Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zeer juist is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zeer juist is

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zeer juist is de ons gemaakte opmerking, dat de jonge mannen die zoo kersversch in den Dienst des Woords treden, eigenlijk nooit in kerken moesten staan, waar slechts één Dienaar des Woords is.

Het is toch volkomen waar, dat, hoe goed onderlegd deze pas aankomende Dienaren ook zijn mogen, de rijke ervaring van het practische leven hun nog ontbreekt, en rijpe geestelijke ervaring hun niet dan bij uitzondering eigen kan zijn.

Dit bezwaar heeft men dan ook alle eeuwen door gevoeld; en daarom steeds de wenschelijkheid ingezien, om deze jonge mannen eerst een twee-of drietal jaren onder leiding en toezicht van oudere en rijpere predikanten in de kerk te werk te stellen.

De Engelsche kerk doet dat nog zooveel mogelijk, en de vicarissen, uit de „ Vicar of Wakefield" ook ^aan velen onder ons publiek wel bekend, jijn uit deze usantie opgekomen. Ook de Roomsche kerk heeft iets dergelijks in haar kapelaans, die eerst onder een pastoor dienen, en eerst daarna als pastoor of herder optreden.

Niets zou dan ook wenscfaelijker zijn, dan dat iets dergelijks weder in zwang kon komen.

Toch onderschatte men de vele en velerlei bezwaren niet, die aan dit stelsel verbonden zijn.

Vooreerst toch verhoogt het de kosten van het kerkelijk leven in niet geringe mate. Ook al neemt men toch aan, dat zulk een aankomend Dienaar des Woords, alvorens zelfstandig op te treden, niet behoefde te huwen, toch zou hij wonen moeten en teerkost hebben. En het is zeer de vraag, of die meerdere kosten bij het vele, dat reeds van de kerken gevergd wordt, zoo gemakkelijk zouden te vinden zijn.

Een tweede bezwaar ligt in het vinden van een zooveel grooter aantal mannen, die zich aan den Dienst des Woords wijden.

Het spreekt toch vanzelf, dat men op die wijs voor honderd predikanten die men nu acht noodig te hebben, er minstens honderd dertig zou moeten bezitten. In geen geval kan er dus aan invoering van zylk een stelsel gedacht worden, eer in vacatures voorzien is, en er een aanzienlijk aantal jonge mannen overschiet.

Een derde bezwaar schuilt in den schu' delijken invloed, dien de oudere predikanten in dit stelsel vaak op zulke jongemannen uitoefenen. Het gaat toch moeilijk, om zulke jonge mannen uitsluitend te zenden naar dorpen, waar zeer uitmuntende oudere Dienaars arbeiden; en in de praktijk is het er veelal op neergekomen, dat men ze zond naar kerken waar de Dienaar oï te oud óf ziekelijk óf te slecht ter tale was. En nu toonde de uitkomst niet zelden, dat een arbeiden onder zulk een ouden leeraar eer schadelijk dan voordeelig op de ontwikkeling dezer jonge mannen werkte.

Maar ook zoo zijn we er nog niet.

De practijk toch leerde al spoedig, dat dit stelsel geëxploiteerd wierd om het pensioen te mijden. Had men dan een ouden leeraar, die eigenlijk zijn dienst neer moest leggen, omdat hij onbekwaam wierd, dan scheen het een maatregel van zuinigheid hem een hulpprediker te geven, die «/het werk deed, en minder traktement kreeg.

Om die reden heeft men in Duitschland veelal de toevlucht genomen tot eenander stelsel, dat veel heeft waardoor het zich aanbeveelt, dat der Prediger-Sentinare, ofSeminariën voor predikanten.

Dit stelsel bestaat hierin, dat jongelieden, die afgestudeerd hebben, niet dadelijk in de kerk optreden, maar in een stichting nog een paar jaar onder de leiding worden gebracht van een paar oudere, beproefde predikanten, die hen practisch inleiden in het ambt, en hun gelegenheid bieden tot geestelijke afzondering.

Kon men zulk een seminarie in een kerk plaatsen, waaronder we verstaan, dat deze leidende predikanten werkelijk in den dienst des Woords bleven, en de jonge mannen, aan hun zorgen toevertrouwd, niet op kunstmatige wijze, maar in de werkelijkheid van het kerkelijk leven practisch vormden, hen onder hun toezicht lieten prediken, en catechiseeren, en zieken bezoeken, en huisbezoek doen, en den kerkeraad bijwonen, en bij de classis tegenwoordig zijn, dan zou zulk een seminarie in allerlei opzicht uitstekend kunnen werken.

Men had dan het voordeel, dat er uitsluitend zulke predikanten als leidslieden optraden, die voor deze gewichtige taak berekend waren; alle misbruik ware dan afgesneden; voor geestelijke ontwikkeling in het genadeleven kon deze afzondering kostelijken dienst bewijzen; en stellig zouden de nieuw aankomende predikanten beter onderlegd en rijper voor hun taak optreden, dan nu ze rechtstreeks van de academie de kerk ingaan.

Maar natuurlijk ook hiervan kan eerst dan sprake komen, als eerst in den bestaanden nood voorzien is.

Nu toch zou zulk een stelsel alleen ten gevolge hebben, dat er twee jaren lang geen enkel candidaat in den Dienst des Woords optrad. Waar dan nog bij komt, dat zulk een stelsel de studie met twee jaren verlengen ZOU; en dus ook de kosten van de studie met een goede duizend gulden zou verhoogen.

Voorshands zal men zich dus schikken moeten in het bestaande; en dan heeft dit voor de kleinere kerken althans dit voordeel, dat ze spoediger geholpen worden en grooter kans hebben, om een eigen Dienaar des Woords te bezitten.

des Woords te bezitten. Gelukkig dat er ook in onze kleinere kerken veelal nog steeds enkelen gevonden worden, die, geestelijk rijper en rijker in ervaring, de aankomende Dienaars in broe-- derlijke liefde terzijde kunnen staan, en dat de aankomende predikanten in den regel niet te hoog van harte zijn, om dankbaar hun voordeel te doen met wat deze rijpere broeders hun kunnen bieden.

Iets waarbij "men vooral in het oog houde, dat noch de Engelsche noch de Roomsche kerk ouderlingen bezit, in den zin waarin de Gereformeerde kerken dit verstaan; en dat wij juist onder onze ouderlingen vaak uitmuntende kenners der waarheid, mannen van geestelijke rijpheid, en althans na de worsteling die we doorworstelen ook van veelzijdige kerkrechtelijke ervaring bezitten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 maart 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Zeer juist is

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 maart 1890

De Heraut | 4 Pagina's