Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diaconaal congres,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diaconaal congres,

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg en slot.)

De bedienende personen (de diakenen) was, zooals uit het eerste gedeelte van dit verslag bleek, het ondervveip van Dr. Mr. W. van den Bergh. Reeds is het grootste gedeelte van zijn rede beknopt weergegeven; thans resten nog enkele punten, die door den spreker onder de aandacht van het congres gebracht werden.

Zeer werd door Z.Eerw. aangedrongen op opwekking van ambtelijke gaven, terwijl ook op de eischen, die aan een diaken moeten gesteld worden, de nadruk gelegd werd. Naar aanleiding hiervan werd de volgende resolutie ingediend :

Bij de opleiding tot diakenen worde gezocht de Ojjwekkmg van ambtelijke gaven, waartoe ook de Jongelingsvereenigingen gebruikt konden worden, onder leiding van hen, die in het ambt staan.

Bij de verkiezing van diakenen worde vooral gelet op de eischen, in Hand. 6 : 3 en I Tim. 3 : 8 —12 genoemd, bijzonder ook op de eigenschappen yan godzaligheid, eenvoudigheid, ooimoedigheid, barmhartigheid en herbergzaamheid; 'terwijl ook op de vrouwen der voorgedragen personen gelet worde.

Aan de taak der diakenen gekomen, zjgt spreker, dat de eigenlijke bewerking der zielen aan den ouderling is opgedragen. Opdat evenwel de nooden en de ellende in de maatschappij gekend worden, is' het noodig, dat de predikanten zooveel mogelijk bij de vergaderingen der diakenen tegenwoordig zijn. De prediking gaat dikwijls in bewerking van zielen en ... in aanbevelen van collecten op. Terwijl toch bepaaldelijk de maatschappij bewerkt moet worden. Aan het slot van zijn referaat gekomen, licht spreker nog de volgende resolutiën toe : Diakenen beperken zich tot de eigenlijke atmverzorging en tot geestelijke verzorging, voorzooverre deze dienstbaar daaraan is; alleen in kleine gemeenten kunnen zij aan kerkregeering ook deelnemen. 1 Cor 7 : 20. Eeti iegelijk b'ijve in die beroeping, waarin hij geroepen is.

Wenschelijk is nauwer verstandhouding met de dienaren des Woords, opdat dezen de nooden kennen en in den gebede met de Gemeente den Heere voordragen, en tevens de wetten der barmhartigheid naar Gods Woord uitleggen (art. 40 Kerkenorde); met de Opzieners is verband wenschelijk, opdat de geestelijke zonden door dezen worden bestraft. Diaconessen zijn de aansluiting , van de vrouw aan het ambt. In het profetisch en priesterlijk ambt' zwijgt de vrouw; in het priesterlijke treedt zij als behulpsel op. i Tim. 5 : 3. 9—16.

Ook met het oog zoowel op de oplossing der sociale kwestie als op de gemeenschappelijke verzorging van blinden, doofstommen, krankzinnigen enz. is wenschelijk: het classicaal en provinciaal samenkomen van diaconieën, waarbij onder leiding van leeraars besproken worden: a. de' maatschappelijke toestanden, dè oorzaken en de geneesmiddelen der ellenden; b. de stichting of het onderhoud van bedoelde stichtingen voor classis of provincie ; c. inhoeverre arme diaconieën door rijkere kunnen gesteund worden.

Met al de resolutiën, zooals ze hier met de e? aangebrachte wijzigingen zijn overgenomen, kon het congres zich vereenigen. De besprekingen, die zij uitlokten, kunnen wij door plaatsgebrek niet weergeven. Alleen moeten wij hier nog bijvoegen, dat, wat-de laatste resokuie betreft, besloten werd, zooveel mogelijk te trachten, provinciale diakonale vergaderingen plaats te doen hebben, en wel te Leeuwarden, te Groningen, te Zwartsluis (Overijsel en Drente), te Ermeloo (Gelderland), 'te Utrecht, te Amsterdam, te Rotterdam (Z.-Holland), te Middelburg en te Klundert (N.-Brabant en Limburg), ' zoo mogelijk vóór i Jimi. " Eindelijk kwam het punt der agenda: De bediende personen aan de orde.

Ds. H. Hoekstra leidde de bespreking in. ZEerw. wees er op dat, als gevolg van verval in de bediening, willeketinge lijnen ge­ f trokken worden in de aanwijzing der personen, over welke de diaconale barmhartigheid zich heeft uit te strekken.

