|pro»i$ioneelc Hfgeting voox ^m ^exkexaati te Hmsttrtram.

Ter voldoening aan veler verzoek drukken we hieronder de Provisioneele regeling af, die door den Kerkeraad van Amsterdam op i6 December jl. wierd aangenomen. Zij luidde aldus:

ART. I. Voor den allereersten tijd wordt het aantal van Dienaren des ' Woords, Ouderlingen en Diakenen bepaald op het getal dat, na de uittreding derzulken die onder de Synodale Hiërarchie blijven, blijken zal te zijn overgebleven. De Kerkeraad zal .dat aantal nader bepalen in Januari r887.

ARÏ. 2. De Ouderlingen en de Diakenen worden benoemd voor den tijd van drie jaren, maar zijn terstond herkiesbaar. Op den laatsten Zondag van Februari worden de benoemden, na op twee achtereenvolgende Zondagen aan de gemeente te zijn voorgesteld en door deze te zijn geapprobeerd, in hun dienst bevestigd en de aftredenden daaruit ontslagen.

Bij de periodieke verkiezing van 1887 zal hunne benoeming door den Kerkeraad geschieden, overeenkomstig de aanwijzing van hen, die tot het laatstelijk bestaan hebbend Kiescollege behoord hebben, voor zoover zij niet aan de Kerk zich onttrokken hebben, door onder de Synodale Hiërarchie te blijven. Bij de daarvoor noodige vergaderingen en stemmingen worden de regelen gevolgd, die voor het laatstelijk bestaan hebbend Kiescollege gegolden hebben.

ART. 3. Emeriti Dienaren dezer Kerk, binnen haar ressort blijvende wonen en dus in den Kerkeraad zitting en stem behoudende, blijven ook verbonden tot de werkzaamheden, die in en voor den Kerkeraad aan de Dienaren bij toerbeurt zijn opgedragen; tenzij de vergadering hen hiervan ontslaat wegens ouderdom, ziekte of dergelijke bezwaren.

ART. 4. De Dienaren des Woords en de Ouderlingen houden hunne wekelijksche Kerkeraadsvergadering des Donderdags, 's avonds te 7 ure. In bijzondere gevallen kan die Vergadering ten gevolge varr een Kerkeraadsbesluit achterwege blijven of op een anderen tijd gesteld worden. Eene buitengewone vergadering wordt gehouden, als de Kerkeraad dit bepaald heeft of als de Dienaar die te praesideeren heeft noodig acht haar samen te roepen. Uitdrukkelijke of schriftelijke convocatie der leden geschiedt alleen voor vergaderingen, die op een anderen tijd dan des Donderdags 's avonds gehouden worden.

ART. 5. Op de eerste gewone vergadering van elke maand, en voorts zoo dikwijls zij ­ daartoe geroepen worden, komen ook de Diakenen (bij gewone vergaderingen, die op den eersten Donderdag der maand gehouden worden, zonder uitdrukkelijke of schriftelijke convocatie) des avonds te 7 ure in den Kerkeraad, om, voor zoo lang noodig, mede te beraadslagen en te besluiten over alle zaken, die betrekking hebben op het aantal en de beroeping van Dienaren des Woords, Ouderlingen en Diakenen ; op het houden van collecten; op de stoffelijke aangelegenheden der Kerk; op het onderwijs aan minvermogenden te geven; op de wijkverdeeling; en op de armenverzorging!

ART. 6. Eiken Donderdag, waarop Kerkeraadsvergadering gehouden wordt, zal de Dienaar des Woords die de vorige week te praesideeren had, met twee, of desnoods meer, Ouderlingen (waartoe alle Ouderlingen naar eene door henzelven te regelen toerbeurt zijn aangewezen) van 51/a uur af, en des noods tot na het uur waarop de vergadering aanvarrgt, zitting houden tot ontvangst en uitreiking van attestatiën, tot ontvangst van giften voor den H. Doop, en tot overschrijvingen in de Doop-en Lidmatenboeken. Alle twijfelachtige gevallen worden door deze Commissie in den Kerkeraad gebracht ter beslissing.

ART. 7. In de Kerkeraadsvergaderingen zijn alle Dienaren des Woords, naar ouderdom van diensttijd in deze Kerk, gedurende ééne week Scriba, en de volgende week Praeses. Bij ontstentenis worden zij vervangen door degenen die op de lijst hun het naaste zijn, de Praeses in opklimmende orde en dus door een ouderen, de Scriba in nederlalende' orde en dus door een jongeren.

ART. 8. Door den Kerkeraad wordt uit de Ouderlingen een Sub-scriba, met zijn plaatsvervanger, benoemd voor den tijd van één jaar (r". Maart tot uho. Februari), die de door den Scriba gemaakte korte aanteekeningen in het Actenboek in het net schrijft; die van de te verzenden brieven in het Brievenboek afschrift neemt; die de inkomende stukken ontvangt, op het daarvoor bestaande Register inschrijft, en in de eerstvolgende vergadering brengt, na vooraf den Dienaar die dan te praesideeren heeft, daarmede te hebben in kennis gesteld ('t geen bij dringende of gewichtige stukken terstond na de ontvangst geschiedt); die toezicht houdt op het ordelijk en geregeld bijhouhouden der Doop-, Trouw-en Lidmatenboeken, overeenkomstig hetgeen de Kerkeraad te dien aanzien besluit; en die voorts Register houdt van al wat tot het Kerkeraadsarchief behoort, en dit, voor zoover het niet bij anderen in gebruik is, bewaart.

Ten dienste van den Sub-scriba kan de Kerkeraad, op diens voordracht, een Amanuensis benoemen, die naar de aanwijzingen en onder de verantwoordelijkheid van den Sub-scriba zijne werkzaamheden verricht.

ART. 9. In de Kerkeraadsvergaderingen is de orde der werkzaamheden in den regel deze:

eerst het hooren der gemeenteleden die iets aan den Kerkeraad te zeggen hebben, waarbij alleen de Praeses het woord tot hen richt;

daarna het vaststellen der notulen, en het behandelen van hetgeen, ook blijkens die notulen, nog onafgedaan is gebleven;

dan het ontvangen van rapporten, ingebracht of in te brengen door hen die de Kerkeraad tot het een of ander gecommitteerd had;

vervolgens het behandelen van de ingekomen stukken, voor zoover deze niet reeds, wegens het dringende der zaak, door den Praeses tertond na de notulen aan de orde gesteld waren;

en eindelijk het behandelen van ingediende voorstellen der leden en van hetgeen bij de algemeene omvraag wordt ter tafel gebracht.

De Praeses zorgt, dat de Vergadering uiterlijk te ro ure des avonds geëindigd is, tenzij in buitengewone-en spoed vereischende gevallen.

ART. to. In de Kerkeraadsvergaderingen wordt bij zaken, die voor het eerst ter tafel komen en die door 1/5 van het normale aantal leden voor gewichtig verklaard worden, geene beslissing genomen, wanneer niet minstens de helft van het normale aantal leden tegenwoordig is. De alzoo ingestelde beslissing kan in' de volgende gewone of buitengewone vergadering genomen worden, ook al is minder dan de helft tegenwoordig.

ART. tr. Alle besluiten worden zooveel mogelijk met gemeen goedvinden genomen; zoodat eventueele minderheden zich ermede conformeeren, tenzij iemand oordeelt om des gewetens wille zijne afwijkende stem te moeten blijven volhouden.

Indien over zaken moet gestemd worden, geschiedt dit in den regel door zitten en opstaan, en alleen wanneer de uitslag twijfelachtig geoordeeld wordt, door hoofdelijke stemming.

Indien over personen moet gestemd worden, doordat eene benoeming niet op voordracht van den Praeses gedaan wordt, geschiedt dit door briefjes.

Bij alle stemmingen beslist de volstrekte meerderheid der behoorlijk uitgebrachte stemmen. Indien deze bij benoemingen na twee vrije stemmingen nog niet verkregen is, wordt herstemd over hen die de meeste stemmen op zich vereenigden, ten getale van tweemaal zooveel als er personen te benoemen waren.

ART. 12. De uitvoering van door den Kerkeraad genomen besluiten wordt in den regel opgedragen aan een of meer Dienaren des Woords of Ouderlingen, met goedvinden der Vergadering door den Praeses aan te wijzen, zooveel mogelijk met inachtneming van den regel van gelijkheid van lasten voor allen. Indien geene opzettelijke aanwijzing van gecommitteerden heeft plaats gehad, zijn de Praeses en de Scriba der Vergadering, waarin eenig besluit genomen is, tot zijne uitvoering aangewezen. Alle alzoo gecommitteerden doen zoo spoedig mogelijk in den Kerkeraad mondeling of schriftelijk verslag van het door hen verrichte.

De Kerkeraad zal zich zooveel mogelijk onthouden van het instellen van vaste Commissiën.

ART. 13. Alle van den Kerkeraad ingediende stukken worden geteekend door den Praeses en den Scriba der Vergadering, die tot de uitvaardiging aanleiding gaf. De te zenden brieven worden geconcipieerd door den bedoelden Scriba, ten zij de Vergadering iemand anders tot het stellen van dat stuk had aangewezen; en na de onderteeking wordt de verzending opgedragen aan den Sub-scriba, die er eerst afschrift van neemt in het Brievenboek.

ART. 14. Voor het herderlijke en diakonale werk zal de Kerkeraad de gemeente in wijken afdeelen, en voor elke wijk nevens den Dienaar des Woords twee of meer Ouderlingen aanwijzen.

ART. ts. Voor de armenverzorging kunnen de gestelde algemeene regelen door den Kerkeraad worden uitgebreid; en in overeenstemming daarmede maken de Diakenen zelven hunne nadere bepalingen omtrent vergaderingen, coUectenwerk, administratie, bedeeling, armenbezoek, enz.; van welke nadere bepalingen aan den Kerkeraad mededeeling gedaan wordt.

ART. 16. Voor de openbare dienstenfwordt getal, plaats en tijd door den Kerkeraad geregeld; en evenzoo bepaald, in welke diensten de H. Doop en het H. Avondmaal zal bediend worden, en wanneer gelegenheid zal zijn tot huwelijks-bevestiging. Bij alle die diensten en handelingen zijn een of meer Ouderlingen tegenwoordig, overeenkomstig een rooster van zittingen, door Ouderlingen zelven op te maken.

Het onderzoek ter toelating tot het H. Avondmaal geschiedt vanwege den Kerkeraad door den Dienaar des Woords, bij wien de aangifte geschied is met twee Ouderlingen der wijk waarin hij werkzaam is.

Het spreekt vanzelf, dat deze regeling niet alzoo voor andere kerken kan gekopieerd worden; maar toch geeft ze de denkbeelden aan de hand.

En reeds dit kan zijn nut hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen