Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJVOEGSEL

, , De Heraut'' Van 27 Januari1889.

BEHOORENDE TOT

BEHOORENDE TOT

In de reeks „Mannen van bef redactie Dr. S. D. Pijzel, heeft JhW Mi: Wit-' sius H. de Savornin Lohman eene kleine levensschets van den Hoofdredacteur Tan onS week­

Als teeken des tijds verdient het wdatóeering, dat men in andere kringen ook eenigszins nota gaat nemen van wat er in de kringen der Calvinisten omgaat. En de heer Lohman heeft zijn taak dan ook zoo opgevat, dat er hier geen sprake kon zijn van eene biographic, maar' hoogstens van een welkome gelegenheid, om enkele leidende gedachten op universitair, kerkelijk en staatkundig gebied, die ook in breeder kring belangstelling konden wekken, iets breeder uiteen te zetten. Slechts deed het ons leed, dat de journalistiek geheel onopgemerkt weg-' school, daar o. i. juist de journalistiek in heï het leven van den geschetsten persoon een hoofdplaats innam.

Ook op de enkele historische data, die werden ingelascht, ga men niet te vast.

Bv. de woorden: „Daar, en te Middélburg, waarheen zijn vader in 1849 werd beroepen, bezocht hij de lagere school", zijn in tweeërlei opzicht onjuist. Ds. J. F. Kuyper (niet J; H.

Kuyper, gelijk voorafgaat) 'verliet Maassluis in 1840, niet in 1849, en ging in 1849 juist'naar Leiden. En oo'k van die lagere school isniets aan. Dr. At Kuyper.bezocht nooit een lagere school, maar ontving zijn eerste opleiding van zijn vader en moeder, welke laatste gouvernante was geweest, en als zoodanig geheel tot het geven van lager onderwijs bevoegd.

Dit sta hier, met in het riiinst om aanmerking te maken, maar wel ter voorkoming van de gevolgtrekking, alsof men op de bijzonderheden in deze schets altoos aan kon.

Voor ons publiek niet' onbelangrijk is misschien de korte téekening van een vroegeren kerkrechtelijken strijd te TJtrecht, dien deschrg ver in deze woorden teekent:

In de Hervormde kerk nl. heeft om de drie jaren persoonlijk en in dien tusschentijd schriftelijk in elke gemeente vanwege een commissie uit de Qassicale besturen een onderzoek plaats naaf den_ toestand der gemeenten, de geregelde opvolging en handhaving der kerkelijke besluiten en de ambtstrouw en Chnstelijken wandel der gemeenteleden.

Geschiedt dit onderzoek schriftelijk, dan worden in drie onderscheiden. tabellen vervat de betrekkelijke vragen door het Claèsicaal bestuur aan den kerkeraad gezonden.

Ook te Utrecht had dit 20 April 1868 plaatsgehad.

De kerkeraad aldaar evenwel meende deze' vragen, gedaan «namens eene Synode, met wiens waardigheidsbekleeders (hij) geene gemeenschap des geloofs en der belijdenis (had)" onbeantwoord te moeten laten.

Het Classicaal bestuur van Utrecht was daarmede iatusschen niet tevreden. Het bleef op antwoord aandringen, maar ontving den 8sten Juni opnieuw een weigering.

Door deze vasthoudendheid in vertwijfeling gebracht, zond het de'stukken aan het provinciaal kerkbestuur van Utrecht, dat den i4den September'twee leden uit zijn midden afvaardigde, niet slechts om naar den staat der Utrechtsche gemeente onderzoek te doen, maar ook om hen, die men als de leiders der beweging beschouwde, in het verhoor te nemen.

Doch de Utrechtsche kerkeraad bleef op haar stuk staan; dén 2ïsten September besloot hij die afgevaardigden niet te ontvangen, en in een uitvoerige me morie, kennelijk door Dr. Kuyper opgesteld, zette hij de reden daarvan uiteen.

De spanning nam hierdoor natuurlijk toe, en met belangstelling wachtten velen den afloop a(, toen de Synode besloot de moeielijkheden uit den weg te ruitnen.

Bij den Utrechtschen kerkeraad bestond slechts tegen de beantwoording van sommige der hem gedane vragen bezwaar. 'Omtrent de belijdenis, den wandel en de vervulling der ambtsplichten van kerkeraadsleden en predikanten wilde hij niet antwoorden; tegen beantwoording der overige vragen als van zui ver administratieven aard had hij niets.

De Synode besloot nu, dat alleen dan een onder zoek naar belijdenis en wandel zou 'worden ingesteld, als het veriangen daarnaar door een der leden des kerkeraads zou zijn te kennen gegeven; dientengevolge had elke kerkeraad, en dus ook de Utrechtsche, de gelegenheid, die vragen, die hij niet beantwoorden wilde onbeantwoord te laten Het schijnt dat men te Utrecht toen dan ook geen verdere moeilijkheden rneer heeft gehad; In de Synodale'Handelingen van 1069 tenminste, vinden wij slechts een kort verslag dezer zaak, aan het slot waarvan wij lezen: »Doch wij eindigen, na hier nog te hébben bijgevoegd, dat uit de later ingekomen verslagen van het kerkbestuur van Utrecht blijkt, dat te Utrecht de vragen gedaan bij de persoonlijke of schriftelijke kerkvisitatie, beantwoord waren en wij de uitdrukkelijke verklaring van genoemd kerkbestuur vinden dat de kerkeraad van Utrecht op den weg van gehoorzaamheid aan de kerkehjke verordeningen was teruggekeerd en dat het nu meende het gebeurde des voörgaanden jaars te mogen en te moeten voorbijzien."

Dr. Beets zei tot den geschetste in dje dagen: »Zoo moet ge de zaak niet aanvatten. Als ge' zoo iets beoogt, is uw' eerste roeping: to create an opinion" Welnu, in dien zin is sinds gehandeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's