Buitenland.

Duitschland. Reeds eenige malen wezen wij op het booze tecken des tijds, dat zich in Duitschland voordeed in het ten tooneele voeren van z. g. treurspelen, waarin Luthers worsteling om tot reformatie der kerk te geraken wordt voorgesteld. Onderscheiden dichters hebben hunne krachten beproefd om den tekst te leveren voor zulk eene tooneelvoorstelling. Zoo heeft ook superintendent Trümpelmann een z. g. »Lutherfestspiel" gedicht, dat den aden Juni te Berlijn in het Victoriatheater zou worden opgevoerd. Doch gelukkig is daarvan niets gekomen, omdat de politie zooveel uit het stuk wenschte weggelaten te hebben, dat het comité van de opvoering heeft afgezien. Het comité moest eerst vernemen, dat de politie een menigte veranderingen in den tekst wilde gemaakt hebben, en toen dit gedaan was, dat er geheele tooneelen uit zouden worden geschrapt. De censuur wilde bijv. niet toelaten, dat de scène met Tetzel, waarin deze Dominicaner monnik zijne aflaatbrieven vent, zou opgevoerd worden; ook werd uit de scène met de humanisten zooveel geschrapt, dat het comité oordeelde, dat daardoor het geheele bedrijf niet meer voor opvoering vatbaar was. De politie wilde, dat de naam van Bebel, een humanist en tijdgenoot van Luther, zou veranderd worden in Lange, omdat die naam in dezen tijd aanstoot geven zou; immers, een bekend sociaaldemocraat en afgevaardigde naar den rijksdag draagt mede den naam van Bebel. Ook verbood de politie het woord «papistisch" op het tooneel te gebruiken. Om al deze dingen besloot het comité, het stuk niet te laten spelen, omdat de eenheid ervan verbroken, was en omdat de ^> vrije Protestantsche geest, die erdoor waaide^ was verdonkerd.'' Ook werd bekend, dat de Duitsche kroonprins, nu reeds keizer van Duitschland, geweigerd heeft het hem aangeboden beschermheerschap over de uitvoering aan te nemen. Dit bevestigt ons, hetgeen wij reeds wisten, dat de jonge keizer van Duitschland een man van positief Christelijke beginselen is.

De gevoelens van den overleden Duitschen keizer zijn goed te kennen uit de bewoordingen, waarmede hij onlangs het beschermheerschap over de Gustaaf-Adolf-vereeniging in Pruisen heeft aanvaard, welke blijkens een schrijven van 12 Mei 1.1. aldus luiden : «Sedert jaren heb ik met groote belangstelling de ijverige werkzaamheid gevolgd, die de Gustaaf-Adolf-vereeniging onafgebroken ontwikkeld heeft ter ondersteuning van de geloofsgenooten, die in verdrukking (bedrangtj verkeeren en verheug mij in den rijken zegen, die deze Godegevallige arbeid aan het Christelijk godsdienstig leven der Duitsche natie gebracht heeft. Wanneer de Gustaaf-Adolf-vereeniging ook verder, gelijk ik het wensch, hare taak daarin ziet, de verbreiding des Evangelies op grond van Gods Woord te bevorderen als een vereenigingsband, gelijk dit de in God rustende koning Frederik Wilhelm IV als zijne hoop uitsprak, om de verschillende richtingen in de Evangelische kerk te omvatten; wanneer de vereeniging niet nalaat, door werken van barmhartigheid den Christelijken zin te verheffen en de onverschilligheid in kerkelijke dingen te bestrijden; dan zal zulk een ernstig streven door God gezegend worden, In deze overtuiging levende, beschouw ik de belangstelling, welke mijne voorgangers, die de kroon van Pruissen gedragen hebben, van den beginne in de G.-A.-vereeniging getoond hebben, als een heilige erflating en aanvaard daarom het beschermheerschap over den Pruisischen tak der vereeniging."

Men zou zich in dit keizerlijk woord kunnen verblijden, indien er maar niet in voorkwam, dat Pruisens koning zich alleen dkn in den arbeid der Gustaaf-Adolf-vereeniging kon verheugen, indien in haar boezem alle richtingen vertegenwoordigd bleven.

Of de nieuwe keizer een dergelijke uitdrukking voor zijne rekening zou durven nemen, is zeer te betwijfelen. Wij verheugen ons daarin. Mocht de regeering van den jeugdigen keizer veel goeds brengen voor land en kerk. Mocht deze keizer, die als koning van Pruisen opperste bisschop over de Evangelische kerk in genoemd land is, aan de kerk hare vrijheid schenken, door afstand te doen van het sumepiscopaat. Natuurlijk worden deze dingen wegens den diepen rouw, waarin geheel Duitschland gedompeld ligt, nog niet besproken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen