Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Toen de Pruisische staat zijn strijd tegen de Roomsche kerk begon, hadden velen goede hoop, dat het ond-Katholicisme, bevorderd door de staatsmacht, een tegenwicht zou kunnen vormen tegen Ultramontaanschen invloed. Die verwachting hebben wij nooit kunnen deelen, omdat de oud-Katholieke kerk in Duitschland evenals elders enkel op ontkenning gebouwd is. Het is dan ook in den laatsten tijd vooral aan den dag gekomen dat deze kerken geen levensvatbaarheid bezitten Dit blijkt vooral uit een geschrift van Dr. J. Rieks, een oud-Roomsch pastoor, die door den bisschop en de synodale vertegenwoordiging der oud-Roomsche kerken is afgezet. In dit boekje wordt een chaos van wanorde, intrigues, partijstrijd en schandalen van het ergste soort blootgelegd. Of Dr. Rieks gelijk heeft, dan wel zijne tegenpartij, is niet uit te maken. Slechts ééne zaak wordt in dit geschrift boven allen twijfel verheven; dat het oud-Katholicisme de kiem des doods reeds bij zijn geboorte heeft medegebracht. Men trachtte van den aanvang af te laveeren tusschen de besluiten van het concilie van Trente en die van het Vaticaan. Men heeft in de oud-Katholieke kerk twee stroomingen; aan de eene zijde zijn er lieden, die in den grond der zaak den weg van het modernisme op willen, welke lieden men voort-' durend zoekt tevreden te stellen met allerlei concèssiën. Men kan geen kerk bouwen op de ontkenning van de pauselijke onfeilbaarheid. Ook zijn de oud-Roomsche leaders steeds in gebreke gebleven om hunne denkbeelden omtrent de kerk helder en duidelijk bloot te leggen; ook is het niet gekomen tot het vaststellen van een kerkorde, zoodat men tegenover de willekeur der ambtsdragers en de oproerigheid van sommige gemeenten, deels met hiërarchisch geweld, deels met een zwak door de vingers zien is opgetreden.

Geen Wonder daarom, dat in den boezem zijner vertegenwoordigers moedeloosheid is gaan heerschen, waarvan het gevolg is, dat vele oud-Roomsche pastoors hun ambt nederleggen. Het heeft de aandacht getrokken, dat Engelsche Ritualistische bisschoppen naar Duitschland gereisd zijn om te trachten betrekkingen aan te knoopén met de oud-Roomsche kerk. Zou men in Engeland onbekend zijn tnet den waren toestand van het oud-Katholicisme ? Dit - is haast niet te denken. Wellicht zoekt men van Episcopale zijde het Engelsche volk diets te maken, dat men niet op vereeniging' met de Roomsche kerk aanstuurt, door in schijn zich bijzonder welwille.nd te toonen tegenover de oud-Roomschen in Duitschland.

Dr, Schramm, domprediker te Bremen, gaf dezer dagen een catechisatieboekje in het licht, waarin zoo openbaar mogelijk de hoofdwaarlieden van het Christendom worden geloochend. Men is iets dergelijks in Duitschland van liberale of moderne predikanten niet gewoon. Dr. Schramm schaamde zich niet God den eeuwigen Wereldgeest te noemen, de aanbidding van Jezus voor afgoderij uit te krijten en het geloof aan wonderen als de dwaasheid zelve te betitelen. Terecht ergert men er zich aan, dat zulk een onbeschaamd heidendom in de Evangelische kerk kan geleerd worden, zonder dat de kerkelijke besturen er tegen optreden. Onlangs werd de klacht in De Hervorming geuit, dat het modernisme in Duitschland slechte dagen doorleefde. Doch ons dunkt dat men zich niet te beklagen heeft, als men een catechisatieboekje kan schrijven als Dr. .Schramm deed en toch gehandhaafd blijft als predikant der Evangelische kerk. Het hiërarchisch kerkbestuur ziet dit alles door de vingers, doch wee dezulken, die in leer en tucht tot de wegen der vaderen zouden willen wederkeeren !

Zwitserland. Er is schier geen land ter wereld waarin de revolutionaire beginselen zoozeer op kerkelijk en staatkundig gebied zijn doorgedrongen, als in Zwitserland. De z. g. nationale kerken zijn er niets meer dan een schaduw van Gereformeerde kerken geworden, waarvan men stemhebbend lid is door geboorte in Zwitserland uit ouders, die tot deze kerk behoorden of behooren. Ook op schoolgebied hebben de revolutionaire beginselen hun invloed zeer krachtig doen gelden. Dit blijkt uit het volgende. Door de constitutie van 4885 voor het canton Waadtland wordt voorgeschreven, dat de schoolwet moet gewijzigd worden.

Dezer dagpi hebben de onderwijzers hun wenschen daaromtrent te kennen gegeven in een «bericht aan de Waadtlandsche paedagogische vereeniging." Daarin wordt de wensch geuit, dat de kinderen niet meer op hun tóde, maar op hun 15de jaar de school behooren te verlaten, en ook die kinderen zijn vrij van verder gedwongen schoolbezoek, als zij op veertienjarigen leeftijd bewijzen kunnen geven van voldoende onderwezen te zijn, evenwel onder voorwaarde, dat zij een herhalingsschool van hun r4de tot hun 17de jaar bezoeken. Men wil overal zulke herhalingsscholen oprichten. Alle kinderen des lands, met uitzondering van die, welke op vrije scholen gaan, zullen voortaan de school tot hun 12de jaar bezoeken en kunnen eerst dan naar middelbare en ambachtsscholen of naar gymnasia gaan. Elke - gemeente boven de 400 zielen moet bij de wet verplicht worden, een of meer kleinkinderscholen voor kinderen van vier tot zeven j.iar te stichten. De ouders zijn echter niet gehouden, hunne kinderen daarheen te zenden. De leermiddelen behooren aan de kinderen door de gemeenten kosteloos verstrekt te worden. De seminariën ter opleiding van onderwijzers vervallen; de toekomstige onderwijzers moeten op de hoogere scholen van het kanton, op de gymnasia, en de academie voor hunne taak voorbereid worden; in genoemde instellingen zullen daartoe afzonderlijke colleges gegeven worden! .

Wat het godsdienstonderwijs aangaat en debetrekking der kerk tot de school, willen de

onderwijzers de volgende wijzigiiigen. De meester zal als tevoren onderwijs geven in de Bijbelsche geschiedenis, maar in plaats van de - feiten der geschiedenis te verhalen en laten leeren, gelijk tot hiertoe geschiedde, zouden de meeste onderwijzers een zoogenaamd zedelijk onderricht willen geven, waarbij dan eene bloemlezing van Bijbelsche geschiedenissen als illustratie dienen moet. De zedeleer of de godsdienst, welke der jeugd in te prenten is, zal hoofdzaak moeten zijn.

Wat het catechetisch onderwijs betreft, hetwelk de school niet geeft, maar den predikanten groote moeilgkheden oplevert, omdat de kerkelijke gemeenten zoozeer verstrooid liggen, wenschen de onderwijzers, dat de bedienaren van den godsdienst het zóó inrichten, dat het geen stoornis teweegbrenge in de schooluren. Het geven van twee vrije namiddagen wordt daarom voorgesteld. De predikanten zullen evenwel niet, gelijk tot hiertoe het geval was, als zoodanig toezicht op de school kunnen uitoefenen, daar dit in strijd is met de wettelijke bepaling, dat' de school onder de uitsluitende leiding van de burgerlijke overheid gesteld is Worden de predikanten, gelijk dit tot hiertoe geschied is, in de schoolcommissie gekozen, dan kunnen zij hun gezag uitoefenen; maar zij moeten »naar het algemeen recht" behandeld worden.

Ook wordt de vraag gedaan, of volgens de wet de onderwijzers nog gehouden zgn, om kerkelijke diensten te bewijzen. Het bericht antwoordt op deze vraag niet en stelt de beslis sing in handen der besturen, met verzoek een modus vivendi te vinden, die tegelijk met de behoefte van den onderwijzersstand en met die van het land rekening houdt. In een groote onderwijzersvergadering, te Lausanne gehouden, stelde men voor, de wetgeving in overeenstemming te brengen met de constitutie van de verbonden cantons, welke de volgende bepaliiig heeft: «Niemand kan gedwongen worden een godsdienstige handeling te verrichten.

Dit zijn de verlangens van de heeren onderwijzers. Men ziet eruit, dat de onderwijsmanie in Zwitserland nog niet tot bedaren is gekomen. Kennelijk is het doel, de school geheel tot een moderne secteschool te maken. Dat de groote meerderheid van de onderwijzers van een canton met zulk een voorstel durft voor den dag te komen, kenmerkt den toestand genoeg. De Bijbel van de school en zedelessen in de plaats; de aanstaande onderwijzers eerst studenten aan eene hoogeschool, en daarna het abc aan de Zwitsersche kinderen inprentend; schoolplicht tot het 17de jaar toe — ons dunkt, dat dit voorstellen zijn, welke den geest doen kennen, waarin de meeste onderwijzers nu reeds werkzaam zijn.

Zouden er in Zwitserland nog mannen te vinden zijn, die genoeg invloed kunnen uitoefenen om deze verderfelijke dingen te keer te gaan? Wij vreezen van niet. De Zwitsersche wetgeving op het gebied van kerk en school is door liberalisten dikwijls als eene modelwetgeving beschomvd Doch als men op den door de Waadtlandsche.onderwijzers aangeduiden weg voortgaat, kon hef weleens juist andersom worden

Wij hopen van harte, dat de vrije kerken en scholen aldus in Zwitserland gaan opbloeien, door terugkeer tot Gods Woord, dat de macht van het radicalisme erdoor gebroken worde Niet dan met droefheid kan men het aanzien, dat het land, waar eenmaal zulk een groot licht geschenen heeft, ja, waar de bakerraat der Gereformeerde kerken te vinden is, tegenwoordig hoe langer hoe meer het spoor bijster wordi en steeds beslister zich in de armen van het ongeloof werpt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's