Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het heilig Avondmaal.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het heilig Avondmaal.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondagsafdeelnng XXVIII.

II.

Gij kunt den drinkbeker des Heeren niet drinken, en den drinkbeker der duivelen; gij kunt niet deelachtig zijn aan de tafel des Heeren, en aan de tafel der duivelen. I Cor. 10 : 21.

Omdat de heilige Doop het Sicrament is der Wedergeboorte, en het heilig Avondmaal het Sacrament der Bekeerine^, moest wel de Doop het gemeenschappelijk Sacrament voor heel de zichtbare kerk op aarde blijven, maar omgekeerd het Avondmaal de splitsing der ééne wereldkerk in tal van Bslijdeniskerken volgen. Dit komt daar vandaan dat de wedergeboorte een verborgen daad Gods in de ziel is, die buiten onze wetenschap omgaat, maar de bekeering een daad, waarin de wedergeborene meewerkt, en die dus uitkomt in belijdcKis en wandel. God Dtieëenig kan in alle kerken kinderkens wederbaren ten leven, maar deze wedergeborene kinderkens kunnen niet in elke kerk tot zuivere belijdenis komen. Voor het werk der wedergeboorte zijn allen dus één en lotgemeen, maar voor de daad der bekeering ioopen ze uit elkander. Daarbij volgt elk gedoopte in den regel de kerk, waarin hij geboren werd, en zoekt dus ook, na bekeering, in die kerk den toegang tot het heilig Avondmaal. Hieruit nu verklaart het zich, dat bet verschil in belijdenis weinig invloed op den Doop heeft geoefend, maar daarentegen zeer sterken invloed heeft gehad op de bediening van het heilig Avondmaal. Wie de Mis en Communie, in de Roomsche kerk, vergelijkt met een Calvinistische Avondmaalsviering; of ook den altaarsdienst, in de Engelsche bisschoppelijke kerk, met het ronddragen van brood en wijn heel de kerk door, in het zuiden van Frankrijk, kan zich nauwelijks voorstellen, dat deze geheel uiteenloopende plechtigheden, alle pogingen zijn om het ééne zelfde Nachtmaal des Heeren te vieren.

Reeds in den naam, dien dit tweede Sacrament draagt, komt dit uit

Immers bij het eerste Sacrament staat de naam van Doop voor alle kerken op aarde vast. In Oost of West, in Azië, Europa of Amerika, in de eerste, de tiende of negentiende eeuw altoos hoort ge, onder alle hemelstreek, van Doop spreken. Maar met het tweede Sacrament staat dit heel anders. Dat heette achtereenvolgens Eucharistie, Siamvergadering (Synaxis), Mysterie, Offerande, Liturgie, Communie, Mis, Talel des Heeren, Verbondsdisch, heilig Avondmaal, heilig Nachtmaal, enz. Hier ontbreekt dus alle eenstemmigheid, en kon zelfs een tijdlang ongemerkt een verwarring tusschen het heilig Avondmaal en de Agape of het Liefdemaal intreden.

Reeds de Nieuw-Testamentische wijze van uitdrukking gaf hiertoe aanleiding. Terwijl toch het Nieuwe Testament voor het eerste Sacrament zoogoed als altoos den vasten term van Doop bezigt, ontbreekt er in de schriften der Evangelisten en Apostelen een vaste uitdrukking voor het tweede Sacratnent. i Cor. 11 : 20 spreekt van des Heeren Avondmaal; i Cor, ïo : 21 van de Tafel des Heeren; Hand. 16 : 34 van de tafelen; i Cor, 10 : 3, 4, 16 van hrood en wijn; i Cor. 11 : 26, 27 van een eten en drinken; en Hand. 20 : 7 van broodbreken, terwijl de Evangelisten ons wel de zaak voorstellen, maar zonder er een bepaalden naam aan te geven.

Dit had tweeërlei oorzaak. Vooreerst toch was de Doop een aansluiting aan een destijds bestaande inrichting, die onder de proselieten reeds een vasten naam had, en door Johannes den Dooper van algemeen e bekendheid was geworden; terwijl omgekeerd het heilig Avondmaal zich wel aansloot aan een deel van de Paaschceremoniën, maar zonder dat dit deel derPaaschplechtigheden een eigen naam droeg. En ten andere zie men niet voorbij, dat de heilige apostelen vergelijkenderwijs zeer veel over den Doop spreken, en zeer weinig over het Avondmaal, i Cor. 10 en 11 daargelaten, komt er in heel de apostolische verzameling eigenlijk niets bepaalds over het Avondmaal voor.

Dit lag in den aard der zaak. De Doop toch trad bij de stichting der kerken uit Joden en Heidenengedurig op den voorgrond, en de apostolische werkzaamheid was juist schier uitsluitend op dit stichten van kerken gericht. Zoo trok niet het Avondmaal, maar juist den Doop de grenslijn tusschen het Christe­ lijk en buiten-Christelijk erf, en was het dientengevolge volko.'iien natuurlijk, dat de heiiige apostelen, dis rusteloos op deze diepgaande tegenstelling te wijzen hadden, gedurig op den Doop komen, maar voor het Avondmaal, dat binnen den kring der reeds gestichte kerken wierd gehouden, zich beirekkelijk v/einig uitlaten. Niet Schiiftuurlijk gezag, maar kerkelijk gebruik heeft daarom in de onderscheidene kerken den naam voer dit tweede Sacrament bepaald; en vandaar dit ds Reformatie der i6e eeuw, die uit de toenmalige kerk onder Romes hiërarchie den naam van Doop voor het eerste Sacrament onveranderd overnam, voor het tweede Sicrament tot een eigen keuze gjenoopt wierd. Noch Mis, noch Communie kon in de Gereform.eerde kerken overgaan, en men heeft zich toen beijverd om zich ook in de naamkeuze voor dit Sacrament zooveel mogelijk aan de Heilige Schrift te houden. Vandaar dat I sedert de Reformatie de naam van Avondmaal oi Nachtmaal meer inheemsch werd; maar zonder toch ooit in vast gebruik te komen. Zïlfs nu nog bszigt het voik des Heeren voor dit tweede Sacrament allerlei naam. Men vraagt: wanneer er Bediening is; men verzoekt toegang tot het heilig Avondmaal; men heeft aangezeten aan den Verbondsdisch; men voelt zich gesterkt door de Bondssegelen; men spreekt van de Tafel of den Disch des Heeren; van den Disch des Nieiiwen Vcrbonds enzooveel meer. Van deze namen is Avondmaal of Nachtmaal thans het meest gangbaar, niet omdat er juist in dat avond en nacht iets bijzonders school en alsof een Verbondsdisch bij kunstlicht op den avond van Goeden Vrijdag aangericht, een meerdere heerlijkheid bezitten zou, maar omdat er een historische herinnering aan de instelling van dit tweede Sacrameiiï in deze vermelding van de ure der duisternisse naklinkt. Het was iit den nacht toen hij verraden wierd. En overmits nu in den' naam van het Sacrament gaarne iets geheimzinnigs gezocht wordt, spreekt men J liever van een avondmz.2S. dan van een' maalï\)A, en nog liever van nacktca'& ciS., wanende daardoor de zaak nog mysterieuser uit te drukken. Iets wat intusschen niet belet, dat dit Avondmaal of Nachtmaal thans allerwegen juist overdag wordt gehouden, en ia verreweg de meeste kerken zelfs des morgens.

Met de liefdemalen of A^ape's, die men onder enkele sekten weer heeft zoeken in te voeren, staat dit tweede Sacrament daarentegen slechts in zeer uitwendig verband. Deze Agape's waren toch niets anders dan gemeenschappelijke maaltijden, waaraan zcogoed als de geheele gemeente gemeenschappelijk spijsde; niet om het Sacrament te bedienen, maar om voedsel tot zich te nemen. Dit hing saam met den oorsprong der eerste kerken, na Christus' hemelvaart. Deze kerken waren oorspronkelijk klein in ledental; zoo klein, dat er aan het bouwen van kerken nog niet gedacht wierd, en de samenkomst der gemeente aan huis bij een der broeders wierd gehouden, die in zijn huis een groote zaal of schuur had. Nu sprak het vanzelf, dat in dien eersten bezielden tijd van het openlijk optreden der Christelijke kerk, die eenlingen, die den grooten stap gewaagd hadden, behoefte gevoelden, om elkaar dagelijks te zien, te spreken, en zich door elkanders bijzijn te sterken. Een behoefte die nog te eer opkwam in de Oostersche wereld, waar alles gewoon is buiten de deur te leven, en men veel meer dan bij ons in het Noorden en Westen, toch gewoon is elkaar op straat of in publieke lokalen te ontmoeten. Zoo kon het niet anders, of in de meeste kerken kwam men niet alleen des Zondags, maar ook op de andere dagen der week saam. En als men saam kwam, dan was het niet, om een predicatie aan te hooren, en dan weer huiswaarts te keeren, maar om, na volbrachten arbeid, het overige van den dag in broederlijke gemeenschap te doorleven. Vandaar dat men aan het denkbeeld ingang schonk, om niet eerst thuis te eten en dan kerkwaarts te gaan, maar om elk in een korf zijn spijs meê te dragen en saam in de huiskerk te avondmalen. Wat men aan vruchten, brood, toekruiden en wijn dan saam had gebracht, wierd aan , één disch opgediend, en zoo heerschte er aan tafel zeker communisme; want, arm of rijk, 't zij men veel of weinig had meegebracht, een ieder at en dronk van den gemeenschappelijken disch; de ouden met de jongen, de mannen met de vrouwen, de heeren en hun slaven. Dit nu noemde men| een Agape, d.w, z. Liefde omdat in zulk eenf gemeenschappelijken disch, de band der; liefde, die hen sadm|verbond, tot de schoon' . ste uiting kwam. GcUi-ïj riu nog de huisdisch voor elk ggii; ; , - > ; AlageMjksche openbaring is van de saamhoorjgheid dezer personen tot eenzelfde gezin is; en men bij corporatiën en vereenigingen er vanouds prijs op stelde, om een enkel maal in een gemeetKchappelijken disch, de eenheid die saam.bond, te openbaren; zoo ook voelden deze eerste Christenen een drang in zich, om telkens en telkens weer saam aan een zelfden disch aan te zitten, en alzoo den liefdeband, dia hen saambond, te doen uitkomen, en in het uitkomen van dien

liefdeband te genieten. Maar natuurlijk, in dien zin kon zulk een Agape slechts zeer kort stand houden; dat ging alleen zoolang de gemeenten nog zeer klein waren, en in deze kleine gemeenten nog het eerste vuur der heilige liefde zacht en helder gloorde. Een ideale toestand, dien God slechts een korte wijl aan Izijn kinderen gunde, maar waar de zonde helaas maar al te spoedig haar somber floers over heen wierp. Zoodra toch de kerken grooter werden, en meer allerlei vreemde geesten binnendrongen, en het eerste heilige vuur verkoelde, en wereldsche gedachten weer binnendrongen, school natuurlijk in deze Agape's een zeer ernstig gevaar. Het gevaar namelijk, dat deze liefdemalen hun geestelijken toon verloren; dat onbescheiden geesten misbruik gingen maken van dit. intieme saamleven; en dat de mildheid waarmee spijs en drank wierd > voorgezet verleidde tot brasserij en dron­ f kenschap. Reeds in Paulus' dagen was het in de kerk van het weelderige Corinthe daartoe gekomen, en daarom is het dat de heilige apostel in zijn eersten zendbrief met zoo heiligen toorn tegen dit gruwelijk kwaad ingaat, en deleden der Corinthische gemeente bezweert, ^sn ' ; ^an deze, thans onbruikbaar geworden Agape's onverwijld een einde te maken, weer als vanouds ieder thuis te eten en te drinken; en in de kerkzaal waar men saamkwam, niets te houden dan den disch des Heeren, zonder een eigenlijken maaltijd v/aar men zijn honger en dorst bevredigde.

ger en dorst bevredigde. Het schandelijke van den toestahd, waarin deze Agape's de kerk van Corinthe brachten, wierd namelijk nog daardoor verhoogd, dat met zulk een Agape gemeenlijk een Nachtmaalsviering gepaard ging. Niet in stijf plechtigen vorm, maar los en vrij. Als men saamkwam moest ook gedachtenis van 's Heeren dood gehouden, en zoo brak .men het brood, en liet dit gebroken brood en den gebenedijden beker rondgaan, en heel de gemeente verloor zich een oogenblikin de aanbidding van het mysterie van Jezus' kruis. Dan bad men. Men zong. Men las. Men sprak een woord van stichting. Maar om voorts aan denzelfden disch over te gaan tot den gewonen maaltijd, die dan door te groote weelderigheid ten slotte in een onheilig schouwspel verliep. Ongemerkt ontstond er dus heiligschennis. Het Nachtmaal des Heeren wierd overgeleid in een disch, die aan brasserij en dronkenschap zeer na kwam. Het begon met een Tafel des Heeren te zijn, en het eindigde met te gelijken op een Taiel der duivelen, d. w. z. op een dier brooddronken maaltijden, die de heidenen, vooral te Corinthe, gewoon waren in hun afgodische tempels ter eere hunner afgoden te vieren. A!zoo moest dit kwaad gestuit, of het Sacrament ware geheel ondergegaan. Endaarom is het dat Paulus in i Cor. 10 en ii de eigenlijke Agape uit de kerk bande, om het Avondmaal des Heeren in zijn zuiverheid over te houden. Wat Paulus daar ïbespreekt is dus niet het altoos droeve feit, ? dat een enkel onwaardig persoon aan den IDisch des Heeren mee aanzit; maar de I schrikkelijke gruwel, die reeds zoo kort Ina Golgotha in de kerk van Corinthe was luitgebroken, en die hierin bestond, dat men in de kerkzaal aldaar maaltijden hield, die met het Sacrament begonnen, en die verliepen intooneelen, die geen onzer aan zijn eigen huiselijke tafel gedoogen zou. Dat v/as het tniet onderscheiden vari het Lichaam des 'Heeren. En daarom is het dat hij dit schandelijke bedrijf der Corinthiërs vergelijkt met de gruwelijke zonde , die Israël in de woestijn bedreef, en waardoor hét Gods gunste verbeurde. Paulus stelt derhalve den regel, dat men saam zal komen, om Avondmaal te vieren, en na afloop van het Sacrament nog wel saam aan den disch mag blijven zitten, om saam te spreken, maar dat niet op het Sacrament een eigenlijke maaltijd voor den honger of dorst volgen mag. Daarvoor, zegt hij, kunt ge eten en drinken in uw eigen huis; dat hoort aan de plaatse des gebeds niet thuis.

Toch hebben daarom deze Agape's in de eerste kerken nog lang standgehouden. Wel niet rrteer dagelijks gelijk in den eersten aanvang. Maar men vond het èsn toch lieflijk, een of meermalen per jaar met heel de gemeente aan te zitten. Om misbruik te voorkomen heeft men toen eerst als regel gesteld, dat nooit het Avondmaal op de Agape volgen mocht, maar er aan moest voorafgaan; en daarna dat Avondmaal en Agape apart moesten gevierd worden. Dan braken de vervolgingen wel telkens het vieren van zulk een Agape af; maar zoodra de vervolging ophield, keerde aanstonds de drang om zulk een Agape te vieren terug. Zelfs^ in Augustinus' dagen pleegden ze dan ook nog gehouden te worden. Naar gelang echter, bij het finale ophouden der vervolgingen, de gemeenten in aantal wiesen, werd het steeds minder mogelijk, om allen in het ééne kerkgebouw aan te doen zitten. Vandaar dat toen al spoedig de regel in zwang kv/am, om in de kerken alleen het Avondmaal te vieren en de Agape's in particuliere zalen te houden. Zoodra het echter daartoe kwam, kon het ook niet anders of de Agape's moesten verloopen. Nu toch kwam niet meer heel de gemeente samen, maar alleen zekere groep uit de gemeente, die daarvoor een zaal in gereedheid bracht. En zoo kon het niet anders, of deze kringen moesten zich al meer splitsen en inkrimpen, tot er ten slotte niets overbleef, dan de gezellige bijeenkomsten van die leden der gemeente, die meer intiem met > elkander pleegden om te gaan. Na de achtste eeuw hoort men van deze Agape's dan ook niets meer, en ook in wat sommige Hernhuttersche kringen boden, leefden ze toch niet in eigenlijken zin weer op.

Dat ze echter nog 200 lang stand hielden, verklaart zich uit de instelling van het heilig Avondmaal. Immers het Sacrament van het Avondmaal was niet als afionderlijke plechtigheid ingesteld, maar sloot zich bij de instelling van een anderen maaltijd aan. Jezus ging niet opzettelijk met zijn jongere aanzitten, om het Avondmaal in te stellen; maar, toen hij met hen aanzat, en op gewone wijze spijs en drank gebruikte, toen heeft hij van dien gewonen disch het brood en den beker genomen, en met dat brood en dien beker het Sacrament ingesteld. Dit nu verleidde de oude Christelijke kerk, om ook zelve het Sacrament liefst aan een gewonen maaltijd te bedienen. Men spijsde dan eerst saam, en na gebeten en gedronken te hebben, stond er een in hun midden op, om den Dood des Heeren te gedenken. Iets wat schoon en plechtig was, zoolang de toon in de kerk hoog en heilig genoeg gestemd bleef, om zulk een overgang te kunnen dragen; maar wat tot ontheiliging moest leiden, zoodra die toon zonk. Daarom iVoerde men toen de gewoonte in, om eerst |het Sacrament te vieren, en daarna saèm |te middagmalen ; tot ook dit onhoudbaar *bleek en het Sacrament voorgoed van het Agape gescheiden werd. Maar zoozeer werkte bij de kerken de herinnering van Jezus' doen na, dat men zelfs in Augustinus' dagen op Groenen Donderdag nog een Avondmaal met voorafgaand Agape in sommige kerken hield, tfm de instelling van het Sacrament zoo nauwkeurig mogelijk weer te geven.

Thans kan aan herstel van deze Agape's uiteraard niet meer gedacht worden; ook al zou de wederinvoering van zulk een Agape in kleine dorpskerken zeer zeker niet onmcgelijk zijn. Nadat echter de droeve ervaring der eerste Christenen eenmaal getoond heeft, tot wat misbruik en zonde zulke Agape's al spoedig geleid hebben, handelden de kerken wijselijk, door zich in tijden van zooveel flauwer geestesleven en van zooveel sterker wereldgelijkvormigheid, niet aan nieuwe proefnemingen met zulke Agape's te wagen. Slechts zij men hierbij tegen één kwaad op zijn hoede. Wie in onze dagen leeft, en hoort hoe schandelijk men in de kerk van Corinthe er toe gekomen was, om eerst Nachtmaal te vieren en dan straks half dronken huiswaarts te keeren, is zoo licht geneigd; om zichzelven voor geestelijk beter te houden. Doch als ge nu op uw beurt eens vraagt, hoeveel meer onderlinge gehechtheid en prijsstelling op de gemeenschap der broederen, en liefde voor het Lichaam van Christus, uit deze eens zoo schoone Agape's sprak; en ge vergelijkt hiermee de koelheid en onverschilligheid, waarmee thans de leden eener zelfde kerk elkander soms voorbij gaan; dan beseft ge toch dat die drang der liefde, die in de Agape's sprak, ook tot ons nog iets te zeggen heeft; en dat ons kerkelijk leven dan eerst zijn zou wat het wezen moest, als we zonder Agape, iets in onze eigen borst ontwaarden van dien dorst naar de gemeenschap der heiligen, die in deze Liefdemalen vaak op zoo zondige wijze bevrediging zocht.

Doch al is zulk een Agape niet meer te herstellen, in onze Gereformeerde kerken hebben we dan ten minste nog den maaltijd van dit tweede Sacrament, We zitten nog saam aan. Er staat een tafel in het midden. Van die tafel nam men zelf het brood, en de beker gaat onder de aanzittenden rond. Ook dat heeft de Roomsche kerk niet meer. Ook de Grieksche niet. Zelfs de Engelsch bisschoppelijke en de Luthersche kerk hebben den maaltijd en het aanzitten en alzoo de Tafel des Heeren laten vervallen.

En dit nu mag niet.

Het denkbeeld van den gemeenschappe-, lijken maaltijd en van het gemeenschappelijk aanzitten, is gelijk ons blijken zal, van J het begrip van dat tweede Sacrament on-\ afscheidelijk. De gemeenschappelijke maal-' tijd moet er wezen, en de Calvinistische Reformatie heeft wel hoog gemikt, maar dan ook veel bereikt, door het aanrichten van een gedekte tafel in de kerken weer aan te durven. Niet in alle Gereformeerde kerken is dit zoo. In "sommige draagt men brood en wijn rond. Maar de Calvinistische Reformatie als zoodanig heeft toch het herstel der Tafel als zoodanig wel terdege gewild, en hoe zuiverder deze Reformatie doordrong hoe meer de „Tafel des Heeren" weer in het aanrichten van een wezenlijken maaltijd bestond.

Wat echter geen Calvinistische Reformatie, maar alleen de Geest des Heeren kan werken, is dat de aanzittenden niet maar een oogenblik naast elkaar zitten, maar in wezenlijken zin saam mogen aanzitten, als deelgenooten van een zelf de keil. En al hebben we dan geen Agape meer in den ouden zin van het woord, elk aanzitten aan den Disch des Heeren met ouden en jongen van dagen, met rijk en arm, met aantrekkelijke en minder aantrekkelijke personen, kan ook voor ons dan toch een oefening van die gemeenschap der heiligen zijn, die, omdat God de Heere ons alzoo saamvoegde, ook tusschen ons en die medeaanzittenden voor ons geloofsbesef moet bestaan.

Wie daar aanzit, om te keuren wie met hem aanzitten, trekt een muur tusschen hen en zichzelven op. Voor dien is er geen liefdemaal in het Sacrament te vinden. Maar wie zonder te keuren of te oordéelen, den heiligen stroom der liefde om Christus' wil op dat eigen oogenblik in zich werken laat, die vindt zijn Agape ook aan de Tafel des Heeren, en voelt zich niet slechts in zijn Heiland, maar ook in de broederlijke gemeenschap met zijn volk zoo overrijk,

KüYPER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Van het heilig Avondmaal.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's