Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verdaagde zittingen van de Voor-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verdaagde zittingen van de Voor-

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam., 25 Jan. 1889.

loopige Synode der Ned. Geref. kerken, die deze week ten einde liepen, werden hoofdzakelijk gehouden met het doel, om in beginsel de vcreeniging van deze kerken met de Christelijke Gereformeerde kerken tot stand te brengen. 1

Wel was de nu dagende Synode niet bevoegd ten deze definitief te beslissen; er was besloten, dat c q. de door haar voorioopig gesloten overeenkomst ter definitieve goedkeuring aan een tweede .samenkomst der kerken zou onderworpen worden; maar het voorioopig arresteeren van zulk een overeenkomst stond dan toch aan haar.

Ze had voor dit doel in Juni j.l. dan ook vijf Deputaten belast met de taak, om met eventueel door de Assensche Synode te benoemen Deputaten, een Concept-acte van ineensmelting in gereedheid te brengen, en in verdaagde zitting voor te leggen.

Doordien de Assensche Synode wel ook harerzijds Deputaten voor gelijk doel aanwees, maar deze bond aan besluiten, die aan de Utrechtsche Deputaten niet als grondslag van onderhandeling waren medegegeven, kon deze haar last niet worden uitgevoerd.

Toch hadden er tusschen de beiderzijds aangewezen Deputaten herhaaldelijk besprekingen plaats, en deze gaven aan beide groepen van Deputaten aanleiding, om op eigen verantwoordelijkheid elk bij haar respectieve Synode een rapport in te dienen, aanbiedende een gelijkluidende Conceptacte van ineensmelting.

De Deputaten der Utrechtsche Synode hadden deze Concept-acte eenparig aangenomen ; de Assensche met uitzondering v'an de heeren Beuker en Littooy, die zich wel met alle overige artikelen van dit Concept vereenigden, maar bezwaar bleven hebben, beiden tegen het nog steeds oprichten van kerkformatiën in plaatsen, waar reeds een kerkformatie hunnerzijds bestond, en bovendien Ds. Littooy nog tegen het prijsgeven van het absolute beginsel alsof de kerk zelve geheel in de opleiding van haar leeraren moest voorzien.

Deze Concept-acte nu, gelijk ze een vorig maal door ons wierd afgedrukt, is door de Utrechtsche Synode met eenparige stemmen in haar geheel goedgekeurd, en hiermee uitgesproken, dat zij bereid is, om in afwachting van de definitieve beslissing der kerken, deze acte als voorloopige overeenkomst te doen gelden met de Synode van Kampen.

Had dus ook de.Syijode van Kampen geheel in gelijken geest kunnen besluiten, dan zou deze voorloopige overeenkomst thans beiderzijds naar de Classes kunnen gezonden zijn; had in April reeds beiderzijds een tweede Synode kunnen saamkomen; en had nog vóór Juli de vcreeniging een feit kunnen zijn.

Dit liep echter eenigszins anders.

De Synode te Kampen toch nam wel de consideranten aan, en al wat voorts ter uitvoering van de gestelde praemissen was voorgeslagen, maar oordeelde bij meerderheid van stemmen, dat de kerken in Doleantie zich te verbinden hadden, om in plaatsen, waar reeds een Christelijke Gereformeerde kerk bestond, het opkomen van een andere kerkformatie, voor zooveel aan haar stond, te helden verhinderen; alsook dat de theologie in beginsel aan de kerk moest blijven.

Zij stelde daarom per telegraaf aan de Synode te Utrecht voor, art. 12—14 der Conceptacte aldus te lezen: Art. 12. Op plaatsen alwaar een kerkeraad van een der beide contracteerende formatiën bestaat, zal van weerszijden geen andere gemeente of kerkeraad naist of tegenover den bestaanden worden geformeerd.

Voorzoover daarentegen een kerkeraad, die tot dusver onder de Synodale Organisatie van 1816 bleef, bij kerkeraadsbesluit, in zijne meerderheid, tot de Kerkenordening van 1619 mocht terugkeeren, zal men, des verlangd, deze broederen in het nieuw formeeren van hun kerkelijk leven behulpzaam zijn.

Art. 13. In plaatsen, waaruit nog geen kerke • raad op de Classis vertegenwoordigd is, zullen de vereenigde kerken hare beste pogingen aanwenden om de geloovigen, die nog onder de Synodale Organisatie van 1816 zitten, het zij door hunnen kerkeraad hetzij door het ambt der geloovigen tot terugkeer naar de Kerkenordening van 1619 en tot aansluiting in het kerkverband dat op deze Kerkenorde gegrond is, te bewegen. In de keuze van de formatie (Scheiding of Doleantie) zullen deze kerken daarbij geheel vrij worden gelaten. Bij hare opneming in ons Kerkverband hebben ze te voldoen aan art. 4.

Art. 14. Indien zich na de vereeniging later nog een andere, hetzij reeds bestaande (als van Ledeboer e. a) hetzij buiten de vereenigde kerken om ontstaande kerkeraad, uit een plaats, die reeds door een kerkeraad op de Classis vertegenwoordigd is, mocht aanmelden, om in het thans geformeerde kerkverband te worden opgenomen, zal door de Classes aan dit verzoek dan alleen voldaan worden, wanneer blijkt: a. dat deze kerkeraad in belijdenis, liturgie en kerkenordening met de thans contracteerende kerken geheel overeenstemt; h. dat deze kerkeraad bereid is, volgens bij deze overeenkomst gevoegd concept, terstond eene combinatie aan te gaan met den te dier plaatse reeds bestaanden kerkeraad; c. dat geen personen in dezen kerkeraad zitting hebben of tot zijne formatie hebben medegewerkt, die voorheen onder den te dier plaatse aanwezigen kerkeraad tot het heilig Avondmaal waren toegelaten.

Indien de classis desalniettemin bezwaren mocht hebben om aan dit verzoek te voldoen, dan kan de zaak ter afdoening bij de particuliere, en zoo deze mocht weigeren, bij de generale Synode gebracht worden.

Art. 15-De gezamenlijke kerken zullen hare eigene theologische school hebben. Door die kerken kunnen echter ook candidaten van de Vrije Universiteit der Ver. voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag beroepen worden, indien deze Universiteit zich, — wat de theologische faculteit betreft, — onder toezicht dezer kerken stelt overeenkomstig A^ post-acta der Synode 1618 19.

De Synode te Utrecht, hierover beraadslagende, was van oordeel, dat aan de kerken te Kampen vergaderd, in zooverre ook op dit punt tegemoetkoming kon geschonken, als men bereid •wa.s3Xltofjicieele actie namens de kerken ten deze uit te sluiten, mits duidelijk wierd uitgesproken, dat aan niemands conscientie of woord dwang zou worden aangedaan, en derhalve de persoonlijke actie vrij bleef; alsook, dat beide kerkformatiën, buiten kerkelijk initiatief om ontstaan, op konden genomen in het kerkverband. En voor wat de school betrof, dat het beginsel niet mocht prijsgegeven, dat de theologie een weienschap v/as, die derhalve hsar eigenaardige plaats aan de Universitett vond, mits de kerken steeds voldoenden waarborg bezaten voor de wetenschappelijke opleiding van haar dienaren.

Zij zond diensvolgens naar Kampen per telegram bericht, dat zij bereid was de amendementen over te nemen, behoudens in de plaats „van weerszijden", in Art.

12 al. I, te lezen: „Noch door Kerkeraad noch door Classis." En verder met toevoeging van het volgende artikel: »Als Kerkeraad, in den zin van het vorig artikel, zal zich een Kerkeraad ook dan kunnen aanmelden, als zijn leden wel verkozen zijn en de benoeming tot het ambf hebben aangenomen, al is het ook, dat zij nog buiten de mogelijkheid verkeerden, om te voldoen aan alle bepalingen van Art. 22 en 38 der Kerkenordening"; terwijl het laatste artikel der Concept-acte dan blijven zou gelijk het was.

Doch tevens besloot zij, daar de telegraaf minder geschikt was, om haar toelichting over te brengen, en misverstand moest voorkomen, om twee leden harerzijds naar Kampen te committeeren, om mondeling de vereischte toelichting te geven.

Zij wezen hiertoe aan de broederen Dr. Van den Bergh en Dr Kuyper, die nog dienzelfden avond, in de Synode van Kampen toegelaten, zich van deze taak kweten; niet door zich in de discussiën van deze vergadering te mengen, noch ook door het houden van eenigszins op efïect berekende toespraak; maar door uitsluitend de strekking toe te lichten van hetgeen de Synode van Utrecht per telegram had voorgesteld.

Na hun vertrek heeft daarop de Synode van Kampen omstreeks 4 uren na middernacht over deze contra-amendementen beraadslaagd, en geoordeeld ze alsnog niet te kunnen aannemen.

