Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jk heb u vrienden genoemd.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jk heb u vrienden genoemd.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heet u niet meer dienstknechten, want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar ik heb u vrienden genoemd, want al wat ik van mijnen Vader gehoord heb, dat heb ik u bekend gemaakt. (Joh. 15 : 15).

Kind van God, Iroeder van Jezus te zijn, o, het zijn onuitputtelijk rijke gedachten, overvloeiende van eere en heerlijkheid, gelijk de velden Kanaans overvloeiden van melk en honig.

Wat er in dat kindschap Gods ligt, zal menschentong noch engelenstem ooit naar waarde uitspreken, en wat bron van altoos versche vertroosting er uit deze broederschap van den g o m Immanuël ontspringt, zullen al Gods heiligen b saam nooit naar waarde kunnen schatten, z En toch zelfs in die beide namen is de volheid van Gods barmhartigheid nog niet uitgesproken, en aan dat kindschap en die Iroe-w dereere voegt de Heilige Geest nog dit derde z toe, dat we ook in de heilige vriendschap van g den Middelaar en door zijn vriendschap in die z van God Drieëenig worden opgenomen.

Vriend van Jezus! neen, dat was niet maar een beeldspraak voor de verlegenheid van het oogenblik. In dat »vriend van Jezus" te zijn, ontsloot de Heilige Geest ons een geheel nieuwe genieting.

Het was in het laatste samenzijn, eer hij naar Gethsémané ging, dat Jezus het eerst die glorie over zijn discipelen stralen deed. Toen hij hun zijn testament gaf, schonk hij hun in dat testament ook dien titel van hemelsche eer.

En dat hij zelf aan dat aanbod van zijn heilige »vriendschap" een geheel bijzondere waarde hechtte, blijkt wel uit den nadruk waarmee hij hen in de rolle zijner vrienden inschreef.

Hoor maar! »Niemand heeft meer liefde dan deze, dat hij zijn leven stelle voor zijne vrienden. Gij zijt mijne vrienden, zoo gij doet wat ik u gebiede. Ik heet u niet meer dienstknechten maar vrienden, want de dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar ik heb u vrienden genoemd, want al wat ik van mijnen Vader gehoord heb, dat heb ik u bekend gemaakt.

Gij hebt mij niet uitverkoren, maar ik heb u uitverkoren."

Het is zoo, ook tot Judas in Gethsémané heet het: y> Vriend, waartoe zijt gij hier? " maar dit bestraffende «vriend", dat Judas in de ziel sneed, en dat rijkmakende : »(? «/ zift mijne vrienden'', waardoor hij zijn overigen jongeren de ziel verkwikte, het verschilt zooals het klatergoud van het echte goud verschilt.

Want ja, er is een vriendschap, die geheel uitwendig op het samenzijn in eenzelfden kring berust, maar er is ook een vriendschap, die haar wortel diep in den bodem van het hart doet indringen, en de vriendschap waarmee Jezus zijn trouwe jongeren verrijkte, ze was van die laatste soort.

Nog hooger spant de Heilige Schrift de snaren, als ze ons van een «vriendschap Gods" gewaagt.

Van Mozes lezen we dat God met hem sprak «aangezicht tot aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreekt", en van Abraham heet het bü den apostel Jacobus, »dat hij een vriend Gods genaamd werd." Zelfs wordt dat «vriend zijn van God" nog algemeener uitgebreid in de tegenstelling: «Zoo wie dan een vriend der wereld wil zijn, wordt een vijand Gods gesteld."

Toch hoort dit laatste in dezen gedachtengang niet thuis. Hierin toch is sprake van een vriendschap of vijandschap, die uit onze gezindheid naar God uitgaat, en bij wat van Mozes en Abraham gemeld wordt, is het God de Heere zelf, die zijn verlosten tot zijn vrienden verkiest, hun het vriendschapsrecht toekent, en met hen als vriend verkeert.

Dit blijkt bij Mozes, want hierin verkeert God met Mozes als een man met zijn vriend, dat Hij hem inleidt in zijn verborgenheden. En ook bij Abraham heet het: «Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik doe ? " Beide malen wordt dus gedoeld op het heilig voorrecht van een omgang des innigen vertrouwens, daarin vooral uitkomend, dat de Heere zijn geheimenissen voor zijn vrienden ontsluiert.

En dat de Heere Jezus het in geen anderen zin bij zijn jongeren bedoelde, dat volgt uit wat hij zelf met zooveel nadruk zegt: «Ik heb u vrienden genoemd, want al wat ik van mijn Vader gehoord heb, dat heb ik u bekend gemaakt."

Over den aard van deze heilige vriendschap van God en zijn Immanuël kan dus geen twijfel zweven.

De drie malen dat ze door den Heiligen Geest verheerlijkt wordt, doelt ze telken male op een ingeleid worden in de verborgenheden lo des Heeren ; op het vertrouwen van een niets-lo verzwijgenden omgang, op een inleven in d de goddelijke verborgenheden; op een ontsluiten fo van het rijke, volle hart.

