Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Bad te ernstiger.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Bad te ernstiger.”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

»En in zwaren strijd zijnde, bad hij te ernstiger.” Luk 22 : 44.

Bidden is een kunst. Een heilige kunst, die zeer weinig gekend wordt. Een kunst, die alleen de Heilige Geest u leeren kan, en die de Heilige Geest alleen aan Gods uitverkorenen onderwijst.

o. Er is bijna niets uitdenkbaar, waar zooveel over gepraat en zooveel van vertoond wordt, en waar het zoo weinig wezenlijk toe komt, als het echte bidden.

En dat nu de kinderen der wereld hier zoo h overheen loopen, dat begrijpt men nog. Im­ o mers zij vatten er den diepen aard niet van. h Voor hen is het een vroom sieraad van het o edeler leven. Meer kennen ze er niet van. En t zoo is het natuurlijk, dat ze dit sieraad er ge­ h durig bij te pas brengen, als er iets geroerd o moet in het hart.

Maar droever is het, dat ook het Christen­ g volk zich hier zoo. aan te buiten gaat. En toch g ook ddt is maar al te waar. Telkens en altoos e weer hoort men verhalen, dat er gebeden is, b en of men voor u bidden zal, en dat men b zich aanbeveelt in den gebede. En zoo is z dat vragen : ^Broeders, bidt voor mij !" bijna een vast slot van allerlei toespraken en allerlei s geschrijf geworden, zonder dat er ernst achter h steekt of het er toe komt.

1. Och, het Christenvolk is zoo ongeestelijk. Want wat wilt ge met al dat bidden voor elkander? Of weet ge dan niet, dat ge om voor iemand te bidden, hem eerst op uw hart moet gelegd hebben ? Dat dan eeist^de liefde voor hem u prikkelen en dringen moet ? En dat bidden voor een ander een nog dieper gebedstoon vraagt?

En daarom wat soberder, wat stiller, wat heiliger en daardoor schuchterder en teederder met dat biddenjvoor elkander zijn, het zou aan ons gebed geen kwaad, maar eer aan uw bidden goed doen.

Doch in dat uitwendig, oppervlakkig roepen van »broeders, bidt voor mij", ligt niet de eenige zonde onzer gebeden.

Veel gebedszonde ligt er ook in, dat we voor ons zelven zoo onernstig bidden.

Niet alsof het gemeene gebed bij spijs en drank, bij het opstaan en slapengaan, of, bij onze samenkomsten deswege verwaarloosd mocht. 0

Wie dat waant, kent 's Heeren weg niet. Maar toch verder nog van 's Heeren weg is hij, die geen oog heeft om te weenen over de minheid van ons bidden en den lagen stand van de aanroeping des Heeren in gebeden die we saim doen.

o, Hoeveel en hoelang wordt er niet soms gepreveld zonder dat van de honderd die de handen vouwden meer dan tien ook maar even hun ziel tot God verhieven. Wat loomheid en dof heid bij dat bidden! Wat verstrooiing van den geest en wat invallende storende gedachten! Dan zijn er soms duizend en meer Christenen bijeen, en ge ziet aller hoofd gebogen, en het heet dat allen bidden, maar zóó jammerlijk is onze toestand, dat het al veel is, en ge al dankt, zoo ge een enkel maal een geloofswerkzaamheid voor half den duur van zulk een gemeen gebed hebben mocht.

En nu bij ons privatelijk bidden is het natuurlijk niet zoo erg.

Wie in zijn eentje zijn knieën buigt is allicht opmerkzamer, er meer bij, meer in een stemming der gebeden, maar toch ook daarbij blijft onernstigheid de zonde die ons weer telkens aankleeft.

Zoo midden uit het leven plotseling voor God te verschijnen. Opeens uw ziel los te maken van wat om u heen is. Van een gesprek dat u boeide, van een boek dat ge laast, van een tijding die u zorg inboezemde, en zoo zonder overgang voor de eere van Gods naam en van zijn Koninkrijk smeekende te zijn, — het is voor een kind van stof en voor een armen zondaar dan ook zulk een ontzettende spanning, en vandaar dat gedurig weer opstaan van ons bidden, dat we boos op ons eigen hart zijn; op dat hart dat weer te afgetrokken was, om zielsinnig tot den Heilige te naderen.