De Synode van Utrecht, die Dinsdag daaraanvolgende weer saamkwam, verkeerde derhalve nu buiten de mogelijkheid, om voorshands in deze zaak eenigen stap te doen, en toen restte niet anders, dan om, vóór ze uiteenging, te verklaren, dat zij te allen tijde genegen en bereid bleef, op den grondslag van de Concept-acte, voor zoover die door de Synoden beiderzijds reeds aanvaard was, de onderhandeling voort te zetten, en benoemde de broederen Dr. Van den Bergh, Dr. Van Goor, Dr. Kuyper, Dr. Rutgers, en Ds, Sikkel, om, zoodra van de overzijde hiertoe eenige stap mocht gedaan worden, een weersaamkomen van de Ned. Geref. kerken in Synode mogelijk te maken.

Daar nu ook de Synode te Kampen maatregelen van gelijken aard nam, zal het derhalve van den loop der zaken afhangen, of men eerst over twee jaren, als de Synode der Chr. Geref. kerk wederom daagt, of wel reeds vroeger, ook op deze twee nog overgebleven punten tot overeenstemming zal kunnen geraken.

De stand van zaken is thans derhalve deze: i". Beide Synoden zijn thans eikander reeds veel nader gekomen en de onderhandelingen zijn dusver veel verder geslaagd, dan dit nog ooit bij de onderhandeling over de vereeniging van twee kerkengroepen geslaagd is; en dat in betrekkelijk korten tijd.

2'. Pfincipieele actie tegen de vereeniging als zoodanig kwam op de Synode te Utrecht geheel niet voor; en te Kampen wel eenigszins, maar slechts bij een zeer kleine minderheid. Bijna alle amendementen te Kampen tegen den grondslag der vereeniging ingediend, zijn dan ook ten slotte zelfs met 35 van de 40 stemmen verworpen.

3". Voor verdere onderhandelingen is thans dez2 grondslag gewonnen, dat beide Synoden: i". het eens wierden over de formuleering van de beginselen en van wederzijdsche erkenning; 2". dat beide Synoden het eens wierden over elj van de veertien punten van uitvoering; 3'. dat beide Synoden het geheel eens wierden over het contract van combinatie; en 4". dat de Synode van Kampen bij eindstemming met 16 tegen 4 stemmen zich bereid verklaaarde het Reglement van 1869 in te trekken.

Terwijl in geschil bleven nog slechts twee punten van uitvoering, i". in zake het optreden van doleerende kerken in plaatsen waar reeds een Christelijke Gereformeerde kerk bestaat; en 2», het vinden van een waarborg voor de kerken om niet afhankelijk te zijn van eene universitaire opleiding, die zoo licht af kan wijken.

Wat nu het eerste punt aangaat, raakt dit voor de Christelijke Gereformeerde kerken geen beginsel. Immers zij hebben toegegeven, dat in tal van kerken, waar reeds een formatie harerzijds bestaat, eenandere kerkformatie erkend wordt. Alsook, dat in de bijna 1000 kerken die nog beiderzijds onbearbsid liggen, de actie vrij zal zijn en blijven. Alleen loopt het verschil maar over een 120 plaatsen, waar zij reeds gevestigd zijn. Nu zijn er bij deze 120 plaatsen stellig een 60 waar aan het optreden van een andere kerkformatie voorshands niet te denken valt, zoodat feitelijk deze vraag hoogstens loopt over een 60-tal dorpen, indien niet over nóg minder.

En wat het tweede punt aangaat, is beiderzijds toegestemd: i". dat de universitaire opleiding dankbaar aanvaard wordt; 2^. dat het hebben van een eigen kweekschool voor de kerken raadzaam is; z^. dat de kerken c. q. met deze kweekschool geheel in de opleiding der Dienaren moeten kunnen voorzien; —en is alleen de vraag nog in geschil, of de kerken daartoe steeds een dubbele inrichting behoeven, of wel volstaan kunnen met het bezitten van een voldoenden waarborg, om c. q. voor de geheele opleiding te kunnen optreden.

Overmits nu de eerste dezer beide geschilpunten binnen niet zeer langen tijd vanzelf op zal hebben gehouden te bestaan, en de tweede quaestie een zaak van kalm en bedaard overleg is, bestaat er o. i. alleszins oorzaak, om over het nu reeds verkregen resultaat verheugd te zijn.

En dat te meer, zoo men in ann merking neemt, dat op de Synode te Kampen reeds 14 tot 17 stemmen voor onvoorwaardelijke aanneming der Conceptacte waren; dat tegen het beginsel der vereeniging slechts 4 a 5 stemmen opkwamen; en dat de groep wier tolk Ds. Beuker was, in de zaak der school het voorstel van Utrecht wilde aannemen, en zoo weinig tegen vereeniging was, dat veeleer diepe smart hen aangreep, toen bleek, dat men nog niet aanstonds tot til^eheele overeenstemming kon geraken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's

De verdaagde zittingen van de Voor-

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1889

De Heraut | 6 Pagina's