Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Zijne wortelen van onderen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zijne wortelen van onderen.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik daarentegen heb den Anioriet voor hunlieder aangezicht verdelgd, wiens hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de eiken; maar Ik lieb zijne vrucht van boven en zijne wortelen van onderen verdelgd. (Amos 2 : 9).

Er is in alle leven een deel dat men ziet, maar ook er is een ander deel, dat zich in het ongeziene verbergt.

Gij ziet het gelaat, dat zich aan uw oog vertoont, maar peilt niet ter helfte de diepte van het menschenhart dat daarachter zit. Gij gaat een huis voorbij en voelt u aangetrokken door den vriendehjken gevel, maar gist van verre niet wat er in de binnenkameren van dat huis geweend of op de slaapkamers geleden wordt. En zoo nu ook, gij ziet aan de plant wel het blad en den bloesem en de vrucht, die aan haar stengels rijpte, maar het leven van die plant in den bodem, den innerlijken groei van haar levenssap zaagt ge niet.

En toch, op dat uitwendige kunnen we niet afgaan, en onweerstaanbare drapg. prikkelt ons' altoos weer om in te dringen iri die verborgenheden van het leven. Ja, we mogen met de kennis van het oppervlakkige geen vrede nemen, en met name Gods Woord eischt van ons, dat onze blik altoos tot in den onzichtbaren achtergrond en ondergrond zal doordringen.

Niet alleen fde vrucht van boven" roept Araos, maar ook i> de wortel van onderen^' is het, waarmee ge rekenen zult; ja, meer nog dan aan die vrucht hangt aan dien wortel van onderen de toekomst die we tegengaan.

Of al die vrucht van boven thans schoon blinkt en lieflijk u tegengeurt, wat baat het u, zoo de worm den wortel stak, en ge toch weet, dat er geen vrucht meer rijpen kan na dezen.

En ook, of al de vrucht van boven nu nog schaarsch is, of zelfs geheel uitbleef, wat zorge, zoo de wortel maar gaaf bleef, en dus straks weer nieuwe bloesem uitbot?

Op »den wortel van onderen" te merken, is te merken op het verborgen drijven des geestes, hetzij van onzen eigen geest in ons binnenste, hetzij van den Geest des Heeren in ons hart.

In »dien wortel van onderen" ligt de kennis van onszelven, van onze drijfveeren, en innerlijke roerselen, en van de beweegredenen die ons dreven en persten in ons binnenste.

Nu eens u tot troost, zoo ge miskend en valsch beoordeeld wierdt, en er uit dien wortel een ritselen opgaat, dat u getuigenis geeft van uw beter bedoelen. Maar ook dan weer tot zelfbeschaming en innerlijke verbrijzeling, zoo ge u roemen hoort door de wereld, om wat toch in uw binnenste, in den wortel uws levens, u bekend is als voortgekomen uit een eerzuchtig, een zelfzuchtig, een genotzuchtig bedoelen van uw hart.

In »den wortel van onderen" zitten de scharnieren en schroeven van uw leven, die verschoven of omgedraaid moeten, zal het tot wezenlijken ommekeer in uw bestaan komen. Want in dien wortel ligt het fondament van uw aanzijn, en elke scheur die het gebouw van uw karakter scheef trok, trekt tot in die onzichtbare diepte door. En daarom baat het u niet, of ge al die scheuren toedekt en door glanzig vernis aan het oog onttrekt. Niet in de oppervlakte maar in de diepte verscholen ligt wat beslist voor uw toekomstige vorming. En eerst als er in »dien wortel van onderen" ommekeer en vernieuwing tot stand kwam, ruischt er een profetie in uw hart van verwinning op verleiding en aanvechting.

De uitkomst, het gewrocht, de vrucht zien we wel van buiten en boven de aarde, maar de ritseling, de beweging, de werking des levens schuilt altoos in den wortel van onderen.

Den stroom die vloeit neemt ge waar, maar de bron waaruit hij opsproot schuilt in de diepte der aarde.

En daarom, wie niet in de oppervlakte vervloeien, maar in de diepte tot zelfkennis wil komen, hij blijft niet bij »de vrucht van boven" staan, maar zoekt zichzelven en zijn zedelijke verantwoordelijkheid in Ttdien wortel van onderen'', die ook in de diepte zijner ziele schuilt.

o, Dat toch op »dien wortel van onderen" uw oog bestendiger mocht gericht zijn.

Satan wil dat niet, en de wereld duldt dat niet, en uw eigen vleesch wil er niet aan. Alle deze uwe vijanden hebben er belang bij, om u niet tot zulk een zelfinkeer en afdalen in den wortel van uw leven te brengen. Die minnen juist de oppervlakkigheid, en lokken en verleiden u om met hen in den waterspiegel te spelen.

