Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nogmaals komt in De Hervorming eene beschouwing van de Boleerenden voor. Ditmaal van de hand van Ds. M. E. van der Meulen, modern predikant.

We nemen er enkele zinsneden uit over, om er een woord critiek op te laten volgen. Vooreerst dan schrijft hij:

Van achtenswaardige zijde, in Jcerkeiijke vergaderingen, in het weekblad de Hervorming, vooral door moderne predikanten, worden deze handelingen der kerkelijke besturen vervolgingen genoemd.

Ook wordt er op aangedrongen, dat men eene regeling zal m Iict leven roepen, die het heengaan uit de Ned. Herv. kerk gemakkelijk zal maken, door aan de uittredenden een deel van het goed mee te geven, indien al niet, omdat zij er recht op hebben, dan om dat »we niet willen «rechten", maar «minnelijk schei' den", zooais Vrendenberg schrijft.

Het kan van beteekenis geacht worden, deze beschuldiging en dit voorstel aan een onderzoek, en be spreking te onderwerpen. Het is te denken, dat meer dan een werkelijk zich voorstelt, dat de kerkelijke besturen, al kunnen zij zich gronden op de letter der wet, toch onredelijk ja onzedelijk handelen, met zoovele »ge!oovigen" te bannen uit de kerk en nog wel hen buiten de deur te zetten, niet met «meer", zooais Vrendenberg wil, maar met «minder" dan Abraham aan Hagar gaf.

En dan dient op den voorgrond gezet te worden, dat het «geloof met heel deze kerkelijke beweging niets te maken heeft. Als «geloovige" wordt niemand afgezet. Er blijven veel meer duizenden «geloovigen", in den zin waarin dat woord genomen wordt, in de kerk, dan er getroffen worden door de uitspraken der kerkelijke besturen. Geen der doleerenden wordt of Werd, om eenig geloofspunt ooit vervolgd. In Reitzum, in Wons, in Heeg vierde de orthodoxie haar zegepralen en voerde zij heerschappij, In LoUum kon de kerkeraad de meest rechtzinnige predikers hooren, uitnoodigen en in de beroeping was hij volkomen vrij.

Het verschilpunt zit dan ook ganschelijk niet in het «geloof", maar in de «inrichting" van het kerkgenootschap als zoodanig.

Mogen we ons hierop deze critiek veroorloven :

Het is volkomen waar, dat de kerkelijke rechtbanken met opzet in haar vonnissen alles gemeden hebben, wat rechtstreeks het geloof raakt, en dat in zooverre de procedure buiten het geloof omging. Evenwel is het even onbetwistbaar, dat de daden en feiten en uitlatingen, waarom men de Doleerenden uit de synagoge uitwierp, door hen noch gedaan noch gesproken zouden zijn, indien niet hun geloofsovertuiging hen hiertoe gedrongen had.

Wie in de dagen der Reformatie de Mis wilde bijwonen, wierd nooit vervolgd omdat hij in de Mis niet geloofde. Maar als zijn geloofsovertuiging hem noopte zich tegen de Mis te verzetten, wierd hij uitgebannen. Zoo ook hier. Mits men maar rustig onder de synodale hiërarchie blijft verkeeren, doet het er niet toe, of ge in uw hart deze organisatie al vervloekt. Maar als uw geloofsovertuiging u noopt u tegen haar te verzetten, dan bant men u uit.

Ds. Van der Meulen zegt dus naar waarheid, dat het geloof buiten het proces is gehouden, maar hij doet aan de waarheid te kort, als hij het voorstelt, als ging het gebeurde buiten het geloof om.

Voor hem kan dit zoo schijnen, omdat voor hem zijn geloof niets hoegenaamd met zijn moderne kerkinrichting te maken heeft. Maar billijkheid had geëischt dat hij er op bedacht ware geweest, hoe voor Gereformeerden hun kerkinrichting rechtstreeks met zeer gewichtige stukken hunner belijdenis saamhangt.

Voorts schrijft hij:

Wat moeten nu de besturen doen? Ik kan niet anders zien, dan dat er maar één weg is, in de Kerk als in den Staat, tegenover elke groep, onafhankelijk van richting, hier godsdienstige of godgeleerde, elders staatkundige en deze is, voor de rechten van de Kerk of den Staat op te komen.

