Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Bochim.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Bochim.”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het geschiedde, als de Engel des Heeren deze woorden tot alle kinderen Israels gesproken had, zoo hief het volk zijne stem op en\Yeende. Daarom noemden zij den naam dier plaats Bocliim; en zij offerden aldaar den Heere. Richt. 2 : 4 en 5-

Bochim beteekent: Een weenende menigte; een gansche schare die in tranen uitbarst; heel een volk dat zijn ziel in weedom des harten uitgiet voor zijn God.

En dat Bochim is ten naam geworden voor een plek dicht bij de Jordaan, niet ver van Gilgal, alwaar een zeer wondere ontmoetmg van den Heere Christus met zijn oude Bondsvolk heeft plaats gehad.

De liefde Christi voor zijn Bondsvolk werkte van oudsher. Niet pas in Bethlehem nam hij zijn volk aan, maar reeds van de dagen der vaderen staat bij Jesaja beschreven: »Dat hij benauwd was in al hun benauwdheden, en dat de Engel zijns aangezichts hen verlost heeft.”

Het zijn eeuwige armen der ontferming, die naar de verlorenen worden uitgebreid, en daarom is er nooit een ure geweest, dat er in het hart des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes niet teeder erbarmen met de zijnen was.

Maar dat erbarmen toonde zich ook daarin, dat Messias zijn volk zelf bezocht.

Dat hij zelf tot hen kwam.

Dat hij zijn heiligheid en zijn mogendheid openbaarde.

En alzoo voor zijn volk vorstelijk streed, en goddelijk zijn volk vertroostte.

Op die wijs was de Christus verschenen aan Abraham bij Mamre; aan Hagar toen Ismaël zou gaan sterven; aan Mozes in den braambosch; aan heel Israël toen Farao het met zijn raiters nazat; en na de aankomst bij en den intocht in Kanaan, aan Jozua bij de Jordaan in de gedaante van een krijgsheld.

Dan was de Christus een »Engel"; wat niet zeggen wil, dat hij dan een engelengewaad of gestalte aantoog; want de engelen behooren tot de onzienlijke wezens, en moeten om gezien te kunnen worden zelven een gedaante aan de menschen-of dierenwereld ontleenen. Neen, maar een engel, omdat hij een bode, e2n heraut, een aankondiger, een overbrenger van goede boodschap was.

Hij kwam dan als Engel des Aangezichts, omdat hij de boodschap van voor het aangezichte des Vaders wegdroeg. Als Engel des Verbonds, omdat hij uit kracht van het Genadeverbond den zegen van dit verbond aan Israël bevestigen kwam. En ook als Engel des ^^^^», omdat de Heere zelf uit en door hem sprak,

Men zag den Christus dan als voor oogen; in de gedaante en de verschijning eens menschen; bekleed en aangedaan met een menschelijke gestalte, die zóó geschapen was om zóó weer. te vervluchtigen; en van uit die menschengestalte sprak de Christus dan tot Abraham, tot Hagar, tot Mozes, tot Jozua, op menschelijke wijs en in menschelijke woorden.

Niet reeds vleesch geworden, maar toch reeds in een voorbijgaande menschengedaante voor de zijnen tredend; ingaande in hun nooden; hun toonend zijn vertroostend aangezicht; en alzoo hun zielen verkwikkend.

En zoo nu is de Christus aan zijn volk ook bij dat Bochim verschenen, alleenlijk ditmaal niet om Israël te vertroosten, maar om zijn volk te verschrikken.

Israëls schare was, waarschijnlijk voor een heilig feest, weer saamgevloeid in groote menigte en uit alle stammen; en nu, laat het geweest zijn, bij het vallen van den avond, ontmoette hun op den weg op eenmaal een gestalte, gelijk eens Mcfees en later Manoach die zag, en plotseling stond de Heere Christus, hij zelf, zichtbaar en aanschouwelijk daar tegenover zijn volk, en zijn volk ontzette zich, en ieder was stil en hij sprak, hij alleen.

