Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

{Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie}

Den Hooggeleerden Heer

Dr. A. Kuyper.

Hooggeleerde Beer!

Wellicht kunnen met uw goedvinden onderstaande regelen in uw weekblad nog eenig nut afwerpen voor de kerk van Christus.

Ik weet niet, of de aandacht er reeds op gevallen is, maar m. i. had de Synode in haar Encycliek geen potsierlijker uitdrukking kunnen doen dan deze:

»Moet onze kerk vallen, heeft zij den raad Gods uitgediend en heeft zij geen kracht meer tot opbouwing van het Godsrijk, kome dan het Godsoordeel over hare verkeerdheden, en ga zij onder door hare vijanden, maar dit hebben wij niet mogen toelaten, dat zij vallen zoude door hare zonen!"

Deze zinsnede doet mij denken aan den ledigen graanzak van Spurgeon, die geen enkele korrel goed graan meer bevatte om zich rechtop te houden. Waarlijk, dan behoeven de vijanden van de zoogen. kerk ook niet meer te komen om haar te doen vallen, zij doet dit dan reeds vanzelf, trots de grootste hulpvaardigheid harer »zonen."

Maar zij doet mij nog meer en nog eer denken aan de zonen van Eli, die, »als zij zich hadden vervloekt gemaakt, door hun vader nog niet eens zuur waren aangezien" (i Sam. 3 : 10-14).

Vele zonen der Hervormde kerk hebben zich op grond van Gods Woord eveneens vervloekt gemaakt, doch zijn door hun moeder de Synode evenmin zuur aangezien, ja nog niet eens berispt; terwijl zij, die als Samuel de wacht des Heeren wilden waarnemen, door diezelfde-Synode uit den tempel geworpen werden, iets, wat bij Eli ten opzichte van Samuel niet opkwam.

Haar straf zal dus te zwaarder zijn, naarmate haar zonde grooter was dan die van Eli.

Zij schijnt dan ook bij voorbaat al te voelen, dat het Godsoordeel haar wel eens treffen kon, want met deze andere woorden vernemen we dezelfde stamelende verontschuldigingen van Eli: »Hij is de Heere, Hij doe wat goed is in Zijn oogen" (vs. 18).

Zie, Mijnheer de Redacteur, de lijdelijkheid van sommige zich noemende gereformeerden wordt vreeslijk gewraakt en m. i. terecht; maar is er grooter lijdelijkheid denkbaar dan deze, en dat in den mond van mannen als Koch en Overman?

Neen, met zalvende woorden komen zij niet verder, die doen des te meer de stinkende etterbuilen, die zij er mede pogen te dekken aan den dag komen en, — zij het daarom van nu aan het oprechte, door God gewrochte, streven van alle ware zonen der Kerk van Christus, haar niet te doen vallen door eigen ledigheid, maar weder op te richten op het bloed der heilige profeten en martelaren en te vervullen met de ware vruchten van geloof en heiligmaking.

Dit is de wensch en bede van Uw Dienaar in Christus, PH. J. V. n. LINDEN.

Friezenveen, Jan. 1887,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden Stukken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's