S. J. SEEFAT

Vrije Universiteit.

Onze vrienden zullen uit de Standaard met belangstelling kennis hebben genomen van de polemiek, welke Prof. De Savornin Lohman gehad heeft met de redactie van het Weekblad van het Recht, over de waarde, die nu reeds mag worden toegekend aan de graden, welke de Vrije Universiteit aan de bij haar studeerende juristen verleent. Vooreerst de wetenschappelijke waarde kan niet gering zijn, aangezien het voor een bijzondere inrichting van Hooger Onderwijs eene levensvraag is, dat zij niet lichtvaardig met haar graden omspringe. Zij zou heel eenvoudig zichzelve daarmede het graf delven. Terwijl het denkbaar is, dat een achterblijver aan de overheids-hoogeschool wel door zijn examen geholpen wordt en alzoo een doctorstitel ontvangt ("wat zeker wel eens geschieden zal), is zulks aan een bijzondere hoogeschool veel minder te verwachten. Daarom is het voor jongemannen, die geen geschiktheid voor of lust in studie hebben, niet raadzaam bij ons te komen studeeren. Zij zullen gemakkelijker hun doel bereiken, wanneer zij den geleidelijken weg afloopen, en naar de overheids-hoogescholen gaan. Met recht kan daarom Prof. Lohman schrijven: «Hetismijn vaste overtuiging, dat, evenals voor het lager, zoo ook voor alle ander onderwijs, de staatsbenoeming, het staatstoezicht en de wettelijke inrichting weinig waarborgen geven, en dat veel meer te wachten is van het eigenbelang, de mededinging en den eerbied voor eigen ambt en betrekking."

Maar niet alleen wetenschappelijke waarde, ook practische waarde kan nu reeds aan den doctorstitel der Vrije Universiteit niet worden ontzegd. Immers, Prof. Lohman heeft volgehouden, en het Weekblad van het Recht is er niet in geslaagd op deugdelijke gronden hem te weerleggen, dat onze titularissen, volgens de thans bestaande wetten, reeds gerechtigd zijn als advocaat op te treden, en dat zij, evenmin als de meesters in de rechten der Staats-universiteiten, theoretisch notaris-examen behoeven af te leggen in het burgeriijk recht, handelsrecht en burgeriijke rechtsvordering.

Het is nuttig deze dingen duidelijk aan het licht te stellen. De dwang, dat men zijne kennis moet opdoen aan kweekplaatsen, die men niet vertrouwt, is zoo ontzettend onbillijk, dat die niet mag blijven voortbestaan. Wij mogen niet rusten, alvorens volkomen gelijkheid bij de

wet zal zijn verkregen voor hen, die gebruik hebben gemaakt van een overheids-hoogeschool, en voor hen, die aan een bijzondere hoogeschool hebben gestudeerd. Laat ons er ook een onderwerp van gebed van maken. Want het is van het allergrootste belangvoor onze jongelingen en voor ons vaderland. W. HOVY.

In dank ontvangen: Voor de Vereeniging: Aan Contributiën: door den heer A. Hogenboom te Honselersdijk, uit De Lier /" 14.50, uit 's-Gravesande ƒ 22.50, samen f 37; door den heer R. Berkenbosch Jz. te Hoogeveen /ro6.5o; door den heer G. Knottenbelt te Barneveld ƒ108; door den heer D. Scheepsma te Schettens ƒ43.50; door den heer ... te Berlikum ƒ47; door den heer A. P. J. Buys te Oude water ƒ18; door den heer W. C. van Munster te Leeuwarden / 149.50; door den heer T. de Jong te Scharnegoutum ƒ42.50; door den heer S. Ü. de Boer te Oosthem ƒ 71; door den heer R. Blokland te Werkendam ƒ31; door den heer C H. Beumer te Amerongen van C. B. ƒ2, van N. B. ƒ2, van B. D. ƒ 2, van M. W. ƒ 2 50 samen /10 50; door den heer J. van Alphen uit Heinoo ƒ 8.50. Aan collectes : van de Ned. Ger. kerk te Ermeloo /11.84; van idem te Leeuwarden /33.20; van idem te Hardenberg ƒ8.12; van idem te Steenwijk ƒ n.41 Va- Aan Schenking-en: door Ds. J. D. v. d. Velden te Maasland ƒ3; door den heer G. E. Middendorp, te Hardenberg ƒ3; van den heer H. v. H. te T. ƒ 1.50; door Ds. Ynzonides te Ouderkerk a/d IJ., gevonden in het kerkezakje van N. N. ƒ250, van N. N. ƒ1, samen ƒ350; door den heer A. Hogenboom uit De Lier, van N. N. ƒ5; door den heer R. Fuik te Leiden, van N. N. aan 't Scheur ƒ5; Gecollecteerd te Amsterdam in de Keizersgrachtkerk ƒ 2; door den heer D. Slot te Vlissingen gevonden in de collecte ƒ i; door Ds. C. AV. J. van Lummel te Delft J i; door den heer H. J. de Meer , te Leiden van N. N. ƒ 2, ƒ0.50 en/2, samen ƒ 4.50; door den heer W. Hovy van Jhr. E. v. S. te 's-G. ƒ 100.

Voor het Hospitiam:

Door den heer H. J. de H. te L. voor 't lezen der Heraut f 0, 75; van J. Moote/o 50 samen ƒ 1.25.

Voor de JHedische fiicalfeit: Door den heer A. Hogenboom te Honselersdijk, uit. De Lier ƒ 10, van N. N. ƒ 5, samen ƒ .15; door 'den heer H. J. de H, te L. van J. Moote ƒ r.

Voor het Studiefonds: Bij Prof. Dr. A. H. de Hartog ingekomen : door den heer Rr. de Ruiter van een broeder uit Harlingen ƒ r5; door Bar. v. d. B. v. V. halfjaarlijksche praebende ƒ 39.20; door W. H. van Jhr. E. v. S. te 's G. ƒ 50; door H. J. de H. te L. van J. M. ƒ 2.50; van P. L. te U. / 2; door D. J. S. te V. uit het busje van Mej. K. ƒ 22.77'/s; gevonden in de collecte ƒ I, samen ƒ 23.77I/2.

Voor de Bibliotheek: Van N. N. Een hartig woordje aan Mr. W. Bilderdijk; van IJ. te 's-H. A. v. d. Corput, Het leven van Melanchton; door W. H. van Jhr. E. V. S. te 's-H. ƒ 50. S. J. SEEi AT, penningmeester.

Hilversum.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen