Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Legen de vervalsching der Gereformeerde Belijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Legen de vervalsching der Gereformeerde Belijdenis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DOOR Dr. ADOLPH ZAHM.

Melanchton gaat voort: «Zoolang nog de wil tegenstaat, heeft er geene bekeering plaatsgegrepen. En toch erken ik tevens, dat God het meeste in alle heiligen zóó werkt, dat de wil slechts een lijdend subject is." Dit kan men altijd nog zóó verstaan, dat de bekeering zulk eene gebeurtenis in den mensch is, waardoor de mensch lot gehoorzamen en bidden opgewekt wordt. Dit heeft natuurlijk ook Luther geleerd, op wien Melanchton zich nog beroept. Maar het gevoelen, dat bij Melanchton de bovenhand houdt, schijnt toch te zijn, dat hij eene kracht in den mensch heeft aangenomen, waardoor hij, door Gods Woord aangegrepen, dit toestemmen kan. > Hem, die toestemt, steunt God, welke door het Woord werkzaam is, " zoo schreef hij aan i^Calvijn, in wiens hem toegezonden «Consensus Genevensis"• hij die geheele pericoop over de praedestinatie met één penneslreek doorschrapte. Daarna heeft hij weder geheel met hem willen in overeenstemming komen. De gedachten van Melanchton zijn nu, volgens Heppe, ook die der Duitsch-Gereformeerde kerk.-Ja, deze moet de eigenlijke erfgename van die gedachten zijn, en de ware Reformatie voortzetten Ware dit het geval, dan zou de Duitsch-Gereformeerde kerk eenvoudig niet Gereformeerd zijn, maar een tweeslachtig wezen van onbepaalde kleur.

’t Is echter eene dwaling. Heppe gispt streng de Dordsche Synode, prijst het echter in haar, dat zij den Heidelbergschen Catechismus goedgekeurd heeft. Alsof de Dordrechtsche leerregels en de Heidelbergsche Catechismus tegenover elkaêr stonden. Met recht hebben de Lutheranen den Heidelbergschen Catechismus een Calvinistischer! Catechismus genoemd. Dit karakter van dat leerboek is door Sudhoff in zijn werk over Olevianus en Ursinus (bl. 88 vv.) en in zijn „Vaste grond der Christelijke leer" (een voor de Gereformeerden onontbeerlijk boek) bl. 491, zóó duidelijk aangetoond, dat ik deze twee plaatsen ter lezing aanbeveel.

Ik herhaal hier slechts in het kort de gronden van Sudhoff: I. De Avondmaalsleer is geheel Calvinistisch; 2. ledere medewerkzaamheid des menschen wordt afgewezen, daar de mensch tot alle kwaad geneigd is; 3. Overal hoort men van de onmisbaarheid der genade en der wedergeboorte; 4. Alle voorwaarden voor de leer der praedestinatie zijn er, en de opstellers (Olevianus, leerling van Calvijn, en Ursinus, van Peter Martyr) hebben aan de 54ste vraag de gezonde voorstelling van de praedestinatieleer verbonden; 5. de leer van de menschelijke natuur in Christus, enz. - alles is Calvinistisch. Ook de Melanchtoniaansche theologen van Wittenberg hebben zich tegen den Catechismus verklaard, 't Is een valsch besluit, te zeggen, dat wijl daarin het systeem der praedestinatie niet te vmden is, deze daar ook niet geleerd wordt. In den Gëneefschen Catechismus wordt dat systeem ook niet gevonden. Waar de grondgedachte der Gereformeerde belijdenis wordt uitgesproken, daar klinkt het ons toe: God alleen is vrij in zijn genade. Het zijn dus geheel mislukte pogingen, om moderne theologen, die de betrekkelijke wilsvrijheid prediken, en oude, echte Gereformeerden in één band te willen samenpersen. Water en vuur! Onlangs heeft Ebrard weer in zijn ongelukkige uitgave van de »Harmonia confessionum", overeenstemming der belijdenissen, van Salnar (want hij heeft hier zijne dwaalleer in de aanmerkingen uiteengezet, waartoe hij geen recht had) een anti-praedestinatiegedachte in den Heidelbergschen Catechismus binnengesmokkeld. In vraag 31 lezen wij, dat slechts Christus den verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomen geopenbaard heeft. Hierop laat Ebrard volgen: Heeft ons Christus dien verborgen raad Gods volkomen geopenbaard, dan is er geen decretum arcanum (geheim besluit) ongeopenbaard achtergebleven." 'tis niet anders dan een sophisme! Geen Gereformeerde heeft ooit geloochend, ^ dat Gods ingewanden rommelen van baimhartigheid, maar eene barmhartigheid, die in haar volle werking slechts de uitverkorenen ondervinden. Ook behoort het even goed tot den verborgen raad Gods, dat de Zone Gods zich uit het geheele menschelijke geslacht een uitverkoren gemeente vergaderd heeft.

Dit laatste heeft Cftristus ook volkomen geopenbaard (het geheele Evangelie van Johannes is daarvan vol). Ik ken geen enkelen Gereformeerden dogmaticus van beteekenis, die — geen enkel Gereformeerd geschrift van beteekenis, dat de betrekkelijke vrijheid des menschen in den zin van Heppe en Ebrard geleerd /leeft. Als de Confessie Augustani emendata (de verbeterde geloofsbelijdenis van Augsburg) in art. 20 zegt, dat de belofte van de vergeving der zonden algemeen] is, is dat een zin, dien Calvijn evenzoo voor Melanchton uitgesproken heeft. En ook ik zeg volgens de Schrift : God biedt allen zijn genade aan. Maar wat bewijst dat voor de wilsvrijheid ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's

Legen de vervalsching der Gereformeerde Belijdenis

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's