Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SION GETROOST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SION GETROOST

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uwe steenen gansch sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten. Jes. 54.

In Jesaia 53 wordt de Here Jezus als de lijdende Knecht des Heren in al Zijn dierbaarheid voorgesteld. En direct daarbij aansluitend gaat Jesaia 54 beschrijven, hoe Zijn volk mag delen in de weldaden, die door Hem zijn verworven en dat al Zijn lijden en sterven tot hun zaligheid is geschied. En zo komt de Here Zijn neergebogen en bedrukte volk daar in voor en wijst Hij er op, dat Hij Zijn aangezicht voor hen in een kleine toorn verborgen had, maar dat Hij met eeuwige goedertierenheden Zich over hen zou ontfermen. Ja, dan daalt Hij zo laag tot Zijn Sion af, dat Hij Zich zelfs haar man noemt. En wat wijst Hij dan ook in Zijn dierbaarheid afdalend tot de diepte van haar ellende en eenzaamheid op Zijn eeuwige en onwankelbare trouw. En dan daalt Hij nog dieper af als Hij zo inkomend in de omstandigheden, waarin zij verkeert, haar bij de naam komt noemen en haar zieletoestand levend aanraakt als Hij zegt: Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste. En immers, Gods volk is al veelal verdrukt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, zo zegt de Here Jezus, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Ze hebben wat druk en kommer en zorg. Allereerst al vanwege hun zonden zuchten zij over het lichaam des doods, wat ze in zich omdragen. O, ze zijn wel eens in de gestalte van de dichter, die beleed. "Ik ben bekommerd vanwege mijne zonde." Dan zitten ze ook al menigmaal in druk vanwege de aanvechtingen van de vorst der duisternis. Het is al vaak zo, dat ze bekennen moeten: Van buiten strijd en van binnen vrees. Maar, het gaat ook nog al wel wat verder. Want iemand kan verdrukt worden en er toch goedsmoeds onder zijn of worden, zoals Paulus en Silas, bij al hun druk in de kerker nog psalmen mochten zingen in de nacht.

Instede echter dat ze uit de druk worden uitgehaald wordt het hier al erger en erger. Het wordt hier een zoeken naar water maar er is geen voor hun ziel. De verdrukking wordt een onweder. Ze worden door een onweder voortgedreven. Zoals er deze zomer in het rijk der natuur geweldige, angstaanjagende onweders zijn geweest, zo nu wordt dat volk voortgedreven als met de dood voor ogen, onder de bange onweders van Gods brandende toorn, of ook voortgejaagd door de vreselijke vervolgingen van de vijanden. Doch zie, een onweder kan nog voorbijgaan, maar hun toestand wordt al hopelozer. Ze kunnen maar geen houvast vinden voor hun ziel. Ze missen alle troost en blijven ongetroost. Ze bekennen het met de dichter:

"Ik lag gekneld in banden van den dood;
Daar d'angst der hel mij allen troost deed missen
Ik was benauwd omringd door droefenissen."

En daar liggen ze nu en kunnen maar niet verder komen, totdat de Here Zelf tot hun vermoeide ziel afdaalt en tot hen zegt: Zie nu eens op, o, Mijn volk uit al uwe vervaarnissen en treurigheid, uit de veelheid uwer gebreken, die gij bij u bevindt.

Want, nu zal Ik opstaan en Ik Zelf zal uwe stenen gans sierlijk leggen. En als de Here dan zo Zijn genadewerk in het hart der Zijnen komt verheerlijken, dan brengt Hij ook Zelf die zalige ommekeer in hen aan, waarin Hij zich ontdekt aan hen als een gaarne schuldvergevend God in Zijn lieve Zoon, Die hen ook heiligt en in Zijn zalige gemeenschap doet delen.

Dan ook mogen zij in dierbare geloofsoefening en gemeenschap met de Here Jezus als de grondsteen hunner zaligheid in het licht der genade gesteld gaan betuigen:

Die God is onze Zaligheid.
Hij schenkt uit goedheid zonder peil;
Ons 't eeuwig zalig leven.
Hij kan en wil en zal in nood,
Zelfs bij het naderen van den dood,
Volkomen uitkomst geven.

Dan ook mogen zo het wel uitspreken:

Ik werd benauwd van alle zijden;
En riep den Heere ootmoedig aan.
De Heer verhoorde mij in 't lijden,
En deed mij in de ruimte gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1950

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's

SION GETROOST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1950

Goudse Kerkbode | 4 Pagina's