Wie «vriend van Jezus" en «vriend van God" mag zijn, is de man die niet van verre blijft staan, maar dien God doet naderen en zijn heilgeheim doet hooren. Het zijn de verdrukten en ellendigen naar de wereld, maar zielen die God vreezen en die Hij zijn verborgen omgang doet vinden. Gelukzaligen die niet in den voorhof blijven staan, maar die ingaan in het heiligdom, en die eens in dat heiligdom achter het voorhangsel doordringen, om dair bij de arke des verbonds, en het bloed der verzoening, en onder de schaduw van de vleugelen der cherubijnen te worden ingewijd en ingeleid in de verborgenheden van Gods heilige majesteit.

Toch is hiermee niet genoeg gezegd, en de zoekende geest rust niet, eer hij vat en inziet, wat dit schoon en zoet der goddelijke vriendschap nog aan het kindschap en de broederee voor u toevoegt.

En ook dit is wel in te zien.

In het «kindschap" ligt een band die op de geboorte, in den broederband een verbinding die op het bezit van eenzelfden vader rust. In deze beide is de band dus noodzakelijk en vloeit met noodwendigheid uit het leven zelf voort.

Een vriend wordt gekozen. Een vriend kies ik om wat ik in hem vind. Bij een vriend is het alsof ik zelf belang bij zijn vriendschap heb.

Vandaar dat een kind van mijn hart kan vervreemden en dat het toch mijn kind blijft.

Als Ezau Jacob haat, blijft toch Jacob Ezaus broeder. Maar zoo is het in de vriendschap niet. Immers zoo hier de band des harten breekt, breekt ook de vriendschap zelf. Iets wat zoo schoon in de Spreuken staat: «Een vriend heeft te allen tijde lief', wat zeggen wil, als de liefde bezwijkt, is ook de vriendschap gestorven. Vriendschap bloeit niet, tenzij de wortel der liefde nog leeft.

En dit nu is het zoet en schoon dat voor het zondaarshart in die «vriendschap van Jezus" ligt. Vriendschap omdat Jezus ons uitverkiest.

Vriendschap omdat zijn liefde voor ons levende is. Vriendschap, als wilde hij in zijn genade ons den indruk geven, dat hij zelf belang bij ons had, om ons ten vriend te hebben. Vriend­

schap om met ons heiliglijk raad te plegen en genadiglijk onze genegenheid en onzen steun aan te nemen in de worsteling met zijne en onze vijanden. Als Jezus dan ook in Gethsémané hulpe bij zijn jongeren zoekt en zoo snijdend weemoedig betuigen moet: «Kunt gij niet één uur met mij waken? " — dan is het of de goddelijke vriend zijn vrienden uit de menschenkinderen op de proef stelt, en in diepe bange teleurstelUng het lijden zijner ziel verzwaard vindt.

Nog heeft Jezus zijn «vrienden" in deze wereld. Voor wat zijn Middelaarsliefde aangaat zelfs vele, want aan allen die van den Vader gekend zijn, biedt hij, om deze verordeninge zijns Vaders, zijn vriendschap aan.

Maar, helaas, zoo zeer weinigen hebben voor het schoon van deze vriendschap het zielsoog geopend; zoo zeer weinigen ontsloten er het hart voor; o, zoo weinigen genieten al de heerlijkheid en het zoet er van.

De verborgen omgang met den Middelaar is bij zeer enkelen slechts een werkelijkheid van het zielsleven geworden. Dat Jezus tot hen komt en avondmaal met hen houdt, is zelfs bij deze enkelen zoo hooge uitzondering.

De geestelijke dampkring is zoo zwoel en zoo met nevelen bezet, dat zelfs die nog het best hem kennen, zoo zelden de gestalte van dezen hemelschen vriend in meer dan vage trekken waarnemen.

En toch, daar mogen we geen vrede mee hebben. Als Jezus ons zijne vriendschap biedt, biedt hij ons het heiligste wat zijn hart ons geven kan, en onze ziel mag niet aflaten, eer ze de zalige winste dezer heilige vriendschap indrinkt en op haar beurt met vriendschap voor Jezus beantwoordt.

«Een oorblazer, " zegt de Spreukendichter, «scheidt den voornaamsten vriend." Zoo ging het in het paradijs, waar Satan in Eva's en Eva in Adams oor blies en, zoo God geen weg van genade had ontsloten, voor altoos en voor eeuwig den verloren mensch van zijn «besten vriend" zou gescheiden hebben.

En ditzelfde gevaar dreigt ook bij dien «besten vriend, " dien Gods ontferming ons in Immanuël schonk. Ook van hem poogt Satan onze ziel af te trekken, en de wereld helpt hier Satan in, en niet zelden is het een goed vriend naar het vleesch, die ook onze ziel van dien besten vriend, dien we in Jezus hebben, poogde af te scheiden. o. Stop dan toch het oor der ziel voor dat oorblazen, van wie u die heilige liefde van Jezus misgunt.

Ja, laat er niet alleen in uw hart, .maar laat er in uw geslacht toch trouw voor Jezus zijn.

»Verlaat uw vriend noch den vriend tiws vaders niet, " roept de Heilige Geest ons door zijn knecht Salomo toe.

En nu, hoeveel kinderen zijn er niet, die het wel weten, dat Jezus de beste vriend huns Vaders was, en die toch in gevaar verkeeren om van Jezus af te dolen.

Doet dat niet, keert weder, gij afgedoolde kinderen! De zegen van Jezus' heilige vriendschap zweefde ook over u in uw Doop.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Jk heb u vrienden genoemd.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's