DE VERSCHIJNING DES HEEREN AAN JOHANNES OP PATHMOS (II)

Gouden kandelaren. Sion tegen fijn goud geschat. Zo hoog staan de gelovigen bij de Heere aangeschreven. Gouden kandelaren, ten bewijze, dat de levende Borg Zijn Kerk Hem gelijkvormig zal maken in heerlijkheid. Maar nu niet meer in de gestalte van een dienstknecht. Nu niet meer als de Man van smarten. Neen, maar als de verhoogde Borg en Zaligmaker, nochtans dienende in Zijn Kerk. Hij staat in 't midden der zeven gouden kandelaren, ten bewijze, dat Hij, hoewel in de hemel, nochtans altijd bij Zijn Kerk is om haar te verzorgen en te bewaren. Hij is met haar tot aan het einde der wereld. Zoete troostbelofte voor 's Heeren kinderen. Hij verzorgt haar met licht en liefde. O, dit gehele gezicht is gelegd tot vertroosting van Sion, dat Jezus leeft ten goede van Zijn erfenis. Johannes ziet Hem bekleed met een lang kleed tot de voeten, omgord aanaan de borsten met een gouden gordel. Bewijs, dat Hij is die grote Heere over 't huis Gods in Koninklijke Majesteit. Dat Hij altijd leeft om voor Zijn volk te bidden, en een volle bereidheid bij Hem is en een volmaakte genegenheid om Zijn ambtsbediening tot zaligheid uit te oefenen. O, zalig gezicht, om bij Johannes en al Zijn volk elk wantrouwen aan Zijn onveranderlijke liefde en genade weg te nemen. Met diezelfde genegenheid en welwillen vervuld, als in die dag, toen Hij Zich vrijwillig opofferde aan het vloekhout des kruises. Hij roept Zijn Kerk hier als toe, dat al wat Hij is en heeft als de levende Middelaar, is en heeft voor al Zijne schapen.

Een lang kleed en gouden gordel, ten bewijze, dat Hij voor al de Zijnen bezit en voor eeuwig bezitten zal een volmaakte zoengerechtigheid en heerlijkheid. Hij is en blijft die verzoenende Hogepriester, Die de hemelen is doorgegaan, om Zijn Hogepriesterlijke bediening voort te zetten. Wat dierbare vertroosting voor Johannes en voor Sion. In die Hogepriester ligt alle heil, in Hem, Die waarlijk is Diegene, Die benauwd is met de benauwden om hun ter hulpe te zijn.

Zijn hoofd en haar was wit als wol en sneeuw, als bezittende alle schatten van wijsheid en kennis ten goede van Zijn erfenis; en alle bekwaamheid in Zijne handen gesteld om vele kinderen tot de heerlijkheid te leiden. Zijn ogen een vlam vuurs, ten bewijze, dat Hij harten en nieren kent. Alles naakt en geopend voor Hem. Hij aanschouwt alle raadslagen der vijanden en zal met vlammend vuur over hen wrake nemen. Vertroostend voor Zijn volk, want Hij aanschouwt de moeite en het verdriet van Zijn kinderen; ook van Johannes in zijn ballingschap, en wil hiermede te kennen geven, dat Zijn hart en oog gestadig over hem open is bij dage en bij nachte.

Zijn voeten blinkend koper, gloeiend als m een oven. Dat ziet op Zijn macht en heerschappij, Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde, ter verlossing van de Zijnen. Zijn stem als van vele wateren. Zijn almacht, om het leven te brengen waar het niet is. De ure komt en is nu, dat de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben zullen leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen