Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Agenda voor de Synode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Agenda voor de Synode

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

DER

Christelijke Gereform. herlt In afederland.

{Slot: )

l. In het besluit der Synode van 1885, art. 64, worde het woordje »mag" in »behoort" veranderd.

{Drentel)

m. Mag eene vrouw, die door haren man is verlaten en gerechtelijk van hem is gescheiden, weer huwen?

{Friesland.)

n. Het reglement van 1869 worde herzien en voor zoover onze kerk daarop door de regeering is erkend, in overeenstemming gebracht met de autonomie en rechtspersoonlijkheid der plaatselijke gemeenten.

( Utrecht)

0. De Synode overwege, of het roieeren van leden onzer kerk, die zich aan voortdurend kerkverzuim schuldig maken, al dan niet in strijd is met ons kerkrecht.

p. De Synode spreke uit, dat de bedienaren des Goddelijken Woords zich niet mogen inwikkelen in de handelingen des leeftochts.

{Zeeland.)

E.

a. De Prov. Synode van Drente, aan hare Deputaten opgedragen hebbende om de vereeniging met de Doleerenden ter sprake te brengen, spreekt voor de Synode haar innig verlangen naar vereeniging uit.

{Drente.)

b. De Prov. Synode, overtuigd, dat de Gereformeerde Kerk in Nederland in 1834 zich opnieuw heeft geopenbaard, acht het de roeping van alle Gereformeerden, zich met die Kerk te vereenigen.

Tot vereeniging met die groepen, die met ons op denzelfden bodem van belijdenis en kerkorde staan en zich onder den naam van Nederl. Geref. Kerken (doleerende) als gemeenten hebben georganiseerd, wende de Alg. Synode pogingen aan met inachtneming van de volgende grondlijnen:

Ie. dat de Nederl. Geref. Kerken ('dol.) aanvaarden de Acte van Afscheiding der Gemeente te Ulrum d.d. 14 Oct. 1834. 2e, dat onzerzijds worde tegemoet gekomen aan het bezwaar der Doleerenden tegen het reglement van 1869.

3e. dat als regel worde aangenomen de ineensmelting der plaatselijke gemeenten ; waar echter administratieve bezwaren dit tijdelijk verhinderen, zal men elkander dragen, mits na de vereeniging tegenover bestaande gemeenten geene gemeenten optreden met eene vereeniging »de Kerkelijke kas."'

{Noord-Holland)

c. De Prov. Synode overwegende dat, waar eenheid van Belijdenis, Liturgie en Kerkenordening is, het daar eisch is van des Heeren gebod, dat de Gereformeerden' in éénzelfde land één zijn, en dic-.itengevolge de vereeniging met de Doleerende gemeenten in Gods weg van harte begeerende, oordeelt, dat ter a. s. Synode de navolgende punten dienen overwogen:

Ie. het reglement van 1869 worde vervangen door" een, dat de plaatselijke kerken geldt;

2e. geene plaatselijke ineensmelting der gemeenten worde geëischt of bedongen; 3e. de voorwaarde worde onzerzijds gesteld, dat de Doleerenden niet slechts de gemeenschap met de Synodale besturen hebben verbroken, maar ook toonen de artikelen 27—29 van de Ned. Gel. Bel. in de praktijk te aanvaarden;

terwijl de Prov. Synode als haar oordeel uitspreekt, dat op de a. s. Synode geen afdoende beslissing kan worden genomen in zake de «vereeniging'', daar de Afgevaardigden uit de verschillende Provinciën nog niet bekend kunnen zijn met de voorstellen, van de zijde der Doleerende kerken in te brengen, en deze eerst op de Kerkeraden, Classicale vergaderingen en Prov. Synoden dienen te worden gebracht.

(Noord-Brabant)

d. Ten aanzien van het vraagstuk der vereeniging der Chr. Geref. kerk en de Nederl. Geref. kerken (dol.^ verklaart de Provinciale Synode:

Ie. dat die vereeniging niet alleen wenschelijk, maar naar 's Heeren Woord plichtmatig is;

2. dat naar die vereeniging ernstig moet worden getracht, mits op den grondslag van Gods Woord, Formulieren van Eenheid en Dordsche Kerkorde;

3. dat aan de wijsheid der Synode blijft overgelaten, welke gedragslijn te volgen, ten opzichte van het gewraakte Reglement van '69.

{Overijael)

e. De Prov. vergadering stelt voor:

Ie. De Synode bevordere zooveel mogelijk de vereeniging van de Chr. Geref. Kerk en de Ned. Ger. Kerken (dol.) en brenge haar in beginsel tot stand, omdat de eenheid van allen, die één zijn in belijdenis en kerkorde, naar eisch van Gods Woord is, ons deel doet hebben aan elkanders gaven en ten rijken zegen zou zijn voor het vaderland.

Met het oog~ op enkele uitdrukkingen in de bladen en om alle leden onzer kerk gerust te stellen, acht de Prov. verg. het wenschelijk, hoewel zij de oprechtheid der Doleerenden volkomen vertrouwt, dat de Synode van hen vrage een duidelijke en voor geen twee uitleggingen vatbare verklaring, waaruit blijkt:

Primo: dat zij ons erkennen als voortzetting in rechte lijn van de Ned. Ger. Kerk van voor 1816 gelijk wij hen zullen doen;

Secundo: dat zij, de drie Formulieren van eenheid der Geref. kerken in Nederland aanvaardende als uitdrukking hunner belijdenis en zich onderwerpende aan de Dordsche kerkorde, in zooverre deze in onzen tijd uitvoerbaar is, ook naar deze Formulieren en Kerkorde tucht zullen oefenen.

Tertio: dat zij niet meer behooren tot het Hervormd kerkgenootschap.

Quarto: dat zij de plaatselijke gemeenten in hare organisaties «bepaaldelijk wat de grenzen betreft" aanvaarden.

2e. De Synode stelle pogingen in het werk om ter wille van de vereeniging, het regiemen van '69 óf te wijzigen óf weg te nemen, indien zulks kan geschieden, zonder dat onze organisatie naar de Dordsche kerkorde als een geheel, als Ger. kerk in Nederl. opgeheven wordt, en eene rechtsverhouding tot de Regeering kan gevonden, waardoor noch de algemeene noch de plaatselijke goederen der kerk gevaar loopen.

{Groningen)

f. Het reglement van 1869 worde geen struikelblok voor de vereeniging met de Doleerende kerken.

De Synode blijve intusschen staan in het beginsel, dat van 1834 af doorloopend is gehuldigd, n.l. afscheiding van de Ned. Herv. kerk als valsche kerk.

{Gelderland)

g. De Prov. Synode stelt voor aan de Algemeene der Chr. Geref. kerk in Nederland, dat deze als hare overtuiging uitspreke:

Ie. dat allen, die in Nederl. den Christus der H. Schriften belijden en overeenkomstig dezelve wenschen te leven, niet langer gedeeld mogen zijn ; maar zich vereenigd als de kerk des Heeren moeten openbaren ; deze eenheid wordt niet alleen door Gods Woord en den aard van het Chr. leven gebiedend geëischt, maar ook door het waarachtig belang onzer natie dringend gevorderd.

2e. dat zij mitsdien iedere poging tot vereeniging met blijdschap begroet en eiken voorslag daartoe met heiligen ernst wenscht te overwegen en te toetsen aan de leer der H. S, , de belijdenisschriften der Geref. Kerken en de K. O. van 1618 en 1619,

3e. dat zij, in casu, de «vereeniging" — en zoo mogelijk de «ineensmelting" — met de Ned. Geref. Kerken (doleerende) van harte begeert, doch dat zij

Primo : niet kan of mag toestemmen, dat vóór de doleantie van '86 slechts Individuen zijn uitgetreden, terwijl met de doleantie de Kerken zouden zijn uitgegaan ; dan toch zou zij het werk Gods, in en na 1834 haren kerken bewezen, miskennen en zouden deze eerst na de Vereeniging met recht Nederl. Chr, Geref. kerken kunnen genaamd worden.

Secundo: vereeniging wenscht en ook wil, maar alleen met hen, die evenals hare kerken den Heere naar zijn Woord willen dienen, en overeenkomstig onze Formulieren van Eenigheid (met name art. 27, 28 en 29 onzer Ned. Geloofsbelijdenis) ih leer, dienst en tucht tot de gehoorzaamzaamheid des gelobfs zijn wedergekeerd. 4e. dat zij des verlangd, bereid is haren naam van Chr. Ger. Kerken, in vereeniging met de Neder. Ger. Kerken (Dol.) te veranderen in dien van Nederl. Chr. Geref. Kerken,

5e. dat de inrichtingen, waar hare toekomstige leeraren worden opgeleid — hetzij Theol. School, Theol. Faculteit of hoe ook geheeten — onder toezicht der vereenigde kerken moeten staan. Ook de benoemingen van hoogleeraren, het proclameeren tot candidaat en het beroepbaar stellen verblijven aan deze kerken. 6e. dat het reglement van 1869 wijziging behoeft, of — ter wille van de vereeniging — zoo mogelijk door een plaatselijk vervangen worde.

7. dat deze of andere voorstellen, die de vereeniging betreffen en de goedkeuring verwerven, zullen verzonden worden naar de Kerkeraden, Classes en Prov. Synoden om bericht en advies, terwijl de eindbeslissing eerst later genomen worde door eene Synode, expresselijk voor dat doel samengeroepen. {Zeeland)

h. De Prov. Synode verklaart met betrekking tot de vereeniging van de kerken in doleantie en de Chr. Geref. kerk in Nederland het volgende :

Ie. dat het naar den Woorde Gods de roeping is van de geloovigen, welke éénzelfde belijdenis, liturgie en kerkregeering hebben, om zich in het midden der wereld als één licht te openbaren.

