Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aangaande de houding van Ds. Poort te Hendrik-Ido-Ambacht merkt De Hoop op:

Gelijk in onderscheidene bladen bericht werd, «heeft Ds. H. J. L. Poort, te Hendrik-Ido-Ambacht, voor een beroep naar de Ned. Geref. Kerk (doleerende) te Den Helder bedankt, en is de bede van een aantal leden zijner gemeente aan den kerkeraad, om tot de reformatie der plaatselijke kerk over te gaan, met algemeene stemmen a/gewezsri".

Hieruit blijkt weer, hoe de synodale organisatie min standvastige karakters totaal bederft, en hoe groot het gevaar is voor afzakken, indien men niet terstond luistert naar den drang der ontwaakte conscientie. Ds. Poort heeft deelgenomen aan het congres te Amsterdam, in Januari 1887, hij heeft de bekende formule geteekend, en was zóó warm voor de zaak, dat hij uit Amsterdam naar Dordrecht telegrafeerde aan Ds. Van Hoogenhuijze, om dezen te vragen, waarom hij niet, volgens bestaande afspraak, gekomen was. Weinige weken na het congres had Ds. Poort »alles klaar, om terstond tot de losmaking der gemeente over te gaan, als het Classikaal Bestuur van Dordrecht het minste teeken zou geven van hem tot verantwoording te willen roepen wegens zijn bijwoning van het congres. Hield het Classikaal Bestuur zich stil, dan zou er met de losmaking nog even gewacht worden, »tot een en ander met betrekking tot het beheer der kerkelijke goederen in orde zou zijn gebracht. Doch zoodra eenig gevaar dreigde van de zijde van het Classikaal Bestuur, dan zou Ds. Poort met zijn kerkeraad terstond tot de afsnijding der organisatie overgaati. De stukken lagen klaar om geteekend te worden, "

En nu! Dezelfde leeraar, Ds. Poort, die in Januari 1887 plechtig verklaard heeft, dat «afsnijding der synodale hiërarchie plichtmatig is voor een ieder, die Jezus' Koningschap in zijne kerk wil esren, " en die, met zijn kerkeraad, gereed stond om de plaatselijke kerk vrij te maken van die hiërarchie, wijst nu, op echt synodale wijze, kortweg de bede af, die uit het midden der gemeente geslaakt werd, dat de kerk tot de gehoorzaamheid aan de Schrift èn tot hare wettige Iserkenordening zou worden teruggebracht.

In de kerk van Hendrik-Ido-Ambacht zal nu.naar het ambt der geloovigcn moeten gehandeld worden, om tot hare vrijmaking te komen van de hiërarchie. Dan zal straks Ds. Poort, in 1888, hen uitbannen en afzetten, die handelen naar zijn eigen woorden in 1887. Dan zal hij, in den naam en als dienstknecht der hiërarchie, vervolgen hen, die met die hiërarchie breken, schoon hij hen daartoe zelf heeft opgewekt. Wij beklagen Ds. Poort meer, dan wij hem veroordeelen. Naar den goeden raad, die hem ^ in het begin des vorigen jaars gegeven werd, had hij, toen hij in zijn conscientie overtuigd was, dat breken met de synodale organisatie van God geboden plicht was, daartoe onverwijld moeten overgaan, en niet daarmede moeten wachten, om eerst de zaken van het beheer beter geregeld te krijgen De Heere blaast in zulke berekeningen. Hij eischt oogenblikkelijke gehoorzaamheid aan zijne bevelen. Waar men niet geheel overtuigd is, welke de wil - des Heeren zij, daar kan niet met beslistheid gehandeld worden, ' Maar waar men openlijk belijdt, dat de weg, waarin men wandelt, in strijd is met Gods Woord, en dat met dien zondigen toestand moet worden gebroken, daar riiag men daarin niet volharden, geen enkel uur. Er is periculum in mora, doodelijk gevaar in uitstel, vooral, omd.it uitstel dan meestal afstel wordt.

Daar zijn, helaas, reeds onderscheidene voorbeelden van. Hier heeft men gewacht, in de hoop dat A. of B. - ^ invloedrijke leden in den kerkeraad of in de kerkvoogdij en die voor het oogenblik »nog niet geheel beslist" voor de zaak stonden — sover een paar maanden" wel geheel met de reformatie zouden medegaan. Daar weer, in vacante gemeenten, heeft men de zaak uitgesteld, «tot er een predikant zou zijn, die de leiding der reformatie op zich zou nemen." Nog weer in andere gevallen zou men wachten, tot de kerkeraad of kerkvoogdij »om" was, of ook wel, tot het Classikaal Bestuur, om de een of andere reden, den predikant of de leden des kerkeraads schprsen zou En wat is in den regel gevolg van dit weifelen, van deze zondige berekeningen geweest? Dat de kerkeraad gekomen is tot de vrijmaking zijner kerk; dat de weifelenden meer dan ooit tot slaafsche gehoorzaamheid aan de hiërar­ chie geleid zijn; en dat het werk der reformatie ten slotte ter hand moest worden genomen naar het ambt der geloovigen, met terzijdestelling van diezelfde ambtsdragers, die tevoren de gemeente tot afwerping der hiërarchie hadden opgewekt.

