Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Mijne schapen!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Mijne schapen!”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijne schapen hooren mijne stem. Joh. 10 : 27.

Onze kerk belijdt in hare Confessie, dat heel de natuur om ons heen als een boek metletterkens is, »die ons de onsienlicke dinghen Godes ten aanschouwen gheven."

En dit is schoon gezegd.

Maar toch kon men allicht nóg schooner zeggen, dat heel die wereld een boek met sprekende beelden om ons uitspreidt, die ons in heilige beeldspraak de verborgenheden van het eeuwige Koninkrijk, zoo er ons oog maar voor geopend is, ontvouwen.

Daar ziet Jezus langs Galilea's glooiende heuvelen een herder met zijn kudde omdwalen, en die schapen met hun witte wol boeien hem; die schapen met hun lammerkens er bij huppelend; en opeens ziet Jezus, door dat uitwendige heen, in die kudde het wezen van zijn heilige kerk.

Hij, de goede Herder, en die kudde zijn schapen, die Hem volgen zullen, waar Hij ook henengaat.

Niet, dat Jezus er dat zoo bij dacht en bij manier van vergelijking het er van maakte.

Neen, hij las het er uit; het stond er in; — in die kudde met haar herder, stond van het paradijs af het beeld van Christus en zijn kerk geteekend.

De Heere onze God, die in zijn eeuwigen raad het bestek voor zijn kerk had geteekend, was ook de God, in wiens denken het eerst het denkbeeld van zulk een kudde met haar Herder was opgekomen, en toen schiep Hij die kudde en in die kudde de lammeren en de schapen, en in die schapen de natuur der schapen, en onder die schapen onderling en met dien Herder een ongedwongen, en instinctief levensverband, en dit alles schifte en ordende en regelde Hij naar het wezen zijner kerk moest zijn.

Zoo lag dan in die kudde het beeld der kerk van het paradijs af geteekend.

En nu, iets had de Heilige Geest hiervan reeds in David en in Psalm 23 en bij Zacharias en bij Ezechiël laten merken.

Maar toch die het er in las, en het er aan zijn kerk in lezen leerde, was de Heere.

»Ik ben dé goede Herder en Ik ken mijn schapen, " dat was het voorlezen aan zijn kerk van wat in dit keurig beeld der kudde bij de schepping bedoeld was en van de schepping af lag.

Als God de Heere ons zulk beeld geeft, is et zoo rijk en zoo schoon.

Of als die schapen der kudde op elkaar ringen en niet vaxi elkaar te scheiden zijn, oodat waar het eerste schaap gaat al de anere opeendringend volgen en nakomen, en e uit de verte één veld van witte wol ziet, en auwlijks schaap van schaap onderscheiden unt, spreekt dan daarin de liefde niet, die eedere, innige, aanhankelijke liefde die de leden Christi verbinden moet? Heeft dat dan aan de kerk niets te vertellen van »de gemeenschap der heiligen ? ', En als dan de zonen van hetzelfde huis zoo vaak verdeeld uitéénloopen, elk naar een kant, gaat er dan van het instinct dier kudde niet een roepen uit, dat u een verwijt brengt en u beschaamt ?

Hebt ge in streken, waar kudden van duizend schapen en meer samenweiden, des morgens bij het uitgaan uit den schaapstal het vroolijk blaten wel-eens beluisterd? En is dan dat blaten als met één stem, met één geluid, niet als de morgenpsalm met één accoord door heel de kudde voor heur Schepper aangeheven? En ook die ééne stem, die zich uit aller keel saampaart en als met één accoord door de velden dreunt, heeft zij geen sprake voor de kerke Gods, dat ook zij in veel hooger zin als met één stemgeluid en in één heilig accoord haar lofpsalm voor haar God heeft te jubelen.^

Duiken niet, als de kudde langs een beek wordt geleid, al die vriendelijke kopjes neer, om aan eenzelfde stroomend water zich den dorst te lesschen, en als er maar plaats is, plukken ze dan het groene gras niet van eenzelfde weide?

En als ze zich moê hebben gehuppeld en de zon gaat hoog staan en het uur van ruste is gekomen, leggen ze zich dan niet allen safim als in één kring om den herder neder, half tegen elkaar aangedoken en als leunend op elkaar?

