Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Drie brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Drie brieven

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is ons niet mogelijk alles op te nemen, wat ons ook van Christelijke Gereformeerde zijde over de teedere zaak der hereeniging van alle Gereformeerden wordt toegezonden.

Toch willen we bijna in ^A-/^«.yö drie brieven afdrukken, waarvan twee innig zullen verkwikken, door hun lieflijken toon, en de derde een woord repliek eischt.

De eerste is uit Zeeland en luidt aldus:

Eerw. en geliefde broeder!

Met blijdschap des harten ontving ik de uitnoodiging om op 10 April jl. met de deputaten te vergaderen. Uwe belijdenis in het gebed bij de opening dezer vergadering was uit mijn hart. Vestigde ik het oog op eigen schuld en onwaardigheid, gelijk ik doen mocht, neen, dan was er geen de minste hoop op zegen, op des Heeren gunstrijke tegenwoordigheid, op hereeniging van alle Gereformeerden in den lande. Maar Gods vrije genade in Christus Jezus, de ondervinding daarvan voor mijzelven en de geschiedenis, alle eeuwen door Gods kerke ervaren, deden mij de stille hoop koesteren: de Heere, die alles om zijns naams wil werkt, zal ons nog door zijne daden verblijden, en onze ellende en gebreken zullen er ons toe brengen om te erkennen: »Dat is van den Heere geschied. Hij heeft Satan en ons vleesch doen zwijgen en vereenigd wat bij elkander hoort. Hem alleen de lof en de dank !" Vereeniging van alle Gereformeerden in den lande is noodzakelijk en volgens Gods Woord een dure verplichting. Dit is mij zoo duidelijk als de zon op een helderen zomermiddag, en waar ik uw woord tot ons hoorde: Broeders, de aandrang daartoe zal zeker van onze zijde komen, daar gevoel ik mij gedrongen, en ik hoop velen met mij, UEw. mede te deelen, wat ik in dezen gevoel. Het is de wensch en bede van mijn hart; o, Heere! geef, kan het zijn toch spoedig, den wensch van allen die U, hoewel met veel gebrek en gevoel van schuld en onwaardigheid, toch in waarheid vreezen, op uwe vrije ontferming, op uwe genade in den Heere Jezus bouwen, door één en denzelfden Geest almachtig en genadig daartoe bewerkt (Ps. 133)

Van tegenstand en niet alles te doen wat mogelijk is om er toe te komen is 't gevolg twistgeschrijf, voedsel voor het booze vleesch, heerschappij van 't verdoemelijk ik^voor het zieleleven van Gods volk zoo schadelijk, verwarring en alle booze handel.

o, Geliefde broeder! mijn ziel is treurig gestemd bij de gedachte, dat middelmatige dingen, die het wezen niet zijn, waarin we elkander broederlijk konden dragen, oorzaak zouden zijn (ondanks eenheid in belijdenis en kerkorde) om de klove tusschen broederen nog langer te bestendigen. Ik kan niet anders met de hand op 't hart, dan (wat de Heere door zijn genade, hoop ik, niet zal toelaten) in zulk een geval de schuld stellen op ons zondig eigen ik.

Ons, gescheidenen, past schuldbesef, zooals terecht 12 April j 1. door een der broederen van uwe zijde is opgemerkt; geen de minste roem past ons, maar schaamte, als we de geschiedenis der scheiding van 1834 tot 1869 opslaan. Twist, verdeeldheid, verdachtmaking van broederen onderling, staan tot onze schande geboekt. Mij is het een wonder ran Godsvrijmachtige genade alleen, dat we nog zijn wat we zijn, en dat we ondanks bergen van schuld van rijken zegen mogen spreken, van duizenden, door dien gebrekvollen arbeid toegebracht en opgebouwd. Hoe betaamt ons het: Niet ons, niet ons, maar God alleen daarvan de eer te geven. Hij deed ons niet naar onze dwaasheid, maar was des ontfermens gedachtig, en aanschouwde het verbond en het bloed des verbonds, dat om verzoening roept voor allen, die er door vrijmachtige genade een innig welgevallen in hebben.

De Heere, die onbegrijpelijk goed is voor zijn arm en in zichzelf diep schuldig en ellendig volk, geve ons allen, zoo van onze als van uwe zijde, een Esra's Nehemia's-, Davids-, een tollenaarsgestalte, een levendig schuldbesef, maar ook een levendige hoop op zijn ontferming in Christus. Dan zullen we in elkanders arbeid, doch 't meest in onzen eigenen (omdat het God behaagt, dien schat in aarden vaten te leggen, en wij in onzen besten arbeid buiten Christus ons doodschuldig bevinden vanwege al onze zonde en ellende) o, zooveel waarnemen dat niet is naar de reinheid van Gods heiligdom. Doch in plaats van mond en pen te misbruiken, om elkander daar een verwijt van te maken, zouden wij dan Gods vrije genade in Christus des te meer roemen, die, ondanks alle verkeerdheden, zijn werk in 't leven houdt. Dan, o wonder van genade, doet gevoel van gebrek ons ik dalen, en geeft het ons meer en meer een zalig hart om 's Heeren vrije gunst te roemen. Zonder zulk een gestalte kunnen we niet tot vereeniging komen, blijven Satan en vleesch overwinnaar, en o! geliefde broeder, met smart zie ik dan in 't verschiet de bladen gevuld met twistgeschrijf, de grootste gaven, door God gegeven tot opbouw van zijne gemeente, helaas, ten dienste gesteld van den vorst der duisternis, en zulks zal dan moeten doorgaan als ijver voor den naam en de zaak des Heeren. De Heere, die ons aller harten in zijne hand heeft, storte over zijne geheele kerk eene overvloedige mate van zijnen Geest, opdat de binnenkameren mogen getuigen van zielsworstelingen met den God des verbonds om ontdekking van de listen van Satan en ons bedorven hart en kracht om die in de mogendheid des Heeren te bestrijden, en om de vervulling der bede in Joh. ij. Dat zou een leven, Gode aangenaam en voor onze zielen zalig zijn! o, Geliefde broeder, genade, lust, gaven en kracht wensch en bid ik u toe van Hem, die het geroep zijner ellendigen hoort, om tot heil van kerk en vaderland werkzaam te zijn tot in lengte van dagen!

Hartelijk verheugde ik mij om UEw. en der broederen van uwe zijde wille, dat het werk der scheiding van 1834 als Gods werk erkend wordt. Daaraan twijfelen kan en wil niemand, die er in meeleefde; miskenning daarvan door de broederen van uwe zijde zou voor ons vereeniging onmogelijk maken, al verlangden wij haar van harte.

Onmogelijk zouden we kunnen terugdenken aan die dagen van verdrukking, aan de eene zijde getuigend van goddelijke goedkeuring, aan de andere zijde almachtige genade in veler zielen tot waarachtige bekeering bij den aanvang schenkend en vertroostingen des geestes, oprichting van trage handen enz. zijn volk gevend, waarvan de invloed zich ©ok buiten dit arme hoopje openbaarde. Toegeven dat dit niet Gods, maar eigenwillig menschenwerk was, we zouden dat niet durven uit vrees voor snoode ondankbaarheid.

Maar wordt ons gezegd, dat we des Heeren werk, o, zoo dikwijls bedorven hebben en. nog doen, dan zeg ik: o Heere! geef al den onzen genade, om dat met schaamte voor de broederen te belijden, maar inzonderheid voor U, en werk zoo krachtdadig door uwen Geest in de harten van de nu pas ontkomene broederen, dat wij, vroeger verlosten, maar albedervers, door den zegen, dien Gij hun schenkt, weer vernieuwd worden opgewekt uit doodigheid en verre afleving; en laat het werk van heden grooter gruoter zijn dan toen, laat ons groote wonderen van uwe genade aanschouwen en genieten! Ziedaar, broeder, mijn hart lucht gegeven. Al is het slecht gesteld, u zult er mijn doel wel uit lezen en dat is mij genoeg.

C. BRAAMSE,

Ouderling der Christ. Geref. gemeente te Riliand (Zeeland).

De ttveede brief is uit Zalk en van dezen inhoud:

Hooggeleerde heer en broeder !

Naar aanleiding van uw schrijven in De Heraut van j 1. Vrijdag aan J. N.' L. een enkel woord. Een woord, uit den drang des harten geboren, waarin u verzekerd wordt mijn hulp, steun en gebed, wat betreft de «hereeniging der Gereformeerde kerken. Ofschoon nimmer een, «tegenstander" bleef ik tot op 10 April in eene meer afwachtende houding. Dit nu veranderde op dien datum geheel. Wel klopt mijn hart warm voor het kerkverband der Christel. Gereformeerden, waarin ik geboren, opgevoed en door Gods genade ook Evangeliedienaar ben, maar van nu aan trekken ook de doleerende broeders al de liefde van mijn hart. Dat ik dus voortaan een voorstander der «vereeniging" ben, heb ik aan de conferentie der 700 te danken. Niet, dat ik de vele en velerlei bezwaren voorbijzie, die er bestaan, ' dat zij verre. Maar omdat ik op 10 April overtuigd werd, dat de doleerende broeders, evenals wij vóór ruim 50 jaren, gebroken hebben met het Ned. Hervormd kerkgenootschap, en dus met ons langs hetzelfde spoor van i6r8 en 19 zich voortbewegen. Daarom een hartelijk «welkom" aan allen die sedert 1886 op deze lijn zijn wedergekeerd. Uwe verklaring, hooggeleerde heer, dat gij uwerzijds u gelukkig gevoeldet met de minste te zijn geweest, deed mij vragen: ch! waarom mocht die eer aan ons niet verblijven ? Over de conferentie zelve met alle geopperde bezwaren wil ik niet schrijven, omdat ik toen zelf tot de vele «zwijgers" behoorde. Maar wat/? < ; Heraut schreef over dat «voelen der hand en dat zien in het oog, was, dunkt mij, ter snede. Enfin, 10 April is voorbij, en ü. V. komen straks de synoden. Aan deze alle officieele werkzaamheid en oplossing van elk nu genoeg besproken bezwaar. Wat de zaak zelve betreft? Och! Vader Van Velzen sprak zoo een waar woord, met het : Wij zijn reeds één Geen enkel Gereformeerd mensch mag of kan dit weerspreken met de Schrift in de hand. Alle verschil zit in de bijzaken, hoe gewichtig ze overigens ook zijn. Mocht die eenheid maar meer ingezien en uitgesproken en gevoeld worden, dan zou er veel wantrouwen wijken. n de bezwaren niet in een bekrompen afstooenden, maar in een ruimen elkaar aantrekkenden eest worden onder de oogen gezien. Make e Heere ons allen maar aan dat «kindeke" it Markus 9 : 36 gelijk. Dan komt de ineenmelting wel. Dan moet ze er komen, omdat eder dan de minste wil zijn. Komen, omdat lle prikkel van het eigenzinnige en hoogmoeige vleesch dan werkeloos is, en alleen de ere Gods en de bloei van Zion gezocht wordt. l moeten we dan samen tot «de sneeuwlinie pklimmen", de hoogste berg zou dan een vlak eld gemaakt, «kleine vossen" zoowel als de roote staart aan staart gebonden en meteen randenden fakkel in de velden der Filistijnen ejaagd worden. Doorstroome Gods Geest alle erken, beide der «Scheiding" en der „Doleantie", pdat er behalve eene algemeene schuldbelijenis en verootmoediging voor God een krachig gebedsleven opwake, en wij nog dit jaar aneen zien sluiten, wat Op ééne lijn zich beeegt en bij elkander behoort. Welke hinderissen er dan zich voor zullen doen, voor wie elooven en liefhebben zal geen ding onmogelijk zijn. Wil Satan steeds «verdecLu', Christus niet alzoo. Neen, Hij zal dan heerschen onder de kinderen van «Calvijn en Groen van Prinsterer", en hen, door eendracht sterk, op elk gebied ten zegen stellen voor ons vaderland en daarbuiten.

Dankzeggend voor de broederlijke ontvangst in «Frascati", den loden April, en voor de opname dezer regelen teeken ik mij, hooggeleerde heer, uw dw. dn. en br.

A. VOOGEL.

Zalk., bij Zwolle, Mei 1888.

De derde eindelijk komt uit Vollenhoven van de hand van Ds. Van der Boom.

Geachte redacteur!

Op uwe uitnoodiging wensch ik openlijk te verklaren, dat alleen innige begeerte naar de vereeniging van al Gods volk in ons vaderland mij naar Amsterdam deed komen."Ik kwam en zat daar in de vergadering als een voorstander der vereeniging en ging ook heen met de bede in het hart, dat de ineensmelting bpoedig mocht komen, uit kracht van de werking des Heiligen Geestes in het lichaam van Christus. Toch kon ik niet blijde heengaan. De deputaten hebben toch voorwaarden gesteld die, kort gezegd, er op uitloopen om de bevinding van Gods volk, hetwelk na 1839 de valsche kerk is uitgeleid, voor inbeelding te verklaren

En daar ik tijdens mijne bediening voor enkelen het middel mocht zijn tot hunne waarachtige bekeering, zoo heb ik het bij ervaring, dat het voor velen eene tweede bekeering was, om de valsche kerk te verlaten.

De Heere zorgde er voor, dat zij, die zich aan Hem gaven, zich daarna aan zijne gemeente gaven.

Waar deze eisch, mijns inziens, tot ons volk komt, vraag ik: Is dit niet in strijd met uwe eigene schuldbelijdenis op het papier, dat gij veel te lang, zonder handhaving van het koninklijk ambt van Christus ... in het synodaal genootschap zijt gebleven ?

Is dit niet in strijd met uwe verklaring, om toch niet in elkanders ingewanden te wroeten ?

Hierom had ik liever gezien dat er over vereeniging ware gesproken zonder eischend op te treden en vergetende wat achter is, om voortaan tezamen ons uit te strekken naar hetgeen vóór is.

Met alle hoogachting teeken ik mij, uw dienstw. dienaar en medestrijder om de eenheid van Gods volk, Ds. VAN DER BOOM.

Ambt-Vollenhove.

Op dezen brief een kort woord repliek.

Ds. Van der Boom zal ons toestemmen, dat, zoo er een voorslag tot hereeniging van dusver gedeelde kerken te berde komt, niet mag gerekend met wat men beiderzijds geestelijke bevinding acht, maar dat men te rekenen heeft eeniglijk met Gods Woord.

Ook al ware het dus, dat de Deputaten verklaard hadden aan de juistheid der bevinding van vele Christelijke Gereformeerden te twijfelen, dan deed dit nog niets ter zake.

Maar bovendien, deze geheele voorstelling is niet juist.

In den gedanen voorslag komt niets voor dat daarop betrekking heeft, en natuurlijk hebben we ons alleen aan dien voorslag te houden.

En al evenmin is juist, dat.de Deputaten eischend optraden.

Dit kon reeds daarom niet, omdat hun voorslag opgemaakt was, onder de bijna eenparige medewerking en instemming van de Docenten der Theologische School te Kampen.

Hier moet dus een misverstand in het spel zijn.

Ook de kerken in Doleantie hebben met het Herv, Kerkgenootschap niets hoegenaamd meer uitstaande, en al is het nooit veilig van een tiveede bckeering te spreken, metterdaad is het breken met dat Genootschap ook voor ons een daad van terugkeering tot den dienst van Koning Jezus geweest.

KUYPER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Drie brieven

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1888

De Heraut | 4 Pagina's