking te nemen, dat het genadeverbond al in de stille eeuwigheid is aangegaan tussen God de Vader en Christus als vertegenwoordigend hoofd der uitverkorenen. In de tijd wordt in de wedergeboorte de uitverkoren zondaar Christus ingelijfd als het Hoofd des Verbonds en komt hij daarmede ook in het wezen van het Verbond. En vervolgens wordt hij in de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie en de aanneming tot kind met geloofszekerheid personeel in de dadelijke verbondssluiting of oprichting gebracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen