Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Gunne werken volgen meet hen!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Gunne werken volgen meet hen!”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik hoorde eene stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeid; en hunne werken volgen met hen. (Openb. 14:13.)

Ons aanzijn op aarde duurt maar kort; en, gezien bij de eeuwigheid, is het langste menschenleven een nachtschaduw en niet meer.

o, Die eeuwigheid zal zoo ontzaglijk wezen. Maar al ontgaat u ook alle maatstaf om haar lengte en hoogte en breedte en diepte te meten, dit voelt ge toch, dat tien-en tienmaal duizend jaren in haar oneindigheid als een druppel verziuken. En nu wat is het langste

menschenleven van negentig en meer jaren, wat is het niet onnoembaar snel weg, al vergelijkt ge het ook maar met dien enkelen droppel der eeuwigheid! Voorbijgevlogen als een ge dachte, en als in een oogwenk vergaan!

En dan, als dit leven uit is, dan komt die geheimzinnige toestand, die wondere during van aanzijn, totdat het oordeel komt. En dan zullen eens alle dooden, groot en klein, voor God staan; en de boeken zullen geopend worden. En dan eerst, als die boeken geopend zijn en als naar die boeken het oordeel ging, dan eerst gaat die eeuwige eeuwigheid zelve in; nameloos zalig voor wie God opnam in heerlijkheid, maar ook nameloos rampzalig voor wie afging van den Eeuwige.

En dit nu, of het dan ook voor u zalig of rampzalig zijn zal, natuurlijk dit hangt er maar aan, of ge bij Jezus hoort dan wel los van hem zijt; of er geloof in u is; en of ge door dat geloof den Christus zijt ingelijfd. Alle oordeel gaat naar uw band aan Immanuel. De Vader doet alle ding om en naar den Zoon!

Maar omdat dit »gelooven in den Heere Jezus" nu een zoo fijne en uiterst teedere zaak is, en zoo menige ziel een ondiepe neiging, zonder geestelijken wortel, voor geloof aanziet; en menige andere ziel, die geloof bezit, den schat er nooit van grijpen kan, daarom, zegt de Ziener in de Openbaring, dat als de Boeken geopend worden, alle dooden geoordeeld zullen worden naar hetgeen in die Boeken geschreven staat, d. i. naar hunne werken (Openb. 20:12).

Een echo, zoo ge wilt, op wat Paulus reeds naar Corinthe schreef: Wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschied is, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad" (2 Cor. 5 : 10).

Saâmvallend met zijn getuigenis aan de Romeinen : »Dat de Heere een iegelijk ? iaar zijn werken vergelden zal" (Rom. 2 : 6).

Een woord .van doordringenden ernst, dat niet verzwakt mag door te zeggen : „Uw geloof is eigenlijk uw werk, dus naar uw geloof zult ge geoordeeld worden, " want de Heere zelf, als Hij spreekt van de schapen en de bokken die uiteen zullen gaan, schift en scheidt, naar dat ge de hongerigen gevoed en de naakten gekleed en de kranke bezocht zult hebben, en in den minste zijner broederen, dit gedaan zult hebben, aan Hem.

Het is zijn roepen, dat »wie hiei verlaten zal hebben vader of moeder, of akkers om zijnentwil, dat zulk een honderdvoudig weder zal ontvangen.”

Het is zijn getuigenis, »dat de Vader die in het verborgene uw gebed en uw aalmoes zag, het u in het openbaar weder zal vergelden." Kortom, het is de zalige wetenschap, die heel het Evangelie u toefluistert, dat er niet slechts genade om niet en om niet verzoening en volkomen voldoening is, maar dat de Heere aan zijn kind ook nog een vrucht des geloofs en ook nog een sieraad der liefde, en ook nog •»goede werken^' schenkt, en dat Hij deze kostelijke werken, wel verre van ze gering te achten, veeleer nog leonen wil met een goddelijk loon, en dat niet naar verdienste het eischt, maar naar genade het goddelijke schenken wil.

Vandaar dat iemand als hij door den Almachtige wordt opgeroepen en sterft, een schijnsel heeft, dat hem navolgt. Zoo hij buiten den Eenige stierf een naflikkering van zijn ongeloof en zijn zonde, maar ook zoo hij ontsliep in de zekere hope des eeuwigen z levens een nagloring van zijn geloof en zijn t goede werken.

Op Pathmos heeft Johannes de stem uit de hemelen gehoord, die het plechtig betuigde: »Ja, zegt de Geest, opdat ze rusten mogen van hun arbeid, en hun werken volgen met hen.”

En daarom zijn ze »zalig, de dooden die in v den Heere sterven, zalig van nu aan, want ze zijn getrokken door eeuwige ontferming en P heengegaan in de gunste huns Gods!”

v Die werken volgen hen na, tot in het oor­ v deel. In het oordeel zal Jezus zelf hun die werken voorhouden en toetellen. En, naardat die werken heilig zullen geweest zijn, zal ook u heerlijk zijn het leven dat hen wacht.

En daarbij komt dit vreemde voor, dat niet zij aan Jezus die goede werken zullen voorrekenen, maar dat Jezus ze aan hen zal voorhouden. Dat zij argeloos vragen zullen: »Heere, waar hebben wij U hongerig gezien en gespijsd, en naakt en gekleed? " en dat de Rechter zelf hun eerst dit mysterie ontsluiten zal.

Geen vertoon van werken dus; eer onwetendheid van goede werken. Een ongemerkt bloeien in den hof des Heeren, gelijk de roos geurt in den hof zonder het zelf te weten, en de star flonkert aan het firmament zonder de tinteling van haar licht te kennen.

Een groeien en bloeien en geuren in den f stroom der eeuwige wateren, in den glans van b hooger Licht.

Maar wat ge er ook op afdingt, en hoe ge ook alle element van eigenwilligheid, eigendunkelijkheid, eigengerechtigheid en eigen verdiensten er uitlicht, altoos werken dan toch, goede werken, waartoe God de Heilige Geest hen bekwaamd heeft, en waarover zij zullen verbaasd staan, dat het hun werken door God genoemd worden; en die met den dood niet weg zijn, maar als alles wegkwijnt en vergaat, een eeuwige kern in zich zullen blijken te dragen ; werken die hen navolgen; en werken die genadeloon hebben bij God!

En daarom dat hemelwoord van Pathmos : »^« hun werken volgen hen", dat is een woord ook voor u. Een woord dat onderzoekend en oordeelend in u dringt, en ook u de vraag brengt: »Zoo de Heere u morgen oproept, zijn er werken die u volgen kunnen!”

Werken van geloof, uitstralende in barmhartigheden, in nederigen zin, in stille lijdzaamheid en lijdzamelijk verdragen; in ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid; in een vroolijk dragen van uw kruis achter uw Heiland; in steeds rijper en rijker verloochening; in een kruisigen, dooden en begraven van den ouden mensch; in een blusschen van uw drift, in een bedwingen van uw toorn, in een uitgaan uwer ziele naar godzaligheid.

In wat ook! In een lijden van ongelijk; in een achten van den ander als ware hij meer dan gij; in een dienen en niet gediend willen worden; in een wasschen van elkanders voeten; in een drogen van elkanders tranen; in een gieten van balsem der vertroosting in anderer hart.

Kortom in iets van den zuiveren godsdienst voor God en den Vader, die daar is in het a bezoeken van weduwen en weezen in hun verdrukking en in een zichzelven onbesmet be­ H waren van de wereld.

In iets van dit alles, in veel van d«ze vruchten des Geestes saam. Alles uit God p ie in u gekomen. Niet dan door God in u uitgewerkt. En niet anders bestemd danomdeeere van den Drieëenige te verhoogen; — en waarvan ­ Hij al den glans opeens uitdooft, zoo ge er ook maar iets van of voor u zelf in zoekt.

Maar goede werken dan toch, »die God voorbereid heeft, opdat gij er in wandelen zoudt" (Ef. 2 : 10), en die God bestemd heeft, opdat ze u na uw sterven zouden volgen.

En nu een iegelijk zij voor zich zelven ten volle verzekerd.

Slechts dit ééne zou ontzettend wezen, als ge welhaast, plotseling misschien, te sterven kwaamt, en wat u navolgde waren geen goede werken, maar alleen werken die gevloekt zijn van den Heere Sebaêth.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1887

De Heraut | 6 Pagina's

„Gunne werken volgen meet hen!”

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1887

De Heraut | 6 Pagina's