Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„En de booze geest week.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En de booze geest week.”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het geschiedde, als de geest Gods over Saul was, zoo nam David de harp, en hij speelde met zijne hand: dat was voor Saul eene verademing, en het werd beter met hem, en de booze geest week van hem. I Sam. i6 : 23.

Saul stond, na zijn afval van Jehova, bloot aan vreeselijke bangheden.

Bij lijden voer een »booze geest"-in hem. Die »booze geest" overkwam hem als straf over zijn vergetelheid van Gods eere. God zond dien »boozen geest" op hem. Het was de sterke hand van dien Heere der heirscharen, dien hij verworpen had, die in dezen »boozen geest" hem aangreep en ontstelde.

En dan was het hem bang. Verschrikking sloeg op zgn ontrust gemoed. Hij wist niet waar het te vinden. En tot God zijn toevlucht nemen kon Saul niet meer. Hij had zijn God verlaten.

Toen riep Saul in die doodelijke angsten David; want de roep van Davids harpspel was tot aan 's konings hof doorgedrongen.

En David kwam; en David speelde op zijn harp; en dat harpspel van David, zoo zegt de Schrift ons, »was voor Saul een verademing, en het werd beter met hem, en de booze geest week.”

Of David dan psalmen op zijn harp zong ? Stellig niet, want er staat uitdrukkelijk bij, dat David speelde met zijn hand.

Alleen het spel der tonen deed het dus. En wat den »boozen geest" tot wijken dwong, was het roerende en aangrijpende van Davids harpmuziek.

Niet voor alle muziek wijkt de demon uit ons hart. Eer integendeel is er een stroom van onheilige muziek, met welks golfslag de demonen in het hart van den verleiden mensch glijden.

Maar zoo was Davids harpspel niet.

In Davids spel klonken heilige tonen. En de macht en het schoon en het zoet in die heilige tonen was voor den boozen geest te veel. Dat kon de booze geest niet uithouden.

Daar week hij voor.

Is David, die zijn harpspel voor het ontstelde oor van Saul speelt, en door dat spel aan zijn ziel verademing geeft, niet een beeld van wat ook nu nog telkens in Gods kerke plaats grijpt?

Neen, de booze geesten zijn de wereld nog niet uit; en telkens hoort ge nog van een onthutste ziel, wie het zoo bang en zoo angstig te moede wierd. En ook al klom het bij u niet tot dat uiterste der zielsbenauwdheid, toch zijn het niet anders dan »booze geesten", uit Satan of uit de wereld in ons' gevaren, die ook ons gemoed nog zoo dikwijls onheilig stemmen en voorboden in ons zijn van een zonde die rijpt.

Wij hebben, zegt de heilige apostel, den strijd niet met vleesch en bloed, maar »met de geestelijke boosheden." En, om wel te doenuukomen, dat hij daarmee niet de booze opwellingen van ons eigen hart bedoelt, voegt hij er bij : »met de geestelijke boosheden in de lucht", als om duidelijk te zeggen, dat ze van buiten op ons inwerken.

En wat middel is dan in uw hand gesteld, om dien boozen geest verre te houden?

Zult ge dan een kruis slaan? Zult ge dan tot bijgeloof de toevlucht nemen ? Of zult ge lijdelijk den boozen geest zijn onheilig werk laten afwerken ?

Neen, zeggen we u, maar roep dan David, den koninklijken harpzanger tot u. Laat David dan voor u, als eens voor Saul, op de harp spelen, en uw ziel zal verademing hebben!

Een kind van God verstaat, wat we daarmee zeggen willen.

Geen man leeft op aarde nog nadat hij ge • storven is, zooals David nog onder 's Heeren volk leeft door zijn koninklijke harpzangen. Negen en twintig eeuwen zijn straks over Davids graf heengegaan, en nog steeds breidt zich de kring van millioenen en millioenen uit, wier ziel bij dagen en bij nachten door Davids psalmen verkwikt wordt.

Bijna geen kind des Heeren is er, in wat land van Europa, van Amerika of Afrika ook, of bijna eiken dag is een dier psalmen zijn spijze. Met die psalmen is Gods volk als saamgegroeid. Die psalmen kent ge beter dan uw eigen nationale zangen. En nu nog, na zulk een tal van eeuwen, zijn nog altoos die oude psalmen Davids u nieuw en frisch.

Er schittert zoo goddelijke poëzie in.

Poëzie, die nimmer veroudert. En als een vader in Christus voor de honderdste maal zijn psalmen opnieaw doorgaat, is al het gras hem nog groen.

Zoo leeft David ook nu nog onder Gods volk. En hij zal onder 's Heeren volk blijven leven totdat Christus wederkomt op de wolken.

En in dien zin nu, zeggen we, als u evenals Saul een booze geest overkomt, roep David dan, en laat David dan op zijn harp voor u spelen.

Een psalm van David saam met anderen of alleen gezongen, of ook waar overluid zingen niet gaat, stil in de ziel voor God gezongen, en ge zult zien, dat de booze geesten het niet bij u uit kunnen houden.

Voor Davids harpspel in de ziel wijkt ook nu nog de booze geest weg.

Maar dan moet ge in die psalmen Davids ook thuis zijn. Ze tot uw beschikking hebben. Ze vanbuiten kennen. Er in leven. Er mee zijn saamgegroeid in uw ziel.

Reeds Calvijn wees er op, dat goed zingen van een psalm niet gaat, tenzij die psalm uw eigendom is geworden, en ge dien zingen kunt als sproot hij u zelf uit de ziel.

Daarom leerde men oudtijds psalm na psalm vanbuiten. Men onderwees er zijn kinderen in. Men zong ze altoos weer. En een geslacht heeft eens in ons goede vaderland geleefd, dat bijna alle meer bekende psalmen in het hoofd en in het hart had.

Keere die goede toestand weer.

Denk toch niet, dat uw kinderen elk vers begrijpen moeten eer ze het keren zullen. De jonge jeugd is voor het geheugen werk, het inleven en begrijpen. komt met de jaren. En wilt ge u het opkomend geslacht, wilt ge aan uw eigen kinderen, een wapen tegen den boozen geest meê in het leven geven, o, vaders en moeders, laat dan van uw psalmen niet af, maar prent ze uw kinderen in het geheugen, opdat ze straks in den strijd dés levens, den gevulden pijlkoker bij zich hebben, om den booze te verdrijven.

Die psalmen, en zoo het kan, orgelspel er bij, opdat de melodie de macht dier psalmen nog dieper in uw ziel doe doordringen, — dat is het waar elk Christelijk gezin van leven moet, en waar de vergadering der geloovigen zich het hart aan moet sterken.

Satan is bang voor Davids psalmen, en heeft ze daarom uit tal van kerken reeds ganschelijk verbannen. Eerst liedekens er naast. Dan liedekens alleen. En zoo is bijna in alle kerken Christi David met zijn psalmen reeds buiten de kerkdeur gezet en is de booze geest er ingekomen.

Alleen in ons vaderland bleef David rog in de kerk.

Blijve dat zoo.

Met den koninklijken harpspeler zijn we voor de aanvallen van den boozen geest veilig.

Het is zulk een schat dien God in dien psalmbundel aan zijn volk heeft geschonken.

Laat, o volk des Heeren in Nederland, dien schat, ook voor uw kinderen niet ongebruikt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1888

De Heraut | 4 Pagina's

„En de booze geest week.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1888

De Heraut | 4 Pagina's