Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZALIG GODSBETROUWEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZALIG GODSBETROUWEN

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijne ogen zijn geduriglijk op de Heere. Ps. 25:15a.

David, de man naar Gods hart en de lieflijke in psalmen, de dichter ook van deze psalm bevond zich in uiterlijke moeitevolle omstandigheden. Men zegt wel, dat deze psalm herinnert aan zijn vlucht voor Absalom. Gevaarvol was zijn toestand in die dagen, maar de Heere was zijn toevlucht en de sterkte zijner ziel. Als het volk Gods daar verkeren mag, dan mag het wel goed worden voor hunne ziel te midden van steeds gevaarlijker voor hen wordende uitwendige omstandigheden. Mijne ogen, zo zegt hij dan ook, zijn geduriglijk op de Heere. En met die ogen doelt hij immers op de ogen des geloofs. Zo met het oog des geloofs mocht hij de Heere aanschouwen in het toestralend licht Zijner dierbare genade in Christus. De ogen der mensen zijn vaak gericht op dingen, die geen wezen hebben. Hoe vaak ook zijn ze gevestigd op zondige dingen en vindt de mens zijn vermaak en de lust zijner ogen daarin.

David mag echter door Gods dierbare genade de Heere voor ogen hebben in zijn lieve Zoon de Heere Jezus. Hij mocht Hem zien als de Heere zijn God, als de HEERE Jehova. En daarin juist ligt de zaligheid voor de ziel. Immers, in die dierbare Jehovanaam ligt toch zo alles voor Zijn volk. Daarin verklaart Hij zich aan hen in Zijn eeuwige ontferming in Christus. O, als Hij Zich in die dierbare naam aan hunne ziel ontdekt dan openbaart Hij Zich aan hen in Christus als hun eeuwige Ontfermer in Zijn eeuwige trouwe, dat Hij de kunne is en zij de Zijnen zijn. En zo zijn nu ook Davids ogen op de Heere als zijn Heere en God. En daarin ligt nu een zalig Godsbetrouwen van zijn ganse ziel op de Heere. Wat er ook gebeure. Hij ziet zijn ziel geborgen in zijn Goël en zijn leven liggen in de hand des Heeren. En die hand is een liefdehand over hem, die hem geen kwaad meer zal doen. De kastijding des Heeren mag hij nu zien als te zeerste nuttig voor hem. Ja, hij mag zich onder alles zalig kwijtraken in de Heere. En niet maar vóór een ogenblik, maar gedurig aan in die toestand waren zijn ogen op de Heere. Het gebeurt nog al eens bij Gods lievelingen, dat het wel zijn mag zo genoten, zo weer weggesloten, maar hier mag het wat langer aanhouden. Wat lieve genade was dan hier zijn deel. O zalige gemeenschap zo met de Heere in de verborgen omgang der ziel met Hem. Daar ligt dan ook een zoete ruste en sterkte in voor het hart. Jacob zal stille en gerust zijn en niemand zal hem verschrikken, zo mag het dan beleefd worden. Als de ogen zo op de Heere mogen zijn dan is dat door bedienende genade zalig licht der genade ontvangen.

Dan ook is er rustend verwachten van het heil des Heeren tot verheerlijking van Zijn lieve Naam; mag de ziel door Schuldvergevende en in des Heeren zalige gemeenschap opnemende genade nabij Hem gebracht een uitzicht ontvangen boven alle omringende gevaren.

Zalig dan de mens, die verwaardigd mag worden met David, dat zijn ogen gedurig mogen zijn op de Heere. Zo wordt hij ook bewaard voor veel kwaad.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1951

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's

ZALIG GODSBETROUWEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1951

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's