Maar 's Heeren weg gaat altoos door de diepte.

Hij is de Onzienlijke, en juist in deze verborgen donkerheden schuilt de onzienlijke werking zijner mogendheid. In het verborgene doet Hij de bron ontspringen uit de spleet der rotsen. In het verborgene bereidt Hij het levenssap voor de leliën des velds, dat het door de vezelen optrekt naar de kelken. In het verborgene heeft Hij u als een borduursel kunstig geweven, toen ge nog schoolt in uws moeders schoot. En zoo ook, in het verborgene heeft de Heere uw God dat eeuwig werk bereid, dat Hij indroeg in het hart zijner kinderen, en dat Hij koninklijk in u inwrocht met goddelijk erbarmen.

En dat inwerken Gods in »den wortel van onderen" grijpt niet slechts dan plaats als gij het merkt. In verreweg de meeste gevallen zelfs is het werk Gods in dien wortel van onderen lang afgeloopen, als gij er van boven in de vrucht iets van merken gaat.

Wees daarom voorzichtig in uw oordeelen, en zeg nooit, als gij niets ritselen hoort en niets ziet groeien, dat er daarom niets ritselt in het hart of niets wast in de zielen die u zijn toevertrouwd.

Het gaat alles zoo verborgen en zoo geheimzinnig toe, zoo ongezien en zoo onmerkbaar, dat het u wel zijn mag, alsof God de Heere in alle plant werkte, en vreeze u weerhouden moet, om ooit dat werk Gods te miskennen.

Dat werken van uw God in den ongezienen wortel des levens van onderen, gaat ten goede door, maar, gelijk Amos zegt, ook door ten kwade.

Soms ziet ge een inzinking, een daling, een

innerlijke verwoesting, waarvan ge u geen rekenschap kondt geven; een reeks van jammeren, waarbij ge onwilkeurig denkt aan een vloek waarmee hooger Hand achtervolgt; en dat het metterdaad een bliksemvuur uit Gods toome is, die in »den wortel van onderen" insloeg, en alzoo uit dien wortel dood en versterving deed opgaan naar stam en takken.

Soms heeft God de Heere op die wijs zelfs geheele huisgezinnen, geheele geslachten als een »ingebogen wand" doen ineenstorten, wat zeg ik, zelfs geheele volken en kerken doen verkwijnen en verdwijnen als een smeltende slak. Wie dit niet opmerkt, heeft geen oog voor Gods rechtvaardigheid. Maar zoo ge hiervoor een oog ontvingt, houdt terstond de prikkeling uwer nieren bij het zien van den voorspoed der goddeloozen op.

Want wie weet en gelooft: God werkt met een worm die nooit sterft, ook in den wortel van onderen, die gaat niet af op een schijn van voorspoed, maar wacht op de wrake Gods die alle heulen met den Booze achterhaalt.

In »den wortel van onderen" Gods werk!, o, wie daaraan gelooven mag, dien wordt het werk der opvoeding zoo geheel iets anders. Die zal niet vandaag water sproeien, en als niet morgen reeds het zaad ontkiemd is, twijfelen aan de vrucht op zijn arbeid, maar stil en bemoedigd voortgaan, wachtende en biddende wat het den Heere gelieven zal in »den wortel des levens van onderen" te werken.

In »den wortel" dien hij niet raken kan, maar waar God de Heere indringt met scheppende mogendheid.

En zoo ontvloeit aan de lippen het ]gebed Want wat is alle bidden anders, dan een afzien van het uitwendig werk en een afdalen met onzen geest in het stille en ongeziene werk, dat God in den wortel der dingen werkt.

Zoo bidt de landman die gehaaid heeft, en bidt de huisvader om zegen bij het avondbrood. En zoo klimt die bede om goddel^ken zegen steeds naar boven, of er in de diepte iets mocht gewrocht, of de mogendheden des Heeren in den wortel mochten aangewend worden, en of Hij, in goddelijke majesteit de sprmgader der krachten in het verborgene ontsluiten mocht.

En dan is er geen haaste meer en geen overijling, maar een stil wachten van het geloovend kind.

En zoo wordt er opgevoed, en komt er iets, dat gedijt en beklijft.

Iets dat dijt en gebenedijd wordt in onze kinderen, en iets dat onder het opvoeden van ons kroost aan onze eigene ziel wordt gezegend.

En »de vrucht van boven" wordt dan juist omdat er minder op gedoeld wordt, meer en overvloediger.

Want die vrucht rijpt te rijker en te eêler, hoe minder ze zich zelve bedoelt en hoe meer er eeniglijk op den wortel van onderen wordt gelet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's

„Zijne wortelen van onderen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 april 1887

De Heraut | 4 Pagina's