Als iemand het rechtens bestaan van den Staat ontkent, de wetten vertreedt en zegt met een groep gelijkgezinden «den Staat" te vormen, zich toeeigenende wat feitelijk in zijn bezit is, zoo iemand zal ongetwijfeld revolutionair genoemd worden. Als de rechtbanken hem vonnissen, hem vervallen verklaren van zijn burgerschapsrechten — wie zal van vervolging spreken ?

Met welk recht wordt dat woord gebruikt, als hetzelfde in de Kerk geschiedt?

Ieder kan vrijelijk het land verlaten, als hij aan de wetten van den Staat niet gehoorzamen wil. Élk is vrij om uit de Kerk te gaan, indien hij tot het inzicht komt, dat hare inrichting met zijn geweten in strijd is. Ook kan men in beide opzichten trachten naar herziening der wetten in zijn geest, maar in land en Kerk te blijven en tegelijkertijd de gehoorzaamheid op te zeggen aan wetten en reglementen, dat gaat niet, zonder het pad der onwettige revolutie te betreden.

Hiertegen sta de opmerking, dat ook dit weer volkomen juist gezien is op modern standpunt. Dan is de kerk een soort vereeniging als iedere andere vereeniging. Maar had de heer Van der Meulen billijkerwijs geen rekening moeten houden met het feit; i". dat de kerk voor de Gereformeerden een instituut van Christus is, dat ze niet kunnen verlaten, zonder zichzelven buiten de zaligheid te sluiten en waar ze evenmin ooit van scheiden kunnen, als een kind kan uittreden uit zijns vaders geslacht; en 2". dat de redeneering door hem hier gebezigd, in de i6de eeuw evenzoo door de Roomschen tegenover onze vaderen gebezigd is, en dat toch de kerk waar Ds. Van der Meulen zelf toe behoort, de facto verklaard heeft, dat dit stelsel onwaarachtig is en niet deugt.

Eindelijk zegt hij nog:

Wil men eene wet op de uittreding uit het Kerk verband in het leven roepen, het zij zoo, men diene een uitvoerbaar ontwerp in, maar bedenke dat ide tegenwoordige doleerenden zich volstrekt niet beschouwen, als degenen die «heengaan", maar als de eenige rechthebbenden om te «blijven.”

Iets wat hij eenige zinsneden vroeger aldus toelichtte door ons (sprekende ingevoerd) te laten zeggen :

De rollen moeten worden omgekeerd. Wij, de eenige rechtmatige bezitters zullen overwegen of wij u, mits gij uittreedt, iets mee zullen geven, of wij genade voor recht zullen doen gelden. Zoolang gij niet uittreedt en de macht in handen hebt, weigeren .wij uw hulp en dienst en zeggen u de gehoorzaamheid op. Is er in onze gemeenten een kleiner of grooter getal dergenen, die niet met ons den weg der kerkherstelling, der terugkeer tot de kerkenorde van 1618 en 19 op willen, dan sluit dit getal zich buiten de echte Gereformeerde kerk en verliest dus alle recht op de geestelijke zegeningen en de kerkelijke eigendommen dier kerk.

Mogen we hierbij aan Ds, Van der Meulen herinneren: i^". dat deze opinie door Dr. Kleyn en Dr. Vos, niet door ons is verdedigd en ons ten onrechte wordt toegedicht; 2". dat van onzen kant én voor én hangende én na het Conflict allerlei plan tot vreedzame oplossing en boedelscheiding is mgediend; | en 3". dat de Doleerenden, die voor hun overtuiging het brengen van de zwaarste geldelijke offers overhebben, van mannen, die op humaniteit prijs stellen, het laffe roepen, alsof wij op geld en goed aasden, niet hebben verdiend.

Of kent Ds. Van der Meulen het onderscheid niet tusschen een verweren van een u toevertrouwd beheer uit plichtsbesef en een azen op goed uit zucht naar bezit?

Zouden we De Hervorming beleefdelijk mogen verzoeken, deze tegenspraak op Ds. Van der Meulens beweren onder de oogen van haar lezers te willen brengen?

Het is goed, dat men over en weer wete, hoe men beiderzijds de zaak beziet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's