Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Dag op dag zijn ziel gekweld!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Dag op dag zijn ziel gekweld!”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want deze rechtvaardige man, wonende onder hen, heeft dag op dag zijne rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en hooren van hunne ongerechtige werken. (2 Petr. 2:8.)

Wie een fijn gehoor bezit, heeft er pijn van, als er valsch wordt gespeeld. Een ander, die zelf geen zuiver gehoor heeft, merkt dat niet, en lijdt er dus ook niet onder, maar hij wel. Die valsche toon dringt als een wanklank in zijn oor, en stoort de harmonie daar binnen. Het heeft iets van de pijn, die een fijngevoelig oor ondervindt, als er op een bord gekrast wordt. Dat geeft evenals het schrijnen van een vijl door een dun blad koper, zulk een afgrijslijk hoogen toon, dat de gehoorzenuw er door wordt aangegrepen. En zeer gevoelige menschen kunnen dit dan ook niet uithouden. Als men niet ophield, zouden ze de kamer uit moeten. Dat schelle, schrijnende gekras wondt hun in letterlijken zin de gehoorzenuw, en door die gehoorzenuw heel het gevoelige zenuwgestel.

Leer nu uit dit beeld, hoe het toegaat ook in de hoogere wereld van het leven der ziel, zoodra ook in die ziel het verstompte gevoel teeder wordt en het gehoor zuiver. o, Zoolang ge geen geestelijk gehoor bezit, ga dan maar neerzitten, onder v/elke predikatie ge ook wilt, en niets hindert u. Of die prediker ook al den eenen toon voor den anderen na valsch aanslaat, en zoo geheel het lied der enade bederft, tot onkenbaar wordens toe, — u deert dat niet. Ge weet niet hoe het zijn moet, en daarom merkt ge ook niet, dat het valsch gaat. Of die prediker het zóó zegt of het andersom zei, u is het al om het even. Maar krijg nu gehoor, eenig gehoor althans; dat ge ten minste weet hoe het moet wezen; en dan merkt ge het terstond, als het mis gaat, en ge keert van die predikatie huiswaarts, onvoldaan en ongetroost, en vol critiek in uw hart op dien onjuisten prediker. Maar op dat standpunt doet het u toch nog geen fijn. Gij keurt het wel af; ge hebt er wel uw aanmerking op; ge eischt wel dat het anders worde; maar toch het ergerde u nog niet. Doch kom nu nog verder. Van historische geoefendheid in de kennis, tot een geestelijk gehoor. Dat uw ziel leeft in de zalige harmonie van het heilgeheim, en ge geniet in de ondoorgrondelijke aanbiddelijkheid van de erbarmingen uws Gods, —-en laat dan zulk een prediker eens valsch het lied der verlossing inzetten, en opeens grijpt het u aan, ge kunt er geen vrede bij houden, ge kwelt er uw ziel om, en eer zoudt ge alles doen, dan naar zulk een prediker teruggaan.

Het verraadt daarom zooveel geestelijke stompheid, als men zoo zeggen hoort: »Ja, die prediker is wel niet zuiver, maar ik kan er toch veel goeds leeren, en daarom ga ik er maar heen!" Verbeeld u dat iemand een orgelconcert gaf, en keer op keer valsch inzette en valsch doorspeelde; en dat ge iemand dan zeggen hoordet: »Ja, hij zette wel valsch in, en speelde wel valsch door, maar soms waïen er toch ook goed gegrepen accoorden, en daarom ga ik er weer heen!" Ge zoudt immers lachen om zulk een van alle muzikaal besef volstrekt ontbloot zwetser. En toch, zoo doen velen met dat zoo oneindig veel hooger staande liemelsche orgelconcert, waarvoor God zelf de compositie schonk, en waarvoor de Heilige Geest den toon moet aangeven in het hart. Neen, wie gopd staat, wie een geestelijk oor ontving, die kan iiaar zulk een prediking niet toegaan. Of de prediker al eenvoudig, soms wat langzaam, vaak te lang, dat lied der erbarmingen afspeelt, dat draagt hij nog Maar een prediker die valsch inzet en valsch doorspeelt, die kwelt hem de ziel. Daar moet hij van weg!

En niet anders is het op dat nog breedere gebied, waarin het zedelijk leven der wereld wordt afgespeeld.

In het Paradijs speelde dat leven der wereld zuiver. Het ging alles naar Gods beeld en gelijkenis, in zuivere harmonie!

Maar sinds den val is dat verbroken, is die harmonie weg, speelt alles valsch; en is heel het leven der wereld één dissonant, één wanklank, één doorloopende verstoring van de harmonie des zedelijken levens geworden. Er ruischt door het leven dier wereld één toon van ongerechtigheid, van leugen, van zelfzucht, van hoogmoed, trots en hoovaardij. En wie nog dieper hoort, die hoort in dien toon van zelfzucht en trots één kreet van vijandschap tegen den Almachtige, één roepen en grijnzen van het booze hart tegen den Heere onzen God.

