Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LENTELIED.

Zoo heeft de felle wintervorst Verward, vermoeid van 't rustloos razen, Den aftocht eindlijk moeten blazen; Hoe zwelt van vreugde mij de borst Eu juicht mijn hart op veld en wegen Der lieve Lente 't »welkom!" tegen. Want God spreidt thans een bloemtapijt, Waar 't sneeuwen lijkkleed heeft gelegen. En schenkt een milden schat van zegen In blad en bloesem, wijd en zijd; Vervult de lucht met zoete geuren. Verkwikt mijn oog door pracht van kleuren, Hij roept de zangers ook terug. Die met hun liefelijke klanken, Mij 't hart in reinen gloed ontvanken. Het vischje schiet weer wondervlug Door 't helder nat heen, vroolijk, dartel En maalt zijn vreugd in blij gespartel. Het beekje vloeit ontkluisterd voort, Het vee ontvlucht den engen stallen. De vlinder laat zijn boeien vallen En wipt zich op naar hooger oord. Mijn ziels-en lichaamskracht voel 'k sterken Looft dan met mij Gods groote werken!

L. V. D. L.

(Onze vriend v. d. L. heeft het er werkelijk niet slecht afgebracht al was 't ook maar, wijl de maat zoo zuiver is, waar veel dichters en rijmers niet op schijnen te kunnen passen. De lente is dan ook een recht dichterlijk onderwerp, dat tot zingen opwekt, vooral w anneer men in een streek woont met wat meer groen en minder steenen dan Amsterdam. Op enkele dingen dient onze dichter echter te letten; b-v. »ontvanken" voor »ontvonken" is niet mooi. Zijn vreugd »malen" is ook vreemd, en een vlinder die „zich opwipt" is wezenlijk zeldzaam en heeft vreemde zeden. Wat meer eenvoudigheid, lieve vriend, zsu niet schaden. Uw hart en borst hebben 't wel wat druk in het vers Maar dit neemt niet weg dat het den Hcere verheerlijkt in zijn werken, en dat is goed te allen tijd.)

DE WOLKEN.

{Slot: )

De middenwolken, die ge bij gewoon helder weder veelal ziet, zijn van 5000 tot 15000 voet boven ons. Gij hebt ongetwijfeld dikwijls wolken gezien, die op rijen bergen geleken. Nu dat zijn die middenwolken en als ze er zoo uitzien met ronde hooge toppen., noemt men hen daarnaar Cumuli (stapelwolken).

Ook kan het gebeuren, dat er om zulk een wolkgevaarte lage uitgestrekte vlakten of velden van wolken schijnen te drijven. Zulk een wolkenveld heet dan Cirrostratus; een naam, dien de vrienden nu zeker wel kunnen uitleggen, 't Is echter minder' prettig die wolken te zien, want meestal volgt dan storm.

Maar, denkt gij misschien, wat hebben we met al die vreemde namen noodig ? We begrijpen het toch wel-Zeker, en ik vind alle vreemde woorden in onze taal zelfs heel leelijk, behalve, wanneer ze onmisbaar zijn. En dat is hier zoo. Die namen maken dat menschen uit alle volken de zaak begrijpen, waarover gesproken wordt.

De Nimbus of regenwolk eindelijk hangt zeer laag, zoodat zij vaak door niet eens hooge bergen in het voortzweven wordt gestuit, 't Gebeurt wel dat reizigers op bergen het beneden zich zien regenen en zelf droog blijven. Een nimbus is al nagenoeg water, en ziet er ook zoo uit, of liever als schuim.

De regenwolken drijven niet vóór den wind uit, zooals soms schijnt. Integendeel, die wolken zelf veroorzaken juist den wind, en voeren hem om zoo te zeggen met zich. Dit hebt gij denkelijk al wel eens gemerkt, maar zonder het recht te begrijpen. Hoe dikwijls gebeurt het bij een zware regenbui, dat juist als we het regenscherm 't meest noodig hebben, wij het moeten neerdoen, omdat de wind te sterk wordt.

Wie nu even nadenkt zal begrijpen, hoe dat komt.

Uit de waterwolken valt de regen op de aarde en doorvochtigt haar. Is de wolk uitgeput gelijk eeri^edige gieter, dan houdt de regen op, althans zoo er geen nieuwe wolk komt. Van de uitgegoten wolk blijven slechts vederachtige laagwolken over en in de laagte het overige, dat voortdrijft of waterdamp wordt.

't Kan echter ook gebeuren dat een massa wolken zich verzamelen en plotseling al hun water uitgieten. Dan ontstaat er een zvolkbreuk.

Maar wat zijn nu wolken? Voor zoover men weet, ontstaan zij evenals de nevel, doch drijven hooger. Zij zijn gevormd uit waterblaasjes, ook wel uit ijsnaalden, die, als zij naar beneden komen, niet altijd water worden. De lucht die van de aarde opstijgt, voert ook veel waterdamp mee. Nu is het boven in de lucht kouder dan dicht bij de aarde. Dat bemerken de reizigers 't best die hooge bergen beklimmen. Zij moeten dan soms dikke jassen aantrekken om niet te bevriezen. Nu wordt in die hooge koude de lucht doordrongen met waterdamp, die later nog meer verdikt Eindelijk worden de waterblaasjes tot droppels. Deze nu zijn, zooals gij weet, zwaarder dan lucht, kunnen er dus niet in blijven zweven en vallen neer. We zeggen dan dat het regent. Is het echter boven in de lucht zoo koud, dat het water er bevriest, dan krijgen we als 't neervalt sneeuw of hagel.

Hiermee dalen we uit de wolken weer naar de aarde. Er komen denkelijk nog wel later ook eemge regenachtige dagen, die aanleiding geven om over wolken en regen nog eens te praten.

CORRESPONDENTIE,

D. B. te N--S-Uw tweede vraag is reeds beantwoord. Gij kunt het vinden in een vroeger nr. van de Heraut. De andere wordt behandeld.

HOOGENEIRK.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's