En dit wondere instinctieve liefdeleven, die gemeenschappelijkheid, dat instinctief gezellige en saam doorleefde leven, is het niet een beeld, heeft het niet een sprake Gods, die het »Vader, dat ze allen één zijn mogen!" ZQO wonderschoon voor ons vertolkt?

En dan die ongeziene en toch zoo sterke band aan den herder!

Schier elk ander dier vindt zijn eigen weg, maar het schaap en het lam is zonder den herder blind, en kent niets, en komt om !

Die herder hoort bij de kudde, zooals uw hoofd bij uw lichaam hoort, zullen de leden werken kunnen. Zonder dien herder zijn het losse schapen, maar is het de kudde niet. Het is die herder die ze tot kudde maakt.

En zooals er bij Ezechiël van de raderen der cherubijnen staat: »Waar de Geest ging daar gingen zij", zoo ook is het met de kudde achter den herder: »waar de herder gaat, gaat de kudde na." Het is één beweging die zich van zijn voetstappen aan heel de kudde meedeelt. Het is of hij leeft in die kudde en macht over ze heeft om ze in beweging te zetten.

En dat niet, omdat er een mensch voor hen uitgaat. Beproef het maar om bij een u vreemde kudde voor herder te spelen, en geen schaap komt van zijn plaats. Vreemd blaten ze u aan, maar hun instinct belet u macht over hen te oefenen.

Totdat de herder komt, en dan opeens toovert die herder leven en gang in die kudde en alles trekt meê op.

En dat merken ze niet aan zijn kleed of gewaad, aan zijn staf of zijn hond. Want trek hem vrij andere kleederen aan en geef een anderen staf in zijn hand, en toch, als ze zijn stem maar hooren, gaat op eenmaal heel de kudde hem achter na.

En nu wat is dit wondere instinct ? Waartoe schiep de Heere dit aan zijn kudde in? Waarom anders, dan om ook daarin zijn goddelijke teekening te volmaken, en de kerke Gods als in beeld te doen zien, wat het tusschen haar en den Oppersten Herder harer ziele moet zijn.

Aan Hem gebonden en aan Hem gewend en Hem volgend door niets dan door de macht van zijn Woord ?

En dan die wolf die komt en de schapen moorden wil, en die huurling die haastig over de heining klimt en schapen wil stelen ; en tegenover beide die echte, wezenlijke herder, die om niets dan om zijn kudde denkt, en voor ze waakt en strijdt en zich desnoods door den wolf verscheuren laat!

o, Die goede Herder, die zijn leven voor de schapen stelt, en zóó niet ziet dat de wolf uw ziel wil bespringen, of Hij is bij u!

Ja als de wolf u reeds in de vacht had gegrepen, dan laat Hij u nog niet los, maar omklemt u en houdt u met zijn sterke hand, en noch wolf noch huurling kan u uit die terke hand losrukken.

Dat merkt de wolf, dat merkt de huurling dan ook wel, en als wolf of. himrling den Herder er bij ziet, durven ze niet. o. Blijft bij Jezus maar en laat Jezus bij u blijven, dan zijt ge niet maar veilig, maar komt zelfs de Verleider niet op u aan.

En dan, als ge afgedoold en verloren waart, die Herder die u opzoekt en niet rust eer Hij u weer heeft gevonden, en u op zijn schouders naar de kudde terugdraagt.

En, om niet meer te noemen, bij die kudde de teere lammerkens, die als het zaad der kerk zijn, en die nog niet zelf grazen kunnen, maar met melk gevoed worden.

o, Is het toch niet heerlijk in zóó één levend

beeld heel het wezen en leven en lot en heil van de kerkeGods voor oogen te zien!

Dat we dan toch maar schapen der kudde wilden wezen en noch ooit dien Herder noch ooit de aanhoorigheid tot zijn kudde vergaten!

Het is zoo, een schaap geldt voor onnoozel en een schaap is weerloos en hulpeloos.

Maar is er zoo ook niet een erkentenis van eigen geestelijke blindheid en hulpeloosheid en weerloosheid, waartoe het bij u komen moet, zult ge in de kudde Christi eene plaats vinden?

Een schaap der kudde te zijn, o, het klinkt vernederend, en toch d4t juist is het wat uw Herder van u vraagt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1887

De Heraut | 4 Pagina's

„Mijne schapen!”

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1887

De Heraut | 4 Pagina's