Zoo werden meestal degenen uitgesloten, die nog niet tot het heilig Avondmaal waren toegelaten. Die werden niet als lidmaten der kerk beschouwd. Er werd dus een, zekere soort tucht geoefend, maar .niet in den geordenden weg. Er werd gestraft met inhouden van brood. Tuchtiging door inhouden van nooddruft, uitsluiting van hen, die nog geen lidmaten zijn, is niet overeenkomstig den eisch der Christelijke barmhartigheid. Die eisch brengt mede, dat een voorzichtige en-verstandige hulpbieding niet onthouden mag worden aan hen, die door eigen schuld arm zijn geworden. En eveneens, dat het nog niet meegaan met de reformatie . der kerk geen reden mag zijn om de barmhartigheid in te houden, waar nood heerscht.

De diaconie moge helpen, waar nood bestaat, zonder eenige voorwaarden in dezen te stellen (Gal. 6 : 10). Maar daarom nog geen geven in het wilde weg. Ddt ware ^«barmhartigheid. Een iegelijk zie op zijn eigenaardige roeping. Een diaken trede niet in het ambt van ouderling. Het diaconaal ambt zij opwekkend, aanmoedigend, bestierend, werkzaam. Op ^ den weg der diaconie ligt het, de personeele barmhartigheid bij familiën op te wekken.

Spreker wijst nu op de grootte van het getal der ellendigen en armen. Ze zijn niet alleen de verminkten, ouden van dagen en degenen, die niet in eigen onderhoud kunnen voorzien, maar ook zij, die sverborgen" armoede lijden. Er moet getracht worden, hen aan arbeid te helpen. Over weduwen en w'eezen moet de barmhartigheid zich uitstrekken, enz. Veel toewijding wordt dus geëischt; terwijl er zoo groote behoefte aan arbeiders in den wijngaard bestaat.

Ds. Hoekstra biedt nu de volgende resolutiën ter overweging aan het congres aan: -_ i". Wij hebben noodig, wederom te mogen leeren, dat Christus zijne barmhartigheid in zijne kerk wil bewezen hebben, niet om eenige waardigheid van degenen, over wie zij zich uitstrekt, Inaar uit vrije ontferming over ellen; dige zondaren.

2".' Scherpe onderscheiding tusschen censuur, ^ en broodspnthouding, ellendigen, wanneer ze hongerig en naakt zijn, en in wegen wandelen, welke niet goed zijn; mogen nief afgewezen worden, wijl de eisch der barmhartigheid van Godswege gebiedt, ook dezen voor-' zlchtig en blijmoedig bij te staan, opdat in dezen de barmhartigheid Christi haren geur verspreide, onder inachtneming van Gal. 6 ; 10.

3". Evenzeer als de oude grenslijn van het »lidmaat zijn" verwerpelijk is, moet afgewezen worden de beperking, dat alleen die leden der kerke onder de bediening der barmhartigheid vallen, die met meer of minder beslistheid zich vóór de reformatie der .kerke verklaarden. 4". Het geven van ondersteuning, zonder nauwgezet - onderzoek, of ze wèlbesteed is, is een daad van onbarmhartigheid jegens dengene, die ze ontvangt.

5". Zooveel mogelijk heeft de diaconie de persoonlijke barmhartigheid in de gemeente op te wekken, aanraking met haar te oefenen, en alzoo, in de uitoefening van het ambt, zichzelve te beperken, naarmate in de - gemeente meer de oefening der barmhartigheid opleeft, ó", - Van het meest" ellendige worde de hand der ontferming niet afgehouden. Weezen verzorgen; werkeloozen en stille armen, zoo mogelijk, ter hulpe té komen; kranken ontfermend bij te staan; te zorgen, dat de kinderen der armen onderwezen worden; vreemdelingen bij te staan; voor krankzinnigen, idioten, vOor blinden en doofstommen, kan het, classicaal of provinciaal samenwerkende, zorge te dragen; de gevangenen te gedenken en ontslagenen bij te staan; den slachtoffers der prostituliè of dengenen, die gevaar loopen daarin te vervallen, de reddende of helpende hand te bieden, en zich te ontfermen over de in ontucht geborenen; alles, zoo mogelijk in verband met van den Heere aangewezen personen of stichtingen — dit alles moet geacht worden te vallen onder de diaconale bediening der barmhartigheid

7". Dan alleen zullen de nooden en wonden der kerke ook in dezen worden gekend; ddn alleen zal er genezing kunnen afdalen van Christus, haar Hoofd; wanneer de eischen des Heeren door ons niet willekeurig worden verkort vanwege gebreii aan middelen en krachten, maar Wij ze in verootmoediging des harten mogen erkennen-als goed en recht.

