PINKSTEREN

De Heere Jezus heeft Zichzelf in zijn prediking te Kapernaum aangewezen als het ware Brood des levens. En dat brood des levens is Zijn vlees, zo als hij ook verder zegt, dat Zijn vlees waarlijk spijs en Zijn bloed waarlijk drank is. Daarmede wijst Hij dus op de noodzakelijkheid van Zijn lijden en sterven tot voldoening van de zonden van Zijn volk. En zo vloeit nu uit Hem als de gestorven en opgewekte Middelaar en Zaligmaker, Die met de enige offerande Zijns lichaams volkomen genoeggedaan heeft voor de schuld en straf der Zijnen, het eeuwige leven hun toe. Er moet aan Hem gemeenschap zijn in Zijn plaatsbekledend sterven en opstanding, zal men leven uit Hem ontvangen. Men moet dus als doemwaardig zondaar door Hem verlost worden van de toorn Gods, zou men zalig worden. De Joden hoorden Hem aan, doch oordeelden Zijn rede hard. Hij ging naar hun zin te ver. De Heere Jezus gaat echter voort en wijst op Zijn hemelvaart, waardoor Hij naar de hemel zou gaan om vandaar uit zijn werk voort te zetten en om plaats te maken voor de Heilige Geest als de grote plaatsvervanger van Hem hier op aarde.

De Heilige Geest toch is door Hem verworven naar Zijn Zaligmakende werkingen en gaven, zoals ons Avondmaalsformulier aangeeft. En zo is Hij nog in bijzondere zin de Geest van Christus. Hij is het ook maar alleen, die levend maakt door Zijn dierbare bediening.

Hij lijft de geestelijk dode uitverkoren zondaar in de ure der minne in Christus in.

Hij neemt al de weldaden uit Christus en past ze alle op hem toe. Hij wekt de Zijnen op uit de doodstaat der zonde als de Geest der wederbaring en vernieuwing des harten tot het waarachtige geestelijke leven. Hij overtuigt hen van zonde, gerechtigheid en oordeel, brengt hen op zijn tijd bij de dingen, die doden en snijdt hen in die gangen van hun eigen leven af, als de Geest der overtuiging, des oordeels en der uitbranding en afsnijding. Hij werkt ook, als de Geest der gebeden, de verzuchtingen en smekingen uit de nood en beladenheid hunner ziel tot God.

Als de Geest der waarheid leidt Hij in de waarheid en dóet Hij hen de waarheid ook als waarheid zien en omhelzen, en als de Geest des geloofs ontdekt Hij de Heere Christus in al Zijne graveerselen en de weg der zaligheid in en door Hem verenigt Hij de ziel met Christus en door Hem met de Vader, schoon de oefeningen in trap en mate verschillend zijn. Als de Geest der verzegeling en verzekering verzegelt Hij de genade in hunne ziel en verzekert hen van hun kindschap. Hij is ook de Leidsman hunner ziel, die hen leidt naar de levende fonteinen der wateren, zoals de Apostel betuigt: Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Hij is ook het kenteken en het onderpand der genade Gods in Christus, zoals de Apostel zegt: Hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit de Geest, Die Hij ons gegeven heeft. Hij is ook de grote Trooster en de Voorspreker tegen al de aanslagen van de Vorst der duisternis, en Hij woont in het hart van Gods kinderen als in een tempel. Hij is het tenslotte ook, die leven geeft aan hunne ziel en in alle omstandigheden hen sterkt en bewaart, en in alle donkere wegen en leidingen Zijn opzicht over hen houdt. Van zijn dierbare bediening hangt het daar binnen maar af. Als Hij levendig werkzaam is dan is het levendig gesteld in de ziel, maar als Hij wat terugtrekt dan zinkt het leven vanzelf weer in. De Heere doe met Pinksteren de liefelijke regen des Geestes nog rijkelijk neerdalen op heilbegerige harten en make daartoe ook nog maar eens recht heilbegerig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen