Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

«Predikt het Evangelie aan alle creatuTen", beval de Heere Jezus aan zijne gemeente, toen [Hij gereedstond ten hemel te varen. Dat dit bevel niet ongedaan bleef liggen, daarvoor heeft de Heere zelf gezorgd door de uitstorting des Heiligen Geestes. Apostelen, profeten, evangelisten, herders, leeraars predikten het Evangelie van den Gekruisigde op vele plaatsen, en geloovigen buiten het ambt steunden hen. In meer dan éen streek, op meer dan ^en plaats kwam het Evangelie, door een Christen koopman of krijgsman enz. verkondigd, lang voordat een bedienaar des Woords er verscheen. Doch in dit geval waren het slechts spoedig uitgewischte sporen, die de verkondiging des Evangelies naliet.

Zoo is het ook in de Nederlanden gegaan in de eerste eeuwen onzer jaartelling. Toen bet Christendom onder de volken der beschaafde wereld optrad, waren deze landen reeds hiermee verbonden, daar zij sinds vele jaren bondge nooten van Rome waren geworden. Wij achten het niet onwaarschijnlijk, dat de Batavieren en Friezen, die in de Romeinsche legers dienden, met het Christendom in aanraking kwamen, ja, sommigen hunner bekeerd werden en, bij hun thuiskomst, tot anderen spraken van den door hen gevonden schat; maar zeker weten wij hiervan niets. Blijvende vrucht heeft het zeker niet afgeworpen. Beweren sommige geschiedschrijvers, dat reeds in de eerste eeuw onzer jaartelling een tweetal mannen, door Petrus uitgezonden, met name Aegistus en Matunus, naar Friesland overgestoken zijn; wordt hierbij zelfs verhaald, dat Aegistus om des Heeren naam den marteldood gestorven is, die berichten zijn zoo onwaarschijnlijk en verward, dat er geen pijl op te trekken is.

Niet vóór de 7de eeuw vinden wij zekere sporen van het Christendom in ons land. De Christelijke kerk had hare grenzen meer en meer uitgebreid. De oude Romeinsche en Grieksche wereld was — zij het dan ook grootendeels slechts uiterlijk — voor het kruis van Christus gevallen. Franken en Germanen waren oplettender dan ooit gaan luisteren naar dé klanken van het Evangelie. Nog meer, de eerstgenoemden hadden zelfs de Christelijke belijdenis aangenomen en waren toen begonnen met het uitzenden van predikers des Woords naar de omliggende landen. Ook naar ons vaderland kwamen dezen. Een Frankisch vorst, met name Dagobert, die met kracht van wapenen de Nederlanden veroverd had tot Utrecht toe, stichtte op laatstgenoemde plaats eene kapel, die het uitgangspunt werd voor den aanval der Christelijke kerk op de heidensche Friezen enz. De Heere heeft dezen arbeid wel gezegend, en niet weinigen kwamen tot belijdenis van den eenigen naam onder den hemel gegeven, waardoor wij zalig worden.

Tegelijkertijd predikte Amandus het Evangelie in het zuidelijk deel dezer landen, te Doornik en te Gent, te Antwerpen en Maastricht. Livinus plantte de Christelijke kerk in Brabant tusschen de Haine, de Schelde, de Rupel en de Dender. Naast deze twee moeten wij eindelijk nog den naam noemen van Eligius, den kunstenaar vooral in het bewerken van goud. Deze man had grooten invloed op koning Dagobert en maakte er vaak gebruik van tot zegen van anderen. Velen, die in den strijd gevangengenomen waren, heeft hij bevrijd en naar huis gezonden, nadat hij hun het Evangelie verkondigd had. Doch dat niet alleen, zelf trok hij onder de heidenen in Vlaanderen en Antwerpen, om hen met het Woord des Heeren bekend te maken. In het begin had hij te kampen met den tegenstand der inwoners. Zij waren hem zelfs zeer vijandig. Maar de Heere gaf hem de kracht om te volharden. Hij drong aan, niet slechts op een uitwendig Christendom, maar ook op bekeering en verandering des levens. En daar kwamen tot hem velen, die hun heidensche altaren verlaten hadden en hem om den doop vroegen.

Doch niet alleen de Frankische vorsten bekommerden zich om de verkondiging des Woords, ook uit Engeland zond de Heere zijne gezanten met de blijde boodschap des heils. In het jaar 677 stond de Friesche koning Adgild den Engelschen bisschop Wilfrid, die zijn vaderland ontvluchten moest, toe, het Evangelie in Frie? land te prediken. Prinsen en aanzienlijken werden gedoopt en niet weinigen uit het volk.

Maar aan dezen voorspoed kwam een einde, toen Radboud, Adgilds zoon, den Frieschen troon beklom, en kampvechter voor het Noorsche heidendom werd. Veertig jaren lang heeft deze vorst over Friesland van de Lauwer tot het Zwin (in Vlaanderen) geregeerd en niet vóór zijn dood heeft de bestrijding des Christendoms in deze landen gerust. Gebruik makende van den verwarden toestand in het Frankische rijk, viel hij in Utrecht en het daar achterliggend gebied. De kapel te Utrecht werd verwoest en de zaden des Christendoms werden ultgeroe.d. Ons zijn geene namen bekend van Christenen, die tóén volhard hebben bij de belijdenis des Heeren Jezus en den marteldood verkozen hebben boven het heidendom. Velen zullen er wel niet geweest zijn. De meesten bezweken voor den dwang des heidenschen konings.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 februari 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 februari 1890

De Heraut | 4 Pagina's