Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

We deelen thans den

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We deelen thans den

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

de Concept-acte van ineensmelting, éit door de Deputaten der beiderzijdsche Synoden ontworpen, en door elke groep Deputaten aan de Synode die hen committeerde, voorgelegd en aanbevolen is.

Deze Concept-acte luidt aldus:

De Gereformeerde Kerken dezer landen, saamvergaderd in de beide Synodale vergaderingen, die dit jaar in de maanden Juni en Augustus te Ulrecht en te Assen zitting hielden : de ééne bekend als »de Algemeene Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk", en die te Utrecht als »voorloopige Synodevan Nederduitsche Gereformeerde Kerken";

over en weder de verzekering gegeven en ontvangen hebbende, dat zij niet anders bedoelen, dan om, in gebondenheid aan Gods heilig Woord, te blijven bij de Formulieren van Eenigheid, de Liturgie en de Kerkenordening, gelijk die door de Gereformeerde Kerken dezer landen het laatst op hare Synode van Dordrecht, gehouden in de jaren i6i8/rg, zijn vastgesteld ;

staande in de overtuiging dat kerken, die alzoo (en dat wel krachtens gemeenschappelijken historischen oorsprong) in Belijdenis, Liturgie en Kerkenordening (en ook in taal) overeenkomen, van 's Heerenwege geroepen zijn tot openbaring van haar eenheid die in Christus Jezus, haar heerlijk Hoofd, is, door een gezamenlijk optreden tegenover de wereld, door betooning van Christelijke liefde in het toezien op elkander, en door het dragen van elkanders lasten ;

oordeelende, dat een gedeeld leven van Kerken, die saamhooren, beider gezonde ontwikkeling verzwakt, kracht verspillen doet, allerlei geestelijke schade met zich brengt, den invloed dier Kerken op Staat en Maatschappij breekt, en zoo licht aanleiding wordt tot lastering van den Naam des Heeren; en des verzekerd, dat alle hereeniging dezer Kerken, als door Gods Woord geëischt, vloeien moet uit de Voorbede van den Middelaar, en tot doel moet hebben nauwer vereeniging met den Heere onzen God;

zijn te rade geworden met Gods hulpe aan haar gedeeld leven een einde te maken, door een saamkomen in gemeenschappelijke meerdere vergaderingen voor te bereideni

Te dien einde verklaren zij :

1. elk voor zich geen andere bedoeling te hebben gehad, noch te hebben dan om de Gereformeerde Kerken dezer landen, die, door de zonden onzer vaderen en onze eigen schuld, allengs van haar glans beroofd en verbasterd waren, onder 's Heeren genade wederom tot openbaring naar den Woorde Gods te brengen; 2. over en weder te erkennen, dat in het herstel der Gereformeerde Kerken, inzooverre zulks een vrucht was van de bekende gebeurtenissen uit de jaren 1834'en 1886 (ondanks eigen schuld en zonde en in weerwil van veel gebrekkigs, dat menschenhand er in mengde) eeniglijk te verheerlijken is de ontferming, de macht en de trouwe onzes Gods. Op grond waarvan zij. God dankende voor de, genade èn in 1834 èn in 1886 aan de kerken onzer vaderen betoond, niet aarzelen, over en weer de kerkformatiën, gelijk ze thans tengevolge van deze beide geestelijke opwekkingen in het leven traden, en als geformeerde kerken onder haar kerkeraden bestaan, te erkennen als wettige openbaringen van het Lichaam van Jezus Christus in deze landen ;

3 dat zij beiderzijds, in gehoorzaamheid aan Gods Woord en ter voldoening aan den eisch van art 27 en v.v, onzer Belijdenis, eiken band tusschen zich en het Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap, gelijk dit sedert 1816 optrad en nog in zijn organisatie krachtens zijn besturen en reglementen voortbestaat, voor eens en voor altoos, en alzoo finaal verbroken hebben; 4. dat er, bij beider gemeenschappelijken oorsprong uit de Gereformeerde kerken onzer vaderen, bij beider onvoorwaardelijk breken met het Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap, en bij beider gelijke bedoeling wat Bijlijdenis, Liturgie en Kerkenordening aangaat, nochtans een onmiskenbaar onderscheid bestaat in de wijze, waarop zij tot reformatie van de verbasterde kerken gekomen zijn. Een onderscheid dat wel hoofdzakelijk voortspruit uit den onderscheiden loop der historische gebeurtenissen in 1834 en 1886, maar toch ook zeker verschil van zienswijze insluit ten opzichte van de beste wegen, om bij zoo diep gezonken toestand der kerk tot reformatie over te gaan; welk verschil zij niet wenschen te verbloemen, maar duidelijk te constateeren. Echter onder de bijvoeging, dat zij over en weder, voor wat het wezen der zaak aangaat, het breken met bovengenoemd Kerkgenootschap èn in 1834 èn in 1886 stellen als in gehoorzaamheid aan Gods Woord te zijn geschied. En in elk geval oordeelende, dat beider uiteenloopende zienswijze over den modus quo te rekenen is tot die dingen, die men in elkander dragen zal, en die nimmer vrijheid kunnen schenken, om of de eenheid der kerken te verscheuren of haar weer saamsmelten te verhinderen.

En het is in gebondenheid aan deze verklaring (die zij zonder achterhoudendheid en in oprechtheid als voor het aangezicht van den Kenner der harten afleggen) dat zij het herstel van de Kerkelijke eenheid wenschen te beproeven, op deze navolgende grondslagen:1. Door elk der beide Synoden worden drie Deputaten benoemd en gevolmachtigd, om, met drie evenzoo gevolmachtigde Deputaten der andere Synode, de saamvoeging der kerken in Classen, gelijk die dusver over en weder bestaat, voorloopig in dier voege te herzien, dat men zich bij de eerstvolgende Classicale samenkomsten beiderzijds houden kunne aan eenzelfde indeeling.

2. Op een door beide Synoden te bepalen dag, uur en plaats wordt door een kerk, daartoe door de sub. i». genoemde Deputaten voor elke Ciasse aan te wijzen, de eerste samenkomst van alle Kerken in deze Classen saamgeroepen, en voorts op'deze saarakomsten gehandeld overeenkomstig de bepalingen der kerkenordening.

3. Tot étie Classicale vergaderingen zullen (immers met behoorlijke credentiebrieven) worden toegelaten de afgevaardigden van alle Kerken, die dit accoord zullen hebben aangenomen ; met dien verstande, dat elke Kerk de eerste maal afvaardige naar den maatstaf en de wijze, waarop dit dusver door haar, met goedvinden harer Classis, is geschied.

4 Alvorens de afgevaardigden dezer Kerken tot de behandeling van zaken met keurstera zullen worden toegelaten, zullen zij deze eerste maal, door onderteekening met eigen hand, hun hartelijke instemming met de Drie Formulieren van Eenigheid getuigen, en hebben zij voorts namens hunne Kerken schriftelijk deze navolgende drieledige verklaring in te dienen:

ten eerste, dat door haar aan niemand toegang tot het H. Avondmaal vergund wordt, noch zal worden, dan nadat gebleken is van zijn instemming met de Belijdenis der Kerken, van zijn Christelijken wandel, en van zijn bereidvaardigheid, om zich te onderwerpen aan de Kerkelijke Discipline; dat omgekeerd niemand, wiens belijdenis en wandel onberispelijk en van wiens onderwerping aan de Tucht der Kerken gebleken is, door haar van het H.

Avondmaal wordt geweerd ; en dat de Kerkelijke discipline door haar trouwelijk zal worden aangewend; om ook voortaan de heiligheden van 's Heeren huis heilig te houden en de dwalenden te bekreren van hun weg;

ten tweede, wat aangaat den H. Doop zullen zij beiderzijds zich onthouden van herdoop en alzoo als gedoopt beschouwen een ieder van wien blijkt, dat hij in den naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes, bij een acte die Doop bedoelde te zijn, en door een in zijn kring daarvoor als bevoegd erkend persoon, met water besprengd of in water ondergedonipeld zij,

en ten derde, zullen de kerken beiderzijds al haar krachten inspannen, om, met Gods ge nadige hulpe, die nakomelingen van de Kerken' i onzer vaderen, die dusver nog volharden in hun dwaalweg, tot weeraankleven der zuivere belijdenis of tot een beter beleven van deze belijdenis, en alzoo tot openlijke aansluiting aan de gezuiverde kerkformatie door erkenning van haar ambtelijke werkzaamheid te bewegen. Hetwelk insluit, dat zij bij het afgeven van attestation nimmer oorzaak mogen worden, dat vertrekkende personen, die van onder de Synodale Hiërarchie waren uitgekomen, er weer onder zouden raken.

5. Ten einde het samenkomen in de meerdere vergaderingen geen looze schijn, maar volle werkelijkheid zij, zullen alle parüculiere kerken, die dusver in eigen kring classicaal saamkwamen, zich voortaan van deze vergaderingen in eigen kring onthouden, en de banden losmaken, die haar dusver hiertoe van rechtswege noopten.

6. De Classicale, Provinciale en Generale vergaderingen, die aldus uitsluitend op grond van de Kerkenordening van 1618/19 zullen samenkomen, voeren den naam van Classicale vergaderingen, Particuliere Synoden en Generale Synode van Gereformeerde kerken in Nederland.

7. Wat aangaat de verhouding van de ker­

ken tot de Overheid; zoo wordt elke particuliere kerk hierin geheel vrijgelaten, en heeft zij alleen zorg te dragen, dat zij het beginsel van de onafhankelijkheid der Kerk niet prijsgeve; te dezen niet met eenige andere kerk gemeenschappelgk, maar alleen uit eigen hoofde handele; en geen bedingen aanga, waardoor de vrije samenwerking met de overige particuliere kerken zou worden afgesneden of belemmerd.

8. Het bestaan van twee kerkformatiën in eenzelfde stad of dorp, hoezeer ook beiderzijds in beginsel als niet normaal beschouwd, zal men om den nood der tijden dragen, God biddende, dat door zijn genade wegen mogen geopend worden, om ook deze onregelmatigheid ten leste te doen ophouden.

In afwachting waarvan beider kerkeraden hun goeden wil, om nu reeds zooveel mogelijk deze breuk toe te dekken, zullen betoonen: i". door ter sterking van de kerkelijke discipline niemand tot het H, Avondmaal toe te laten, die ter oorzake van belijdenis of wandel door den anderen kerkeraad in kerkelijke behandeling is genomen ; 2", door over en weder elkanders leden tot het H. Avondmaal toe te laten ; 3*. door de regeling van de openbare vergaderingen der geloovigen Zooveel mogelijk met gemeenschappelijk overleg te doen plaatshebben ; 4". door ter onderhouding van corresjondentie desverkiezend, over en weder een jroeder naar elkanders vergaderingen af te vaardigen ; =; ", door tegenover derden in alle zaken, rakende den eeredienst of de Gereformeerde belijdenis, gemeenschappelijk op te treden; en 6", door de aankondiging van den tijd en de plaats der dusgenaamde openbare Godsdienstoefeningen, zoodra mogelijk, gemeenschappelijk te doen plaatshebben.

9. Waar plaatselijk de neiging ontstaat, om in ^nog nauwer verband, ook wat de formatie der kerken betreft, te treden, zullen beide kerkeraden dit (altoos met advies der Classis) bij manier van contract doen, in zulk een voege en wijze, dat het eigendom en beheer van elks goed blijve gelijk het is, en ook de ééne niet te maken hebben met de verantwoording voor het goed des anderen, maar dat voor de Bediening des Woords en der Sacramenten, alsmede voor de kerkelijke discipline, de beide Kerkeraden eene combinatie vormen. Een proeve van zulk een contract wordt hierbij gevoegd. Zie Bijlage Een.

10. In zake de Kerkelijke goederen, de Diaconiegoederen en Scholen blijft elke particuliere kerk vrij, om deze te bezitten en te beheeren, op de wijze gelijk zij meenen zal dat zulks behoort. Echter zijn alle kerken gehouden aan de Classis mededeeling te doen van alle berichten die zij aan de Overheid inzenden en van alle transactiën of regelingen, die te dezen met de Overheid worden gemaakt.

11. De goederen, dieeenige groep van kerken dusver gemeenschappelijk bezat, gelijk met name de fondsen en gebouwen, die het eigendom zijn van de »Christelijk Gereformeerde Kerk", blijven geheel ter beschikking van het Doel, van de Kerk of van de Deputaten, die de Synode van deze groep in haar laatste afzonderlijke samenkomst daarvoor zal aanwijzen, In geen geval mogen de kerken der andere groep zich hierin mengen.

12. De meerdere vergaderingen, in Art, 6 genoemd, als bestaande uit kerken van beiderlei formatie, onthouden zich, als zoodanig, van elke inmenging in het optreden van een kerkeraad nevens den bestaanden, in plaatsen, waar reeds een kerkeraad van de Christelijke Gereformeerde of Nederduitsch Gereformeerde formatie aanwezig is.

13. Indien zich bij eene der Classes, na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, uit eene plaats, was reeds een der beide thans contracteerende formatiën bestond, een kerkeraad mocht aanmelden, met verzoek om in het thans geformeerde kerkverband te worden opgenomen, zal door de Classis aan dit verzoek dan alleen voldaan worden, wanneer blijkt: ". dat deze kerkeraad in Belijdenis, Liturgie en Kerkenordening met de thans contracteerende kerken geheel overeenstemt; 2", dat deze kerkeraad bereid is, volgens bij deze overeenkomst gevoegd concept, terstond een combinatie aan te gaan met den te dier plaatse reeds bestaanden kerkeraad:3". dat geene personen in dezen kerkeraad zitting hebben of tot zijne formatie hebben medegewerkt, die voorheen onder den te dier plaatse aanwezigen kerkeraad, welke reeds in dit kerkverband was opgenomen, tot het H, Avondmaal waren toegelaten.

14. De gezamenlijke Kerken zullen een theologische School of theologisch Seminarium hebben. Bijaldien door de laatste Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk de bestaande theologische School te Kampen aan de vereenigde Kerken mocht worden overgedragen, zal deze als zoodanig gelden. Deze school of dit Seminarium zal desvereischt geheel in de opleiding van de aanstaande Dienaren des Woords moeten voorzien. Indien echter door de Directie van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag zulk een regeling wordt aangeboden, waarbij aan de Synode van de gezamenlijke Kerken behoorlijk medezeggenschap in de benoeming, de eventueele schorsing en het ontslag van de theologische professoren, en toezicht op het te geven onderwijs wordt verzekerd, en op grond hiervan een overeenkomst gesloten wordt, zal het Kerkelijk Seminarium uitsluitend voor de practische opleiding strekken en gevestigd worden te Amsterdam, De benoeming, de eventueele schorsing en het ontslag van de Hoogleeraren aan dit Seminarium zal aan de Synode staan; maar in elk geval zullen de Docenten, aan de thans bestaande Theologische School te Kampen verbonden, daarbij worden overgeplaatst, met volle behoud van hun honoraria, onder toevoeging van zulk een verhooging als uit den duurderen levensstandaard te Amsterdam dan te Kampen voortvloeit.

Hoogleeraren die, aan dit Seminarium ver: bonden, tevens door de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag als gewoon hoogleeraar worden aangesteld, dienen, voorzooveel zij tegelijk hoogleeraren aan het Seminarium blijven, de Kerken kosteloos,

Aan dcje Concept-acte was toegevoegd een Concept-overeenkomst voor combinatie van twee kerkeraden in een zelfde stad of dorp, die aldus luidde:

CONCEPT-OVEREENKOMST

VAN

COMBINATIE.

De Kerkeraad der Christelijke Gereformeerde erk te , die bij missive van

aan Z. M. den Koning kennis heeft gegeven van haar bestaan als zelfstandig Kerkgenootschap eenerzijds, en

de Kerkeraad der Ned. Gereformeerde Kerk, die bij missive d d ter kennisse van

Z. M. den Koning bracht, dat zij de Synodale Organisatie van 1816 voor wat heur aangaat buiten werking heeft gesteld en de Kerkenordening van 1619 weder kracht heeft doen erlangen, anderzijds;

Overwegende, dat de vergadering der geloovigen, m wier midden het ambt door hun Dienaren, • Ouderlingen en Diakenen in naam des Heeren 1 bediend wordt, beiderzijds eenstemmig is in de belijdenis der Drie Formulieren van Eenigheid, het gebruik der Liturgie en het leven naar de Kerkenordening, alles vastgesteld in de Synode Nationaal, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618/19: en het hoog belang inziende om ook in de ambtelijke bediening te dezer plaatse, zooveel mogelijk saam en in overleg te handelen :

hebben, in afwachting van de goedkeuring der Classis, waaronder zij beide ressorteeren, besloten, voorzoover de geestelijke aangelegenheden van hun ambtelijke bediening betreft, een Combinatie aan te gaan; achtende beide daardoor nader te komen aan Art. 37 van de beiderzijds aanvaarde Kerkenordening en zulks onder inwachting van de genade des Heeren, die te zijner tijd een nog nauwere ineensmeiting geven kan;

en hebben diensvolgens benoemd en gevolmachtigd de Kerkeraad ter eenre de Br.....

en de kerkeraad ter andere de Br.

die, na aanroeping van den Naam des Heeren, overeen zijn gekomen als volgt:

1. De goederen, die aan elk der gecombineerde Kerken toekomen, blijven onvermengd en onder eigen beheer. De bezoldiging der door elke Kerk voor haarzelve beroepen Dienaren, Godsdienstondervvijzeri enz. wordt door eiken Kerkeraad zelfstandig bepaald en ge kweten. De bezittingen en inkomsten der Diaconie blijven evenals de Diaconale verzorging gescheiden. Het recht op het gebruik van gebouwen voor de saamvergadering der geloovigen, dat aan een van de jeide Kerkeraden toekomt, wordt voor den duur van deze overeenkomst afgestaan aan den gecombineerden Kerkeraad ; altoos met inachtneming van Art. 7.

2. De Kerkeraad ter eenre zorgt voor de samenstelling van zijn eigen College, gelijk het meent dit te moeten doen en de Kerkeraad ter andere desgelijks. Alvorens echter de gekozenen aan de gemeente voor te stellen, doet hij mededeeling van de gedane keuze in den gecombineerden Kerkeraad, om te ver-• nemen of er ook bedenkingen tegen belijdenis of wandel bestaan. Het getal leden van den Kerkeraad ter eenre is voor de combinatie vastgesteld op ... . Dienaren, .... Ouderlingen .... Armverzorgers, en van den Kerkeraad ter andere op ... . Dienaren Ouderlingen, . . . Armverzorgers.

Wijziging in deze getallen kan niet gemaakt dan met wederzijdsch goedvinden.

Zoolang beide Kerken samen slechts één Dienaar bezitten, zal de in Art. 4 der Kerken ordening bedoelde Kerkeraad de gecombi neerde zijn, en door hem bepaald worden, welk aandeel in zijne bezoldiging door elk der gecombineerde Kerken zal worden gekweten.

Waar twee Dienaren zijn, zal elke Kerk haar eigen Dienaar beroepen en bezoldigen.

Waar meerdere Dienaren zijn, zal elke Ker keraad beroepen, dien hij zelf bezoldigt, en de gecombineerde Kerkeraad beroepen, wie gecombineerd bezoldigd wordt.

3. Met name de Bediening des W'oords, de bediening der Sacramenten en de uitoefening van de kerkelijke discipline met al den aankleve van dien brengt de Kerkeraad ter eenre en de Kerkeraad ter andere over in den gecombineerden Kerkeraad.

4. Na het intreden der combinatie zullen de afzonderlijke Kerkeraden in hun vergadering zich bepalen tot i". hetgeen hun verhouding tot de Overheid betreft:2°. hetgeen de samenstelling van hun college aangaat; 3». hetgeen de geldelijke aangelegenheden raakt van Kerk en van Diaconie, alsmede de voor elke kerk afzonderlijk te houden collecten; 4°. hetgeen betreft de overboeking op hun bijzondere boeken van Doopen, van toelating tot het H. Avondmaal en van kerkelijke Discipline; en 5°. geschillen over de uitlegging en voorstellen in zake wijziging van deze overeenkomst. Alle overige werkzaamheden oefenen zij gecombineerd uit, met dien verstande, dat de besluiten van den gecombineerden Kerkeraad geacht worden volle geldigheid te hebben voor eiken Kerkeraad afzonderlijk, als waren ze door eiken Kerkeraad zelven genomen.

5. Deze gecombineerde Kerkeraad is saamgesteld uit al de afzonderlijke leden van de beide Kerkeraden saam, met dien verstande, dat de leden van den eenen Kerkeraad met die van den anderen volkomen gelijke rechten hebben.

Hun dienstjaren rekenen daarbij naar de dienstjaren, die zij elk in hun eigen Kerkeraad hadden. De kosten van dezen gecombineerden Kerkeraad worden pondspondsgewijze pro rato van het aantal leden door de beide afzonderlijke Kerkeraden gekweten.

6. De gecombineerde Kerkeraad teekent in zijn Doop-en Avondmaalsboek aan, onder welken bijzonderen Kerkeraad een iegelijk wenscht gerekend te worden of wcnscht, dat zijn kind als gedoopt zal worden geboekt.

Overschrijving van het eene op het andere boek staat vrij, mits onder bewilliging van wederzijdsche Kerkeraden. Bij weigering van een der Kerkeraden kan belanghebbende zijn verzoek voor de meerdere vergaderingen brengen, wier uitspraak alsdan beslist.

.7-De gecombineerde Kerkeraad gedraagt zich bij de regeling van de Openbare gods-dienstoefeningen nnen voor wat de rondprediking in de onderscheidene gebouwen betreft, naar den wensch der afzonderlijke Kerkeraden.

Verlangt een der beide Kerkeraden, dat de door hem bezoldigde Dienaren uitsluitend optreden in de gebouwen, waarvan het recht van gebruik door hem in de combinatie is gebracht, zoo wordt hieraan voldaan.

in i. Indien de gecombineerde Kerkeraad er slaagt om ook de beide Diaconale vergaderingen tot een gecombineerde Diaconie te yereenigen, zullen de collecten voor de Armen in alle godsdienstoefeningen gesteld worden in de handen van dit gecombineerde college. Zoolang beide Diaconieën buiten combinatie blijven, zal elke Diaconie collecteeren in de kerkgebouwen, waarvan het gebruiksrecht oorspronkelijk aan haar Kerkeraad toekomt, en zorgen voor de armen, die op het boek van 1 dezen Kerkeraad staani

9. De collecten voor den Eeredienst, en wat hiermede samenhangt, zullen in elk gebouw gehouden worden ten bate van het Bestuur, dat het gebruiksrecht van dat gebouw heefti Gebruikt men de gebouwen dooreen, dan zal het percentage wórden vastgesteld, dat aan elk dezer besturen uit de gezamen* lijke opbrengst toekomt.

10. Voor alle belangen, die elke Kerk afzonderlijk in eigen boezem heeft (scholen, processen, enz.) kan elke Kerkeraad afzonderlijk doen collecteeren in de kerkgebouwen, waarin hem het gebruiksrecht uit eigen hoofde toekomt. Voor belangen die niet plaatselijk zijn, wordt alleen volgens het besluit van den gecombineerden Kerkeraad gecollecteerd in alle godsdienstoefeningen, waarvoor hij zulks bepaalt, en het provenu door een commissievan zijnentwege in ontvangst genomen, uitgekeerd en verantwoord.

11. In elke commissie van den gecombineerden Kerkeraad moet minstens één lid uit eiken afzonderlijken Kerkeraad zitting hebben.

12. Van de bevoegdheid van den gecombineerden Kerkeraad is uitgesloten al wat aan de afzonderlijke Kerkeraden krachtens art. 3 verblijft.

13. Geschillen tusschen beide Kerkeraden, ontstaan over de bevoegdheid van den gecombineerden Kerkeraad of over de uitlegging van deze overeenkomst, worden voor de meerdere vergaderingen ter beslissing gebracht.

Aldus gedaan en krachtens volmacht vastgesteld te .... op den .... 188? om in werking te stellen .... 188?

De gevohnachtigden voornoemd, Een volgend maal komen we op deze beide stukken terug.

Men zal dan verder zijn, en reeds weten, of de poging tot hereeniging, die in deze Goiicepen belichaamd wierd, al dan niet tot het gewenschte resultaat mocht leiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 januari 1889

De Heraut | 4 Pagina's

We deelen thans den

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 januari 1889

De Heraut | 4 Pagina's