Vooral de tweede resolutie lokt veel bespreking uit. Allen waren het erover eens: zooals het tot op heden ging, werd er niet naar het beginsel van Gods Woord gehandeld. De resolutie zelve — zooals ze luidde — werd dan ook door niet één broeder diaken bestreden ; maar... de bezwaren, de groote moeielijkheden werden breedvoerig besproken. En daardoor kwam de schrikkelijke tegenstelling uit tusschen vs'at God in zijn Woord van de Christelijke barmhartigheid eischt en het diepe verval, dat in het diaconaal ambt plaatsgreep.

De namiddag was reeds ver verstreken, toen de voorzitter, Ds. De Gaay Fortman, de resolutiën naar aanleiding van zijn referaat over de bediening indiende. Ook deze lokten warme bespreking uit. Ze luiden :

i" De onderscheiding van rijken en armen is door God gewild, nadat de zonde in de wereld gekomen was, .

2". De rijken behooren voor de armen te zorgen, omdat God het wil. Het moet hun een eere zijn dit te doen

3". Daar echter de zonde de menschen vijandig tegen elkaar heeft gemaakt, heeft de Heere het noodig geoordeeld een uitdrukkelijken last aan zijn gemeente te geven om voor de armen te zorgen.

4*. Die zorge geschiedt persoonlijk of gemeenschappelijk, d. i. door bijzondere personen en vereenigingen of door de Kerke Gods in haar geheel. De laatste neemt de eerste plaats in. S''. De zorge der armen geschiedt voor de Kerke Gods door de diaconie.

. 6". Onder diaconie moeten wij verstaan de bediening van de liefde tot den naaste, voorzoover deze arm en ellendig is (eerst de huisgenooten des geloofs en voorts allen, van wat naam ook), door de Kerk van Christus uitgeoefend.

7". De diaconie is uit het hoogepriesterlijk ambt van Christus geboren, dus de bediening der ontferming over de armen. Zij staat in nauwe betrekking - met het leeraars-en ouderlingenambt, omdat lichamelijke-meestal met zielsnood samengaat, hetzij hij hieruit geboren is of daardoor gevolgd wordt. De diakenen behooren tot den kerkeraad' en zitten daarin, zoo dikwijls zaken behandeld worden, die alle ambten betreffen,

8". Er is geen opklimming in de ambten, maar een onderscheiding in de ambten. • 9". De dienst der diakenen is tweeërlei: uitdeden (voorzien in de gewone behoeften des levens), en barmhartigheid doen, 10". Onder armen moeten we verstaan zoowel stoffelijk-als zedelijk-armen. . - 11". De bediening moet geschieden naar het verniogen, dat de Kerke des Heeren heeft, niet geveinsdelijk of ijverzuchtig, maar oprecht, gewillig, volvaardig en rechtvaardig, zooveel mogelijk in het verborgen.

12". De middelen tot uitoefening van de bediening der barmhartigheid zijn opbrengst der collecten (in geld" en natuurgaven), erfenissen, ziekenhuizen, weeshuizen (of huisgezinnen, waarin weezen opgevoed worden), krankzinnigengestichten, weduwénstichtingen, tehuizen voor vreemdelingen, zwervelingen.

13''. Met kapitaliseeren zij men zeer voorzichtig.

14". Overheids-armenzórg moet overbodig gemaakt worden, zij is geen werk der barmhartigheid. Daarentegen is het werk der barmhartigheid van private personen en vereenigingen noodig. Het is echter geen ambt. Gewoonlijk noemt men dit private werk der barmhartigheid inwendige zending. Zij kome achter het werk der barmhartigheid, dat door de Kerk wordt uitgeoefend. Haar ideaal zij pioniers-of tirailleurswerk te doen.

15*. Tegenover de diaconie van de Synodale, Luthersche kerkgenootschappen enz. handele men als tegenover de inwendige zending. 16". De bediening zelve bestaat vooreerst in het verzamelen van de gaven der liefde inde kerken (Helst aan de deuren) en aan de huizen der geloovigen, het opwekken der rijkeren tot het geven dier giften, het persoonlijk bezoeken der armen, htt peilen van den nood en ellende, het voorzien daarvan, het troosten der armen ook met geestelijke vertroostingen, het beschermen der armen tegen ongelijk en onrecht, , het terechtwijzen der verkeerden. 17". De verkiezing en bevestiging der diakenen geschiede volgens Hand. 6 : 5, 6; 1 Tim. 3 : 10.

De vergadering werd door Ds. Fernhoutmet dankzegging gesloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Diaconaal congres,

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 februari 1888

De Heraut | 4 Pagina's