Daar is ook in deze dingen »een tijd des weibehageus"; en men heeft wel toe te zien, dat men dezen niet late voorbijgaan in ijdele overleggingen. Er moet niet zondig overijld, maar geloovig onverwijld gehandeld worden, waar de Heere ons bij zijn wil en weg bepaalt. En vooral moeten zwakke, weifelende broeders hierop gedurig opmerkzaam gemaakt worden, opdat zij niet, zooals thans ook weer Ds. Poort, tot hun eigen en der gemeente schade, al weifelende en met de synodale machten koketteerende, ten slotte zóó in de strikken van het Genootschap verward raken, dat er voor hen geen ontkomen is, en zij, in plaats van te reformeeren, de deformatie der kerk zouden bestendigen en door hun woord en voorbeeld grooter maken.

Dit stuk is even degelijk gesteld, als juist ter snede.

Arglistig is ons hart meer dan eenig ding, en nooit bekroop het hart banger arglistigheid, dan waar het aankomt op het kiezen voor den onzichtbaren Koning tegen de zichtbare machten. Er is hier tweeërlei kwaad.

Het kwaad der bedorven mystiek. Als Gods Woord zoo klaar voor ons ligt en zegt: »Ge moet!", dan vraagt het vonden zoekend hart nog: »Maar is hef de weg wel!", en dan is Satan er handig bij, om evenals een engel des lichts tot u te komen, en u in te fluisteren: »Wel neen, die weg van gehoorzaamheid aan Gods Woord is uit den Duivel. Dat is alles menschenwprk. Een werk der duisternis. Houd er u verre van!"

En dan gaat de Bijbel dicht, en allerlei gemoedsinfluisteringen krijgen den boventoon, en van gehoorzaamheid komt geen sprake meer. En het tweede kwaad is, dat men wel vat: »We moeten storm loopen", maar dat men zelf liefst niet voorop wih

Men laat anderen dan vooropgaan, en ziet eens aan, hoe zij 'ter afbrengen, en als in hun bloed dan de tegenstand gebroken is, dan ja, wil men zelf op de pantoffeltjes achteraan komen, maar ook, als het eens niet ging, dan bergt men zich nog tijdig het lijf.

Dat nu is altegader »menschenwerk", ja wel een werk van den mensch op zijn slechtst. De bitterheid, waarmee men in ethisch-irenische kringen in het diepst zijner ziel tegen een »doleerend" mensch vervuld is, neemt almeer een chronisch karakter aan. Het wordt een manie.

Zoo hoorden we onlangs van een benoeming voor het bezoek in de gevangenissen, waarbij een dame uit onze beste kringen was voorgedragen, die ook door de Roomsche dames wierd gewenscht. En toch, toen het uitkwam, dat deze dame wat nauw met de doleerenden in verband stond, kwamen alle ethisch-irenische dames met booze gezichten tegen deze benoeming op.

Dan hadden ze nog liever een Roomsche! Wat haat vervult deze harten .toch! En lees nu hier wat De Hoop weer uit Rotterdam meldt:

Naar ons bericht wordt, werd aan een eenvoudig man, die zich bij een Bijbelbewaarder van het Nederl. Bijbelgenootschap alhier vervoegde om een Bijbel met groote letter, die Bijbel geweigerd, omdat da aanvrager «doleerende" was. Aan zulken mocht de bewaarder «geen Bijbel afgeven".

^at moeten de Doleerenden in het oog der Synodalen toch diepgezonken wezens zijn, dat jiun zelfs geen Bijbel mag worden gegeven. Een goede les tevens voor Doleerenden, die een Bijbel gratis behoeven, zich daartoe niet te wenden tot het Ned. Bijbelgenootschap, maar tot hun eigen diakenen.

Wat toestand toch! Een dame van naam en stand mag niet meedoen aan het bezoeken van gevangenen. En wie doleert mag zelfs geen Bijbel hebben! En dat nota bene van het Ned. Bijbelgenootschap, dat uitdrukkelijk verklaard heeft geen onderscheid in kerkelijk opzicht te maken.

KuYPER.

Wegens plaatsgebrek moet het slotartikel over het Kerkelijk Ambt liggen blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1888

De Heraut | 4 Pagina's