Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tegen de vervalsching der Gereformeerde Belijdenis,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tegen de vervalsching der Gereformeerde Belijdenis,

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DOOR Dr. ADOLPH ZAHN.

De beweegredenen nu kan men onderscheiden in actueele en potentieele, d. z. zulke, die de wilshandeling werkelijk te voorschijn brengen, - en zulke, die ze slechts vergezellen of - haar voorafgaan. Eenvoudige wilshandelingen, die door een beweegreden onmiddellijk tevoorschijn geroepen worden, noemen wij daden, uit aandrift geboren; samengestelde wilsdaden kunnen wij willekeurige handelingen noemen.

Het inwendige leven van den enkelen persoon hangt voorts met zijn familie, deze weer met het geslacht, en dit weer met het volk samen. De uitzet, dien de mensch uit deze bronnen meekrijgt, bepaalt hem zoo sterk, dat hetgeen hij zelf aan zulke natuurlijke gaven toevoegt, in geen verhouding staat tot wat hem aangeboren is. De mensch is in beginsel wat hij later vertoont, en gelijkt dus op de knep, die den bl«esem in zich draagt; en wat hijzelf tot zijne veredeling kan toebrengen, is dikwijls niet meer dan een voorzichtig bewaren van wat hij ontvangen heeft. De natuurlijke aard, de gave en het karakter kunnen zich wel ontwikkelen, maar uit de blauwe oogen van Frederik den Groote straalt reeds in zijne jeugd hetzelfde vuur, dat gedurende zijne dagen daarin flikkerde. Keizer Wilhelm zeide in 1815 : »Ik wil een oprechte en hartelijke welwillendheid zells jegens den geringste mijner onderdanen bij mij omdragen." Dit karakter is hem tot 1887 bijgebleven. Met een vastheid, die verwondering wekt, gaat de mensch den vreg zijns karakters. Karakters kunnen gematigd, beperkt, onder de tucht gebracht worden, maar veranderd worden kunnen zij niet. Het karakter is hetzelfde zoowel in daden van eigen aandrift als van willekeur, of iemand berouw heeft van zijne daden, ze verbeteren of terugnemen wil, op het beslissende oogenblik handelt de mensch evenals vroeger en begaat dezelfde dwaasheid. Denkt men aan deze beide feiten: de wil is verbonden aan zijn geheele innerlijk bestaan, het karakter is onveranderlijk — waar is dan plaats voor de leer van den vrijen wil ? Wat is die vrije wil ? Niets dan een abstractie. Had de wil de macht om zichzelf te bepalen tegenover het zieleleven, tegenover het karakter, hij zou een Deus ex machina zijn. In een heiligdom wonende, zou hij plotseling tevoorschijn komen en zijne bevelen uitdeden. Hij zou de almachtige, maar geheel onbekende meester in het rijk der ziel zijn. Maar als zoodanig toch weer geheel zender beteekenis zijn,

want daar hij niets anders kan doen dan den evenaar der weegschaal rechts of links bewegen (daar hij, van het geheéle drijfrad van het zieleleven losgemaakt, onverschillig is) mag hij wel een redder uit den nood bij theologische en philosophische moeielijkheden genoemd worden, maar toch blijft hij iets onbekends.

Met andere woorden, hij is een nietszeggende fictie. Daar is geen vrije wil als afzonderlijke werkzaamheid voor de ziel. De wil is altijd bepaald, en slechts in zijne beperking heeft hij beteekenis. Vrij handelt de mensch, wanneer hij zelfbewust binnen de perken zijner persoonlijkheid handelt, wanneer wat hij doet, hij dat doet zonder daartoe door zijn uitwendigen, van hem gevoelden dwang gedrevan te worden.

Zulk eene vrijheid is een door de bovengenoemde voorzaten geordende en tevoorschijn gebrachte. De vrijheid is de zelfuiting van den mensch. Zij wordt veroorzaakt zoowel in de mechanische werkzaamheid der hersenen als in de physische motieven. Hoe beide zich vereenigen weten wij niet.

Zeker handelt ieder mensch met eene noodzakelijkheid, die veel grooter is, dan hij vermoedt, maar hij handelt naar zijn gevoel, doch dan alleen met zekeren dwang, wanneer oordeel en wil elkander bestrijden. Waar deze strijd niet bestaat, meent de mensch niet-gebonden te zijn, ofschoon hij altijd zijn eigeii weg gaat. De ouderen noemden den mensch vrij, wanneer hij zich ongehinderd binnen de perken zijner standsrecht^n kon bewegen. Als de vrije was hij de beperkte, maar ook de beveiligde ten beschermde. Later is vrij een woord gewordei., •'• 'lit ieder maakte wat hij wilde. De godgeleerden vonden een liberium arbitrium indifferentiae uit en beproefden daarmede alle bezwaren op te lossen. Dit speelt, zooals bekend is, in de nieuwere godgeleerdheid een groote rol. Het is echter een waan. Deze onbeperkte wil, die zich beperken moet, dit niets, dat zooveel kan, dit raadsel, waaruit een almachtig heer, een god tevoorschijn treedt, bestaat slechts in de dogmatiek!

Ook de Synergisten hebben dit liberium arbitrium behouden. Ja, zonder dit valt hun gansche theorie ineen.

De genade licht het verstand, wekt den wil op; nu moet echter deze (wil) zelf beslissen Uit zichzelf moet hij de keuze doen. Hij moet ja, of neen zeggen. En dit moet hij vrijmachtig doen. Zijn werk moet hij zijn. De gedachteloozen letten er in het geheel niet op, dat de wil goed moet zijn, wanneer hij uit zichzelf voor het •goede beslissen moet, hetwelk hij bezitten moet, om te kunnen geven. Maar is hij indifferentieel (niet goed en niet kwaad), dan is zijne beslissing zonder waarde. Een noch goed noch kwaad doen, valt niet onder het bereik der zedelijke beoordeeling. En dan zal hij toch over de aanneming der genade moeten beslissen, ia zich een eeuwig leven kunnen toeëigenen! Hoe dwaas!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Tegen de vervalsching der Gereformeerde Belijdenis,

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1887

De Heraut | 4 Pagina's