Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Spanje. De Episcopale Kerk in Spanje.

Een twee of drie jaren geleden koos men in de Episcopale Geref. kerk tot bisschop de heer Cabrera, predikant bij de gemeente, wier bedehuis in de Madera Raja te Madrid te vinden is. Maar nu blijkt, dat er niemand te vinden is, die hem wil ordenen, of liever, om, zoo het heet, het episcopaat op hem over te dragen. Het gevolg is, dat jongelieden en anderen, die zich bij de gemeente wenschen aan te sluiten, niet kunnen be/estigd worden, of een wettig gewijde bisschop moet Spanje bezoeken en genegen zijn om die ceremonie te volvoeren.

Men had gehoopt, dat op de Pan-Anglicaansche conferentie te Lambeth eenige bisschoppen zouden benoemd zijn, om hun apostolische handen op hun Spaansche broeders te leggen, maar verschillende tegenwerpingen werden gemaakt. Daarop zocht lord Plunket, de aartsbisschop van Dublin, de lersche bisschoppen te bewegen om den heer Cabrera de handen op te leggen ; doch hoe warm deze kerkvorst de zaak van zijn troetelkind, de Spaansche Episcopale kerk, bepleitte, het hielp hem niet. De gevoelens liepen uiteen, en de heer Cabrera bleef ongewijd. Nu heeft hij zich gewend tot bisschop Reinkens en bisschop Herzog van de Oud-Katholieke kerk in Duitschland en Zwitserland, en hij hoopt, dat zij aan de plechtige handeling zullen willen deelnemen. Maar wanneer deze twee Oud-Katholieke bisschoppen zich bereid verklaren, om aan de wijding deel te nemen, is de aartsbisschop nog niet klaar. Een derde bisschop moet nog gevonden worden, en deze hoopt lord Plunket te vinden in Amerika, waarheen hij dezen herfst hoopt te vertrekken, opdat ten slotte de ceremonie, naar den regel van de Anglicaansche kerk, nog moge plaats hebben.

Men ziet in Spanje dus het zonderlinge schouwspel, dat eene kerk geformeerd en gesteund wordt door Engelsche Episcopalen, terwijl de hoofden der Epicopalen weigeren, om haar het volle genot harer rechten te geven. Wij zien hier een aartsbisschop, die machteloos is, om aan de begeerte van zijn hart te voldoen en nu hulp zoekt bij bisschoppen in het buitenland, die op zijn best half-Roomsch kunnen genoemd worden. Wij zien eene kerk, bestaande uit tien kleine gemeenten, 2500 zielen bevattende met de schoolkirtderen er bij geteld, waarvoor een aartsbisschop de halve wereld doorzoekt, om drie bisschoppen te vinden, geneigd om aan hun Spaanschen broeder de mysterieuse macht mede te deelen, die zij op hunne beurt eens ontvingen door directe en onafgebroken successie van apostolische handen.

Erg stichtelijk is dit niet, Vooral als het een publiek geheim is, dat de tegenstand van de Engelsche en lersche bisschoppen gelegen is in de vrees, dat men, door openlijis zijne goedkeuring te schenken aan de Episcopale kerk in Spanje, aanstoot zal geven aan de Roomsche kerk.

Men ziet uit het bovenstaande, wat er van komt, als men tracht, in den vreemde kerken te stichten precies naar het model van de kerk, waartoe men in zijn eigen land behoort. Het gevolg is, dat zulke gemeenten afhankelijk zijn en wellicht zullen blijven van het goud, dat uit het buitenland hun toekomt.

Waarom niet missionair opgetreden, totdat de tijd is aangebroken, waarop zoodanige gemeenten zijn verzameld, die zich naar de eigenaardige eischen van het volk, waaruit zij zijn ontstaan, kunnen ontwikkelen, en die in haar eigen behoeften kunnen voorzien? Indien men kerken gaat stichten lang voordat de leden in staat zijn ze te onderhouden, heeft men niets anders dan kwijnende kerkjes te verwachten.

De grond voor de tegenwoordige moeilijkheden is gelegd door Carosco. Hij was de welsprekendste Protestantsche redenaar van Spanje en wist een groot gehoor rondom zich te verzamelen. Hij besloot daarom eene kerk te bouwen met geld uit het buitenland. Daartoe werd een groote som in Engeland gecollecteerd, doch een deel van dat geld werd verkwist en voor het overschietende deel kocht men een stuk land, dat, naar men gelooft, nog in goede handen is. Na Carosco's dood werd Cabrera tot predikant benoemd, en deze wendde vele pogingen aan. om den reeds verzamelden gemeenten in Madrid en elders een Presbyteriaansch karakter te geven. Een Presbyteriaansche kerkorde met de Confessie van Westminster en den Catechismus van dien naam, werden althans aan die beginsels van kerken gegeven, zoo niet opgedrongen.

Maar toen Cabrera moeilijkheden kreeg met de vereeniging, die hem geldelijk ondersteunde, bood hij aanstonds zijne diensten aan de Episcopale, Spaansche en Portugeesche Church-Aid-Society. Hij werd nu een warm ijveraar voor de Episcopale kerk; hij richtte den eeredienst in, deels naar het model van het Book of Common Prayer, dat in de Episcopale kerk zulk een gezag heeft, deels naar het Mozarabisch ritueel, dat vóór achthonderd jaren in de Roomsche kerk van Spanje in gebruik was. Het schijnt, dat de kleine gemeente van Cabrera zich niet tegen het invoeren van deze bedenkelijke nieuwigheden verzet heeft.

Daarop ging men uit de predikanten, die van de Church Aid Society uitgingen of daarvan afhankelijk waren, een bisschop kiezen. Senor Cabrera werd daartoe aangewezen, doch tot hiertoe bleef, gelijk wij zagen, deze keuze een doode letter.

Daar de plaats, waar de Episcopalen hunne vergaderingen houden, zeer ongelegen is, geeft zich de aartsbisschop van Ierland groote moeite, om fondsen te verzamelen voor den bouw van eene kerk, eene school en eene pastorie.

Reeds werd een stuk grond voor ƒ 48, 000 gekocht, en men is bezig nog ƒ 72, 000 te verzamelen voor een kerkgebouw. Met andere woorden, voor een handjevol menschen, wellicht niet meer dan 50 k 100, wil men/120, 000 besteden, terwijl nog voortdurend noodig is dat in het traktement van den bisschop voorzien worde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's