Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de quaestie van Achlum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de quaestie van Achlum

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de quaestie van Achlum leest m& n\nA& Herv. dit schrijven van Ds. R. Haas :

Geachte Redacteurl

Veroorloof mij, met een enkel woord een misverstand uit den weg te ruimen. In het laatste nummer der Hervorming deelt gij het bericht mede, dat het Class. Bestuur van Franeker den kerkeraad te Achlum c. a. gelast heeft, de door zes personen gevraagde attesten, om elders te kunnen worden aangenomsn en bevestigd, af te geven.

Gij voegt er bij uw vermoeden, dat dit laatste onjuist is, op grond dat de laatste wijziging in art. 40 Regl. Godsd. onderwijs inhoudt, dat de kerkeraad vrij blijft bedoelde attesten te weigeren, terwijl de aanneming en bevestiging dan toch voortgang kan hebben.

Toch bevat het bericht de volle waarheid. Als plaatsvervangend lid van genoemd Classikaal Bestuur heb ik tot dit besluit meegewerkt en wel in overeenstemming met de laatste wijziging in art. 40.

Dat artikel toch houdt niet in, dat, als de kerkeraad met of gaaf van redenen de attesten weigert, de aanneming etc. voortgang kan hebben, maar dat, als de kerkeraad van de gemeente, waar de aanneming zal plaats hebben, binnen 4 v^é^tngeen antwoord ontvangt, dit dan geldt als bewijs, dat tegen de aanneming etc. geen bezwaar bestaat.

In het geval te Achlum nu ontving de kerkeraad te Arum wêl antwoord, met schriftelijke opgaaf van redenen en wel een weigerend antwoord.

De kerkeraad van Arum mocht dus niet tot de aanneming overgaan.

Nu heeft evenwel het Class. Bestuur van Franeker beslist, dat de oreegeven redenen niet geldig waren. Van onzedelijkheid was bij de aanvragers van het attest geen sprake. Bovendien heeft de kerkeraad te Achlum zich niet gehouden aan het besluit der Synode van 1869, volgens hetwelk »de kerkeraad, die het getuigschrift afgeeft, bij het opmaken daarvan denzel/den maatstaf zal moeten bezigen, dien hij gebruikt bij het oordeel over den wandel van hen, die in zijne eigene gemeente als lidmaten worden aangenomen.”

Want, bij de bedoelde Class. Bestuursvergadering was ter tafel een schrijven van leden uit Achlum, waarin verklaard werd, dat onder voorzitting van den nu naar Afrika overgestoken predikant Goddefroi door den kerkeraad te Achlum eenige bekende dronkaards, etc, tot de aanneming waren toegelaten, terwijl aan de zes in quaestie het attest geweigerd was.

Mijns inziens heeft het Class. Bestuur in dezen niet anders kunnen handelen, dan het gehandeld heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 mei 1887

De Heraut | 6 Pagina's

Over de quaestie van Achlum

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 mei 1887

De Heraut | 6 Pagina's