En toen weerklonk het aldus tot Israël:

»o, Mijn volk, heb ik u niet opgevoerd uit Egypte ? Heb ik niet u ingebracht in dit goede land? En heb ik toen niet tot u gezegd en aangeboden, dat ik uw God zou zijn, en dat ge daarom met alle afgodische volken van dit land een voleinding zoudt maken, en afbreken elk altaar dat er voor welken afgod ook stond ! En nu, wat hebt gij gedaan! Aanschouwen mijne oogen niet nog allerwegen in uw steden en dorpen de oude volken, die gij «zV/verdreeft, en rooken niet hun altaren? Daarom dan nu weet, dat ik ze ook niet voor uw aangezicht zal uitdrijven, maar dat zij en hun goden u tot een strik zullen zijn!”

En op het hooren van dat roepen van den Christus beefde al het hart des volks, en ze schrikten over hun zonden en ze ontzett'en zich over de bedreiging des Heeren.

En toen riep de één tot den ander; maar er was geen uitkomst.

En toen gingen ze allen weenen, en alle ziel liep van smart en schaamte en vreeze over, en er was onder het volk een oogenblik van gemeenschappelijke verootmoediging voor hun God.

Kostelijk, heerlijk oogenblik, toen het hart van heel het volk alzoo voor zijn God brak en wegsmolt en verbrijzeld wierd; en een oogenblik waarin ze alleen kwamen, doordien de Christus levend voor hen trad, en hen in het oog zag, en hun hun zonden aanzei en hun de wrake des Heeren HEEREN toonde.

Soms weenen de kinderen ook andere tranen, tranen waar ook wel schrik en berouw zich in mengelen, maar die toch niet uit verbrijzeling des harten komen.

En Bochim onder het volk van God wordt het eerst als de Christus weer levend voor ons staat, en aller oog op hem ziet, en nu hem niet weer ontwijken kan, en hij ons ontwortelt in den bodem van ons eigen hart en de fundamenten van onze eigen ingebeelde vastigheid loswrikt, en bij de ontzetting voor zijn Majesteit, alle verborgen hoeken van ons hart zich openen, en we alle zonde willen belijden, en alles in ons roept: »Ja, Heere, ik heb niets af te dingen; zoo is het; en veel erger; als een stroom ging de ongerechtigheid over mij heen!”

En als de Christus dan weet dat te vroeg in de wonde gedruppelde olie ons schaden zou; en hij laat daarom de wonde een tijd lang bloeden; dat hij ons zijn toorn toont; en dien toorn met onze zonden alleen laat, en dan weggaat gelijk hij bij Bochim van Israël wegging, dan raakt het hart in ons overstelpt, en we weenen als die bezwijken in eigen afschuwelijkheid,

U zelf tranen op te dringen, dat baat u niet. Met anderen mee weenen, helpt niet in de zaak der ziel. Klein en klagend voor God dat de ziele van weedom overvloeit, wordt ge alleen door een goddelijke inwerking, een inwerken door hem die bij Bochin verscheen.

En daarom, als ook gij tot uw ziele klaagt over onaandoenlijkheid, over ongevoeligheid, over een opdrogen van de tranen des berouws in uw oog, o, poog dan niet zelf een bron in uw oog uit te graven noch een springader van tranen des berouws in uw ziel, maar ga tot uw Heere.

Niet eerst trahen, om dan tot Hem te genaken, maar eerst Hij tot u tredend en daardoor de ziel in u ontzet en onthutst.

En daarom, zal al het volk ook in onze dagen weer tot die verbreking des harten komen, en ook ons een Bochim en innerlijke verteedering gegund worden, mannenbroeders, laat ons dan het aangezichte van Christus aanschouwen; stelt hem dan voor u; laat zijn mond u het Woord des Heeren toespreken; en ervaart dan zelven zaliglijk of het ijs van binnen niet losraakt en versmelt.

Want wij ook we hebben, o, zooveel gespaard en niet verdreven en niet uitgebannen, wat verdreven en afgebroken had moeten worden.

Ook onder ons gaat de rook nog allerwegen van de altaren der Baals en der Astaroths op, dat het Hem een gruwel is.

En daarom verdrijft hij dan vaak de demonen ook van ons hart niet.

En die rooken dan in ónze neusgaten, en we komen om onder de zelfgekozen, zelfuitgelokte plage van ons hart.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's

„Bochim.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's