Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oorspronkelijk,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oorspronkelijk,

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oorspronkelijk, dat men dit toch nimmer vergete bij de beoordeeling van onze kerkelijke quaestiën op juridisch ferrein, was er in al onze steden en dorpen slechts één godsdienst bekend, en was de kerkelijke en de burgerlijke gemeente één en hetzelfde lichaam.

Ons valt het vaak moeielijk, ons daar wel in te denken, en toch is vasthouding aan dit onloochenbaar historisch feit zoo dringend noodzakelijk én om den toestand in de Middeleeuwen, én om den strijd der Reformatie én om onze tegenwoordige verwikkelingen te verstaan.

Toen de Christelijke relig-e deels van de Britsche eilanden, deels uit Rome herwaarts, wierd overgebracht, vonden de eerste predikers des Evangelies hier niets dan heidenen, en geen hunner dacht er aan, met deze heidensche afgodendiensten een vergelijk aan te gaan. Ons tegenwoordig zendingswezen heeft met het hunne geen de minste overeenkomst.

Hun toch was het er om te doen, niet zoozeer om enkele zielen voor de eeuwige zaligheid te winnen, maar om de afgodsbeelden omver te werpen en de kerk van Christus te planten.

Wel schikten ze zich daarbij in veel, soms in te veel, en lieten zij het zich gevallen, dat veel heiden.sch gebruik in de Christe­ lijke usantiën overgleed en insloop, maar op het beslissende punt zelf duldde men geen aarzeling. De afgod moest weg en God Drieëenig aangeroepen. Voor of tegen den Christus was aller leus.

Uitroeien en weren wat ze vonden, en voor dit uitgeroeide en'geweerde de Christelijke kerk in plaats brengen, zóó en niet anders was hun toeleg.

Het was tusschen deze zendehngen en de priesters die ze vonden een oorlog op leven en dood.

En toen het hun, vaik ten prijs van hun leven, eindelijk gelukt was, het volk zijn afgoden te doen wegwerpen en zich aan den Christelijken Doop te onderwerpen, toen maakten hun nakomende predikers zich op, om aan de Christelijke kerk zoo vast mogelijken vorm te geven.

Ze waren exclusief in hooge mate, en van het dulden van iets anders dan de uit Rome herwaarts overgebrachte religie kon geen sprake zijn. De sekten van het Oosten en uit Afrika waren hier niet doorgedrongen. Er stond geen andere keus dan tusschen de Christelijke kerk of terugval in de afgoderij, en tegen dit laatste wierd gewaakt, desnoods door de straffe des doods.

Dit leidde er derhalve toe, dat allengs de overtuiging veld won, hoe in één land slechts één religie bestaan kon, en hoe heel de burgerlijke maatschappij zich naar den eisch van deze religie had in te richten.

Dit had natuurlijk ontzaglijk veel voor. Religietwisten waren er lange jaren niet. Ongelijke huwelijken kwamen niet voor. Op elk terrein des levens heerschte eenzelfde gedachte. Er was geen splitsing noch verbrokkeling van kracht. En juist daardoor viel het licht in de ruimte de middelen te vinden, die voor den eeredienst en de verzorging der Christelijke kerk noodig waren.

Want, en hier lette men wel op, juist doordien er niet gedacht wierd aan meer dan ééne religie, bestond er op verre na niet zoo scherpe scheiding tusschen hetgeen gedaan moest voor den burgerstaat en hetgeen gedaan moest voor de kerk.

Er was dus geen kerkvoogdij naast de dorpsregeering, maar wie in het dorp of in de stad te zeggen had, zorgde tevens voor de behoeften der kerk.

Schier al de oude, groote kerkgebouwen, die achtereenvolgens in onze steden en dorpen verrezen zijn, wierden dan ook gebouwd op kosten en onder leiding van de burgerij; en het denkbeeld zelfs dat kerk en burgerij onderscheiden zouden zijn, kwam niet op.

Het dorpsbestuur of stadsbestuur zorgde voor de kerk zooals het zorgde voor straten en wegen.

De burgerij had burgerlijke en had kerkelijke behoeften, en voor beide wierd door één en dezelfde burgerij, onder leiding van hun vroede raden, gezorgd.

Zelfs kan men nog verder gaan, en voor tal van dorpen en voor sommige steden aanwijzen, dat er niet eerst een dorp of stad was, en dat toen in die plaats een kerk is gebouwd, maar dat omgekeerd eerst een kerk gesticht wierd, en dat deze kerkelijke gemeente allengs ook burgerlijke rechten verkreeg.

Kerk, Maatschappij eu Staat waren saamen ineengegroeid. Van scheiding tusschen deze drie was geen sprake.

Wie dit inziet, zal dan ook begrijpen, wat het in de dagen der Reformatie gekost he«? f t, eer men tot het denkbeeld v/as doorgedrongen om vrijheid van eeredienst voor meer dan ééne religie te geven, en hoe hier vanzelf uit voortvloeide, dat, brak dit denkbeeld eenmaal door, Kerk en Maatschappij en Staat elk hun eigen terrein van werkzaamheid moesten zoeken.

Onze vaderen, allen tot den laatsten man, opgevoed en groot geworden in toestanden, waarin er slechts ééne kerk denkbaar was, en Staat en Kerk ineengevlochten waren, begonnen dan ook met geen ander denkbeeld te reformeeren, dan met den toeleg, om ook voortaan maar ééne kerk, mits dan nu de gezuiverde te dulden, en ook voortaan kerk en maats ; happij in heur ondeelbare eenheid te handhaven.

In Roomsche landen alles Roomsch, in Lutbersche landen alles Luthersch, en zoo in de Gereformeerde landen alles Gereformeerd, zóó en niet anders was hun aanvankelijke bedoeling.

Ze dachten zich nog niet in een toestand, waarin op den duur een groot deel der bevolking van een land Gereformeerd, een ander groot deel Roomsch zou zijn, en nevens deze beide nog tal van kleinere groepen op vrijheid van geweten, van belijdenis en eeredienst zouden aandringen.

Voor dit feit zagen ze zich eerst van lieverlee geplaatst.

Eerst dachten ze stellig, dat welhaast heel de Roomsche bevolking Gereformeerd zou worden, en dat het hun zeer binnenkort gelukken zou alle Martinisten, Mennonieten enz. voor hun religie te winnen.

Vandaar dat ze ook hier te lande een Gereformeerden Staat hebben gesticht, d. w. z. een Staat.^ waarin evenals in de Middeleeuwen, slechts ééne religie zou heerschen, en de kerk dier religie met de Overheid ineen zou zijn gevlochten. Bevestiging dus van den aiouden toestand, hoogstens met dit onderscheid, dat men andersdenkenden oogluikend en stilzwijgend toeliet, en hen niet dwong te belijden wat ze niet meenden. v A d i

Vandaar dat de Overheid alle kerkelijke bezitting nu ter dispositie van de Gereformeerde kerk stelde; dat de stedelijke vroedschap kerkvoogdij bleef; en dat bij strenge plakkaten tegen de Roomschen en Martinisten gewaarschuwd en geijverd wierd. d a k o o

En zoo duurde het nog lang, eer onze Gereformeerde kerk eerst door droeve ervaring meer algemeen tot het inzicht kwam, dat fle Middeleeuwsche traditie niet was vol te houden; dat het ideaal van één religie voor heel den Burgerstaat met het geestelijk karakter zelf van de religie in G e v z d l d strijd was; en dus, waar eenmaal meerdere kerkformatiën naast elkander, en dat wel met onderscheidene belijdenis, optraden en op voet van gelijkheid moesten leven, aan geen eenheid tusschen de burgerlijke Overheid en de kerk als zoodanig in één bepaalden vorm meer te denken viel.

Dit preces zet men thans met onverbiddelijke gestrengheid voort.

Al meer vraagt het geestelijk karakter onzer religie volledige vrijheid om zich kerkelijk te formeeren, naar de overtuiging der belijders is; aan den Staat wordt al ernstiger het recht betwist om in deze kerkelijke levensontwikkeling zich te mengen; en hieruit nu vloeit de gebiedende noodzakelijkheid voort, om al meer aan Kerk en Staat hun eigen terrein aan te wijzen; en op kerkelijk terrein te leven niet van Staatsgelden, maar van vrije offervaardigheid.

heid. Zij die dit niet willen, repristineeren.

Hun ideaal blijft het ideaal der Middeleeuwen,

In hun hart zijn en blijven ze Roomsch.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Oorspronkelijk,

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1889

De Heraut | 4 Pagina's