Ernst spant in, en ook'om ernstig te kunnen bidden moet een ziel zich in willen spannen. Op-school moet een kind dat inspannen van zijn geest ook leeren. En het is reeds, o, zooveel gevorderd, als ge een pasbeginnend kind er toe brengen kunt, om zijn gedachte bij iets bij te houden, op iets te zetten, en voor iets in te spannen.

En zulk een school nu moeten we ook in ons bidden doorloopen.

Merk het van uw Jezus in Gethsémané-op, zelfs van hem staat er zoo met nadruk: »En Jezus in zwaren strijd zijnde bad te ernstiger: '' Ge voelt, dit kan bij uw Jezus niet zeggen willen, dat hij, vooral op zulk een oogenblik, eerst zonder ernst, gedachteloos, bad. Maar wel duidt het aan dat ook de Heere Jezus bij het bidden de ziel opzettelijk spande, om te inniger te bidden; en dat hij, naar gelang de strijd banger en heftiger wierd, die spanning zijner ziel te sterker maakte, om te vaster in zijn Vader te liggen.

Letterlijk staat er dan ook dat de lïeere „met meer uitstrekking zijner ziele bad"; en dit woord geeft recht goed weer, wat ernst in het bidden is.

Als iemand met u spreekt, wilt ge dat iemand u aanziet, en niets hindert u sterker, dan dat iemand onder het spreken met iets anders bezig is, en doet als zag hij u niet. En zoo nu is het in veel hooger.mate nog met den Heere HEERE. Ons bidden is spreken met het Eeuwige Wezen; en dat kan niet, of de ziel moet met Hem bezig zijn; Hem aanzien; Hem zoeken; naar Hem uitgaan; en daartoe uitgaan uit zichzelven. . Hoe meer ge in het gebed iti u zelven blijft, hoe slechter uw bidden; en omgekeerd, hoe meer ge u zelven kwijt raakt, en naar uw God uitgaat en met Hem bezig zijt, hoeJiinniger de uitgieting uwer ziele zal zijn. J)e ziel moet opgeheven; de ziel moet uitgestrekt; de ziel moet uitgebreid naar den Troon der genade. En daarom hoe sterker de uitstrekking der ziel wordt, ' 'des te hooger klimt uw ernst, en des te meer krijgt uw bidden iets van het y echte gebed.

En dit komt^niet door een inval, of door een plotselinge aangrijping, maar is voor zondige wezens eene zaak van oefening. Evenals ge aan uw oog en aan uw oor en aan het tastgevoel van uw vingertoppen een fijner scherpte kunt geven door oefening, zoo ok kunt ge uw ziel wennen om door oefening ot sterker geestelijke gebedsspanning bekwaam e zijn.

Niet natuurlijk, ^ alsof die oefening het deed. at nooit. De drijving, de uitgang, de stoot en e gloed in het gebed, is altoos, zoo het echt s, Geestesmerk, en komt daarom aanvankelijk elden anders op dan in geestelijken strijd en orsteling en aanvechting, dat het zoo bang ordt, dat we ons uit angst^aan den Eeuwige astklemmen.

Maar wie veel met de pijl schoot en de vineren oefende mikt juister en treft beter het wit. En zoo ook is het met het opgaan onzer ebeden naar den Eeuwige.

Ook daartoe moet de ziel geestelijke gewendeid, geestelijke geoefendheid bezitten; de wil m te bidden moet den drang om te bidden eiligen J: en sterken; er moet ernst zijn om te nderdrukken wat opkomen wil, om ons gebed e verstoren; zin en bedoelen om met de opeffing der ziele in de tente te verkeeren van nzen God.

Een pasbeginner houdt het stille eenzame ebed geen vijf minuten uit. Een ingeleid en eoefend kind van God kan soms een half uur n langer bidden. Niet omdat het in die lengte estaat, maar omdat de ziel al biddende dooridt en zich inbidt in de zalige, gemeenschap ijns Heeren.

En immers eiken dag één half uur voor de amenspreking met den Heilige te hebben, is et wel te veel?

En daartoe nu is het uitgangspunt »ernst", f zooals Lukas het letterlijk noemt: macht m de ziel uit te strekken tot naar boven. Eerst ernstig.

Dan ernstiger.

En zoo wint het bidden en wordt het een aligheid der ziele; een genieten van iets dat wandelingen daarboven geeft; een verstoken ijn in Zijn heilige hutte !

!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's

„Bad te ernstiger.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's