2e. dat zij dientengevolge tot de vereeniging met de kerken in doleantie bereid is. 3 e. dat het echter, zal die vereeniging werkelijkheid worden, noodzakelijk is van de zijde der Doleerenden 'te ontvangen de duidelijke verklaring:

Primo : dat ook zij (de Doleerenden) in gehoorzaamheid aan 's Heeren Woord en in overeenstemming met art. 27—29 onzer Belijdenis, met het Nederl. Hervormd Kerkgenootschap, zooals het sedert 1816 met zijne organisatie, besturen en reglementen bestaat, volkomen gebroken hebben;

Secundo: dat zij mitsdien niemand tot lid hunner kerken rekenen, die niet evenzeer de facto met dat genootschap gebroken heeft; Tertio: dat zij de afscheiding van gemeld genootschap, zooals ze in 1834 plaats had, erkennen als geschied te zijn in gehoorzaamheid aan en in overeenstemming met Gods Woord en daarmede ook de plaatselijke gemeenten der Chr. Geref. Kerk als wettige openbaringen van het lichaam Christi.

4e. dat het Reglement van 1869 ter wille van de doleerende Broeders kan worden opgeheven of gewijzigd en plaatselijk gemaakt, indien er althans eene regeling kan worden verkregen, die de kerkelijke goederen onzer gemeenten niet in gevaar brengt, en die voor de toekomst het bezit dier goe • deren op zulke wijze aan de Gereformeerde Belijdenis verbindt, dat in geval van scheuring dat deel der gemeente eigenaar blijft, dat volgens de wettige verklaring der meerdere kerkelijke vergaderingen, t. w. classis, prov. vergadering en algemeene synode» als Gereformeerde Gemeente erkend blijft.

5e. dat zij voor de opleiding tot den dienst des Woords een nauw verband noodzakelijk acht tusschen de Theol. School of Theol. Faculteit met de Gereformeerde Kerken, in overeenstemming met hetgeen in de i6ste Sessie der Synode van 1618/19 is bepaald. 6e. dat de regeling der plaatselijke toestanden aan de vrijheid der kerken moet worden overgelaten.

7e. dat op de Synode te Assen nog niet definitief moet worden besloten, maar dat de voorstellen, voorwaarden en gronden, aldaar geformuleerd, ter fine van onderzoek en bespreking behooren gerenvoieerd te worden naar de Kerkeraden, Classes en Provinciale Synoden, omdat de voorstellen, die van de zijde der Kerken in Doleantie zullen worden gedaan, nog niet bekend zijn en alzoo op de mindere Vergaderingen nog niet behandeld konden worden.

8e. dat over den naam, onder welken de alsdan vereenigde Kerken bij de Regeering zullen bekend staan, door de eerste Generale Synode der vereenigde kerken moet worden beslist.

{Zuid-Holland)

I. De vereeniging der geloovigen of belijders van de Geref. leer in ons Vaderland is gewenscht en door God gewild, gelijk dat reeds door vroegere Synoden onzer Kerk is uitgesproken.

De Synode wijze den weg of geve de middelen aan, waardoor deze vereeniging met de Ned. Geref, (dol.) in het bijzonder door de plaatselijke gemeenten kan getroffen worden op grond van art. 28 en 29. der confessie. Waaruit dan volgen zou:

10. dat niet slechts de besturen, maar de Ned. Herv. Kerk of het Genootschap in zijn tegenwoordig bestaan als valsche kerk verklaard en verlaten moet worden;

20. dat de geloovigen geen ambtelijke maar een missionaire roeping hebben tot de massa; 30. dat, naardien de uitgang of reformatie van 1834 wordt erkend, men geen doleerende kerk formeere waar een Christelijke Gereformeerde gemeente bestaat;

40. dat het beheer der goederen en de noodige rechtspersoonlijkheid, volgens Gods Woord en de Geschiedenis, bij den Kerkeraad beruste en alzoo de «Kerkelijke Kas" als burgerlijke vereeniging geleidelijk worde opgeheven:

50. dat de vereeniging zich niets slechts beperke tot de hoogere vergaderingen, maar ook door de gemeenten tot stand worde gebracht.

{Utrecht)

f. De Prov. vergadering kan zich niet eerder definitief verklaren over een andere rechtsverhouding onzer kerk tot den staat, voer en aleer door de Synode een betere verhouding worde voorgedragen, dan die van thans, en zij hoopt, voorts, dat de Synode een weg kunne aanwijzen, om de bezwaren, die in zake de vereeniging met de Doleerende Kerken geopperd zijn, uit den weg te ruimen.

{Friesland, )

VERZOEKEN.

PROTESTEN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's

Agenda voor de Synode

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's