Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog steeds spint het Kerkelijk Ifeekblada.a.n den ouden confessioneelen draad voort, en zet op een wijze, die vaak door de onverdroten volharding, die er in spreekt, onze meelijdende bewondering wekt, de oude exercitiën naar een reeds lang onbruikbaar geworden reglement en met een oud modelsgeweer voort.

Dit komt ook nu weer uit in wat het K. W. aan Dr. J. A. Bruins schrijft naar aanleiding van wat deze in zijn adres aan de Haagsche Synode over gewetensvrijheid schetterde.

Is dat nu de gewetensvrijheid in eene Christelijke eene Gereformeerde of H.ervor? nde Kerk. dat ie leeraar frediken en ieder ander lidmaat belijden k wat hij goed acht? Neem goed achten hier niet slech in den zin van een blind en onberedeneerd goedvin den, maar ook van een goedkeuren, in overtuiging gegrond. Waar men van overtuigd is, daar ijvert men voor vooral als het de hoogste aangelegenheden, d. i. die van den godsdienst geldt; en met dienzelfden ijver bestrijdt men wat zich tegen die overtuiging aankant. Dit kan een man van gevestigde overtuiging immers niet laten En nu zou men dan in naam da gewetens vrijheid eischen, dat allerlei overtuigingen en lecringeti, hoezeer ze met elkaar in strijd zijn hoe weinig ze elkaar, uit haren aard, verdragen kunnen, en hoe ver ze elkaar afsiooten, zich op hetzelfde kerkelijk terrein met gelijk recht zoeken te doen gelden en op eliiaar de overwinning zoeken te behalen, maar tegelijkertijd elkander, als van dezelfde waarheid en waardigheid, eerbiedigen en in vrede en orde samenleven? En niet alleen dit ? .o\x mf^ninma.m Aar gewetensvrijheid t\sz maar ook dat de Kerk zelve decreteerde, dat het op haar gebied alzóó belioort te wezen, en dat zij zich derhalve ook met "geene geschillen ter zake van de Chiistelijke leer ot belijdenis mag en wil inlaten Het zou wat fraais zijn! Wij zouden hier veel kunnen noemen, doch bepalen ons tot eene enkele aangelegen heid. Maar deze houdt dan ook oneindig veel in. Het gansche Christendom staat of valt daarmede, wel te verstaan, niet dat Christendom, dat een bloot verzinsel van menschelijke willekeur is, maar dat, hetwelk de Christus zelf, door zijn Woord en bloed en Geest te weeggebracht heelt. Ik bedoel Zijne opstanding uit de dooden Doet het er nu niet toe of men in den Heere Jezus Christus gelooft, als in den Heer, die uit de dooden opgestaan is en nu in den hemel voor zijne Gemeente zorg draagt, dan of men zijne verrijzenis en zijne voortdurende zorg voor zijne Gemeente loochent? En mag en kan nu eene Gereformeerde Kerk, of wat Kerk ook eene Kerk die niet van men schen, maar van God en van ChJistus is — mag en kan die verklaren: beide gevoelens zijn mij even goed, ze kunnen wei niet beide waar zijn, maar we^k van beide waar is, weet ik niet; althans ik mag en wil het niet zeggen ; beide gevoelens hebben op mijn ert even veel _ recht van bestaan; wat met het Evangelie strijdt, is mij even lief, ais wat daarmede overeenkomt; en dus bepaal ik: dat beide binnen mijne grenzen elkaar over en weder gelijkelijk te eerbiedigen hebben en in vrede zullen samenwonen. Zal — eene Kerk zoo mogen of ook kunnen spreken? Wie zouden dan die Kerk zijn? Zouden zij Christenen zijn? Zouden zij weten in wien zij geloofd hebben? Zoodra eene kerk tot eene ver klaring als do voorgestelde komen mocht, zoo ware zij geen kerk meer. Maar, — is er dan in de Christelijko met name in de Hervormde keik, geene g irijheid van geweten? Zij is er zeer zeker! Maar wat is vrijheid van geweten? Zij is dit, dat men op eenig rein 'twelk een kenmerk van zedelijkheid of van gods d dienst draagt, zich zoo kunne bewegen, als men over tuigd is het te moeten doen, maar dit altoos met eer t biediging zoo van de rechten van anderen, als van t geheel den eigen aard des bedoelden terreins en dat men, indien eigen overtuiging met hetgeen de rechten w van anderen en de aard van het terrein eischen, in strijd is zooveel besef van eigen waarde en zooveel s eerbied voor het aan eene andere overtuiging toe w komend terrein koestert, dat men dit verlaat en gaat waar men thuis hoort Indien gewetensvrijheid niet in dezer voege bepaald l en niet in dezen zin begrepen wordt, wat niet al on­ w gerijmde dingen zouden er dan in onderscheiden kringen soms in naam dier vrijheid kunnen| geëischt v worden k De Ned. Herv. kerk heeft, als Christelijke en Her­ c vormde, ook ter zake van de leer of de belijdenis ze n kere eischen te stellen, die zij mag noch kan loslaten.

Deze eischen zijn gegrond in de op het Evangelie Gods rustende geloofsovertuiging, waarin zij samen stemden en samenstemmen, die oorspronkelijk en in den loop der tijden deze kerk uitmaakten en uitmaken.

Verloochende deze kerk deze eischen ooit, zoo had zij daarmede den grond van haar bestaan verloochend Eene zoo onbeperkte vrijheid dan van «godsdienstige overtuiging", of eene zoo onbepaalde gewetensvrijheid, als Dr. B. in onze kerk verlangt, is, naar mijne over tuiging. met de roeping, de waardigheid en het recht der kerk zoozeer in strijd dat de kerk met aan zijn wensch te voldoen een onverschoonüjk onrecht begaan hare waardigheid vertreden en haren plicht geheel verzaken zou.

Nu stemmen we met deze conclusie natuurlijk van harte in, maar veroorloven ons toch een tweeledige opmerüing. i". Heel het denkbeeld om van »gewetensvrijheid, " in een kerk te spreken, is de ongerijmdheid zelve, zoolang men daarbij »gewetensvrijheid" neemt in den ihans gangbaren zin. »Die Freiheit eines Christenmenschen" waar Luther voor pleittC; had dan ook gansch andere be-duidenis.

En 2". om de Modernen tot heengaan te bewegen, zouden de belijders in het Synodaal (.ienootschap heel anders moeten handelen.

We kunnen ons toch voorstellen, dat Dr. Bruins aan het K. W. antwoordt: »Lieve Heeren, gij roept mij op, om voor uw belijdenis uit den weg te gaan; maar eilieve, toont mij dan eerst dat ge er zelven voor uit den weg gaat.

Want ziet, gij belij'dt wel het Koningschap van Christus in zijn kerk, maar laat er mij heusch niet veel van merken, dat ge van dit Koningschap van Jezus ook maar een sikkepitje

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's