En ook hierbij hangt het er nu maar van af, hoe het met uw geestelijk gehoor en geestelijk gevoel gesteld is.

Zijt ge nu zelf nog van die wereld, - dan hindert ditu bijna niets, en is het alleen het schelle uitgillen van de ongerechtigheid, dat nu en dan uw weerzin wekt. Bij een vreeslijke misdaad. Een gruwelijken moord. Bij schandtooneelen als van de Fransche Revolutie. En zelfs dan hunkert toch nog het booze hart uit nieuwsgierigheid naar het ongerechtige. Zie maar hoe de misdaden en gruwelen, in allerlei bladen opgedischt, als verslonden worden; hoe het prikkelt als er wat vreeslijks gebeurd is; en hoe zelfs verzonnen verhalen van allerlei gruwelen met gretigheid gelezen worden.

Doch ging uw geestelijk oor open, dan wordt dit anders. Dan toch ontsloot zich voor uw hart een wereld van een heiliger leven, en met dat heilig ideaal is het leven dier wereld om u heen in strijd. En nu ondergaat ge de worsteling, om, met dorst naar hooger ideaal in het hart, te moeten leven in een wereld, die daar tegenin vloekt, en nu hoort ge niets dan valsche tonen, altegader dissonanten, een lied des levens, dat niet meer bij uw leven past.

En dit nu doet pijn. Het is als met Loth in Sodom. !> Hij, de rechtvaardige man, " zegt de Schrift, ykwelde dag op dag zijn ziel door het zien en hooren van hun ongerechtigheden."

En wel u, als het zoo bij u zijn mag. Want is het zoo bij u, dan is dat een teeken, dat het geestelijk gehoor niet alleen in u opwaakte, maar ook werkt, en zuiver werkt, en dat ge u ergert aan de ergernissen, en pijn hebt van wat uw God beleedigt, en uw ziel kwelt onder wat kwellend is voor zijn Majesteit.

Maar, helaas, dit ondervindt ge vaak anders ! Als een prediker valsch preekt, kunt ge daaronder wegblijven, en zoo uw gehoor voor verval sching bewaren. Maar wegloopen uit de wereld kunt ge niet. Ge moet er ni blijven, tot God u afroept. Ge moet onder die ongerechtigheden wonen, ze zien, ze aanhooren. En dan komt de vloek der gewoonte, die er u aan went, uw teederheid afstompt, en ten slotte maakt, dat ge het nauwlijks meer hoort.

Eeii slag van een voorhamer op het aanbeeld doet een gewoon mensch beven op zijn voeten. Maar een smidsknecht, die dag op dag in de smidse slooft en slaaft, hoort dat op het laatst niet meer, en wordt er niet door aangedaan. Bloed te zien vloeien grijpt uaan en doet u pijn, maar een slagersknecht, die dag op dag dieren doodt, went aan dat zien van bloed, en verhardt er tegen.

En zoo nu ook overkwam het u. Eerst pijn er van; eerst kwelling in uw ziel; maar al ras hield die pijn op. Nu ja, zoo is de wereld. Wat zal ik me altoos ergeren? En zoo nam uw geestelijke teederheid af. Wat hiertegen te doen ?

Vooreerst wel dit, ga uit Sodom uit. Er is wereld en wereld. En al mag de kerk de wereld niet uit, en al moet Gods volk in die wereld bewaard worden, daarom heeft ze in die wereld toch niet met Sodom te verkeeren, mag ze der wereld niet gelijkvormig worden, en moet ze een eigen levenskring in die wereld scheppen, waarin de zondige usantiën van de wereld niet zijn toegelaten. Streng puriteinsch! En daarom niet de komedie opzoeken. Niet de wereldsche vermaken! Geen dans! Geen kaartspel! En wat uit dien kring meer is. Dan ten tweede, laat de booze wereld niet in boeken weer binnensluipen, nadat ge ze uit den dagelijkschen omgang gebannen hebt. En daarom weg uit onzen kring, met die ongezonde verhalen en prikkelende romans, die den stillen geest, die kostelijk voor God kan zijn, onrustig houden.

En dan, houd uw geestelijk gehoor teeder door genade. »

Make de Heilige Geest uw gevoel fijn, en zij het een gedurig schuilen in de tente des Heeren, om weer in die fijnheid van gevoel geoefend te worden.

Zich er aan ergeren dat de wereld in het booze ligt is niet genoeg. Ge moet er pijn van hebben; pijn van houden. Ge moet er uw ziel om kwellen. Niet maar bij een zeer ergerlijk iets. Niet maar bij uitzondering. Neen, het moet zijn en blijven tot op uw sterven toe: een kwellen van uw ziel dag op dag!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's

„Dag op dag zijn ziel gekweld!”

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's