Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mededeeling ook aan de lezers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mededeeling ook aan de lezers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mededeeling ook aan de lezers van de Heraut schijnt niet onraadzaam van het voorstel tot modus vivendi, dat In het Rapport van de Christ. Geref, over de Acte van ineensmelting als slotwoord aan de Inleiding, Is toegevoegd. Het luidt aldus:

Voor zulk een modus vivendi zou nu naar het oordeel der Commissie het volgende in aanmerking komen. En zij geeft dit ter overweging aan de Christ, Geref. kerkeraden.

1. In plaatsen, waar eene Christ. Ger. gem. en eene Ned. Ger. kerk bestaat, zoeke de kerkeraad der eene formatie door conferentie met dien der andere, zoo spoedig mogelijk alle ergernissen uit den weg te ruimen en vooral inzake de tucht tot overeenstemming en voorts zooveel mogelijk tot samenwerking en tot een gezamenlijk en gemeenschappelijk optreden tegen degenen, die buiten zijn, te komen.

2. Daartoe worde a over en weer de bedienings des H. Doops erkend, b. niemand tot het H. Avondmaal toegelaten, die ter oorzake van belijdenis of wandel door den anderen kerkeraad in kerkelijke behandeling is genomen, c. de leden der beide kerkformatiën over en weer tot het H. Avondmaal toegelaten, indien de betrokken kerkeraden beiderzijds hiertoe hunne toestemming geven, d. over en weer, zoo dikwerf dit goed en noodig geacht ordt, een of meer broeders door den eenen kereraad afgevaardigd naar de vergadering van den anderen, e. en eindelijk de openbare veraderingen der geloovigen zooveel mogelijk met gemeenschappelijk overleg geregeld. Ver» gel. art. 8 der Concept-acte.

3. Kerken van beide formatiën, op dezelfde laats, kunnen desverkiezend, met advies der classis, in nauwer verband tot elkander treden en voor de bediening des Woords en der Sacramenten, alsmede voor de kerkelijke tucht eene combinatie der beide kerkeraden aangaan. Vooral in kleine gemeenten zou zulk eene samenwerking zeer gewenscht zijn, In de eerste bijlage, die aan de Concept-acte is toegevoegd, is zoodanige combinatie nader omschreven. En een der geraadpleegde rechtsgeleerden ontwierp daarvoor nog dit concordaat:

De Christelijke Gereformeerde gemeente te ter eenre en de Nederduitsche Gereformeerde gemeente aldaar ter andere zijde treden in zusterlijke gemeenschap op den grondslag der Formulieren van eenigheid, bekrachtigd en vastgesteld in de Synode van Dordrecht 1619.

De leden dezer gemeenten onderwerpen zich aan de Christelijke tucht en het kerkelijk bestuur van den gemeenschappelijken kerkeraad. Bij de benoeming van ouderHngen en diakenen hebben de stemgerechtigden van beide emeenten gelijke bevoegdheid. De door den emeenschappelijken kerkeraad beroepen leerren verbinden zich tot den dienst van Gods Woord jegens en in beide gemeenten.

Burgerlijk blijven beide gemeenten gescheiden en elke in het bezit der goederen, die haar naar burgerlijk recht toebehooren.

Zij vergunnen elkander over en weer het edegenot van de goederen voor den openaren eeredienst en voor de armenzorg betemd. *

Indien te eeniger tijd de Ned. Ger. kerk door de Staatsmacht in de grondwettig haar toekomende goederen geheel of gedeeltelijk

wordt hersteld, erkent zij het recht der Christ. Ger. gemeente, om in dit herstel met haar gelijk te deelen.

4. Attestatiën worden over en weer aangenomen. Leden, vertrekkende naar plaatsen, waar kerken van beide formatiën bestaan, leveren die in bij die kerk, tot welke zij vroeger behoorden. Bestaat op zulk eene plaats slechts ééne kerkformatie, dan wordt de attestatie aan deze afgegeven.

5. Ambtsdragers worden over en weder als zoodanig erkend. Predikanten der eene kerkformatie zijn in de andere beroepbaar, echter altijd slechts na het advies ingewonnen te hebben van de classis, waaronder de beroepende gemeente ressorteert.

6. Het staat den leeraren der eene kerkformatie vrij, in de andere de bediening des Woords en der Sacramenten waar te nemen, indien de kerkeraad hunner eigen gemeente te dier plaatse daartegen geen overwegend bezwaar inbrengt.

7. Classicale vergaderingen hebben wederzijds het recht, om, zoo dikwerf dit goed en nuttig wordt geoordeeld, bij manier van correspondentie afgevaardigden te benoemen en naar elkander af te zenden.

8. Diaconale vergaderingen, ouderlingencongressen en predikantenconferentiën worden voortaan gemeenschappelijk gehouden.

9. Zoo spoedig mogelijk worden pogingen aangewend, om de zending onder de heidenen gezamenlijk te behartigen.

10. De scholen voor godgeleerd onderwijs worden door beide groepen van kerken erkend, zoodra dé Vrije Universiteit, wat haar theol. faculteit aangaat, met de Ned. Ger. kerken of met de Christ. Ger. kerk of met beide in verband is getreden. Candidaten, van beide scholen, mogen zoowel in de eene als in de andere kerkformatie worden beroepen.

Over dit belangrijke voorstel kunnen we kort zijn.

Het is een goed woord als schoone proeve van den nobelen zin, die deze mannen bezielde, om de zaak der vereeniging niet te laten rusten, maar steeds levendig te houden.

Toch kan het o. i. gelijk het daar ligt, tot geen practisch resultaat leiden.

Combinatie tusschen plaatselijke kerken is mogelijk, als er vooraf in de meerdere vergadering eenheid is verkregen, en als beide vrij vaa onnatuurlijke banden zijn. Dan, maar ook dan alleen.

Zoolang dus het samenkomen in meerdere vergaderingen niet is verkregen, en de Christ. Geref. kerken nog aan het Reglement van 1869 zijn gebonden, gaat de combinatie niet.

Ze zou dan, niet tot verbroedering maar tot verbittering leiden; want natuurlijk, als men s: ecombineerd leeft en arbeidt, rijzen er allerlei moeielijkheden, die anders niet voorkomen, maar de meerdere vergadering, die ze dient op te lossen, ontbreekt. Ten volie waardecrende wat in dit voorstel geboden werd en den broederen dank zeggende voor hun uitnemende bedoeling, kunnen we niet anders inzien, of dit voorstel zal voorstel moeten blijven.

Er moet nu geduld geoefend.

Eerst als de Synode van 1891 of vroeger de zaak van het Reglement zal hebben afgedaan, komt de zaak in staat van wijzen, om daarna beiderzijds weer te worden opgenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Mededeeling ook aan de lezers

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's