Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,Gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden."

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden."

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want Johannes doopte wel niet water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen, (Hand. i : 5).

Er ligt een wegsleepende bekoring in dat heerlijk denkbeeld, om »gedoopt te worden met den Heiligen Geest".

De enkele gedachte er aan brengt de ziel reeds in heilige verrukking.

Er gaan zoo allerld geesten in de wereld uit, en ge ondergaat van zoo velerlei geest den invloed, doch zonder dat de inwerking van die geesten u verheft. Maar al te vaak zelfs met het bang gevolg, dat die op u inwerkende geesten uw eigen geest, in uw boezem, wheilig aandoen en bezoedelen.

En daarom gaat u het hart open, als ge hoort van den Heiligen Geest.

Dat heilige, dat reine, dat goddelijke in dien Geest trekt u aan. Reeds een onbewust besef zegt u, dat die Heilige Geest de Geest van Vader en van Zoon moet zijn. En als de stemme der kerk uit alle eeuwen, u dan dien Heiligen Geest als zelf God leert aanbidden, en ook voor dien Heiligen Geest het lied uwer hulde vraagt, dan kunt ge de bede: »Koni, Geest dis Vaders en des Zoons!" op uw lippen niet langer terughouden, en het diepste van uw menschelijk gevoel zegt het u, dat alleen die Heilige Geest u kan bevredigen.

Die Geest, die in u wonen, die innerlijk u troosten wil, en die, als gij het rechte gebed niet vindt, voor u en in u bidt met onuitsprekelijke verzuchtingen.

En als ge dan hoort van een »gedoopt worden met dien Heiligen Geest", en ge denkt daarbij aan een overdropen en overgoten worden met dien Geest in overvloedige volheid, dan kan het niet anders, of zelfs de godzaligste moet er altoos weer naar snakken, om door zulk een oversprenkeling met den Heiligen Geest, als met versche olie overgoten te worden en met den dauw der genade te worden gedrenkt.

En toch, vergis u niet.

Van zulk een overdrachtelijk gedoopt worden met den Heiligen Geest is in de rijke belofte die Jezus vóór zijn hemelvaart aan zijn discipelen gaf, volstrekt geen sprake. Jezus zegt heel iets anders, en bedoelt heel iets anders.

Jezus zei: «Johannes doopte met ivaier, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden." Een aankondiging alzoo, dat de profetie van Johannes stond vervuld te worden, toen hij sprak: »Ik doop u wel met water, maar hij, die na mij komt, zal u doopen met den Heiligen Geest en met vuur."

Er is hier alzoo sprake van den heiligen Doop, en u wordt gezegd, dat er in dien Doop tweeërlei is. Een uitwendig iets, dat de mensch

doet, als hij u raet water doopt, en een inwenwendig iets, dat alleen Christus kan doen, als hij u doopt met den Heiligen Geest.

Het water niets dan zinnebeeld en symbool van dien eigenlijken Doop, dien ge van Jezus ontvangtt en die bestaat in een inwerking op uw zielsleven, die uitgaat van den Heiligen Geest.

Zoolang nu Christus niet verheerlijkt was, en nog niet op den troon zat, kon de Doop dus maar half zijn. Het kon nog maar enkel de uitwendige Doop met water zijn, dien een mensch toedient. En het kon onder en bij dien waterdoop nog niet komen tot het eigenlijke, het geestelijke, het inwendige van den Doop: de uitzending van den Heiligen Geest.

Hoor maar. De heilige apostel Johannes getuigt het uitdrukkelijk: »De Heilige Geest was nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was." Iets wat natuurlijk niet wil zeggen, dat de Heilige Geest nog niet bestond; want de Heilige Geest is eeuwig. En ook niet, dat de Heilige Geest nog niet werkte, want bij Jezus' Doop was Hij neergedaald, en had Johannes den Dooper reeds bewerkt, toen hij nog in zijn moeder school. Maar wat beduidt, dat de Heilige Geest eerst dan op de kerk, als het Lichaam van Christus zou kunnen werken, als haar Hoofd verheerlijkt zou zijn.

Bij die allen, die nog alleen door Johannes gedoopt waren, was de Doop dus onvolkomen gebleven. Ze hadden wel het/«^i? «, maar nog niet de saak ontvangen. En daarom moesten ze die later afzonderlijk ontvangen.

En daarom nu zegt Jezus tot zijne jongeren, dat eerlang hun Doop stond voltooid te worden, want dat thans bij den uitwendigen waterdoop de inwendige Geestesdoop stond bij te komen.

En zoo geschiedde het op den Pinksterdag.

Maar thans is Jezus icel verheerlijkt. Verheerlijkt reeds achttien eeuwen lang. En zoo viel thans alle oorzaak weg, waarom de Doop slechts half zou zijn.

Vandaar dat thans bij den heiligen Doop iets anders plaats grijpt dan bij den Doop van Johannes.

Nu niet maar enkel de uitwendige Doop met water door een mensch, maar gelijkti/dig de inwendige Doop met den Heiligen Geest door Christus uit den hemel.

Ontbrak dat laatste, dan zou er geen Christelijke Doop, maar nog alleen een Johannes-Doop zijn. En dat zoekt ge toch niet in de kerk des Heeren.

Ge ziet dan ook na den Pinksterdag, dat de Doop met den Heiligen Geest terstond volgt op den Doop met waters Iets wat toen kon uitgemaakt, omdat de Doop van den Heiligen Geest gemeenlijk, naar den aard dier tijden, verzeld ging met wondere verschijnselen, zooals het spreken met wonderbare klanken, die de Geest ingaf.

Maar natuurlijk die wondere klanken waren bijzaak. Ze verzelden den Doop met den Heiligen Geest, maar waren die Doop zelf niet. En al ziet ge dan ook later die wondere klanken verstommen, de Doop met den Heiligen Geest blijft.

Blijft ook nu nog.

Want zoo waarlijk als Christus de Heere nu nog leeft in den hemel, en in zijn naam doopen laat, zoo gewisselijk doopt hij uit den hemel bij den waterdoop meê. Of liever nog, zoo gewisselijk dient hij uit den hemel den eigenlijken Doop, den Doop des Geestcs toe, zoo dikwijls op aarde in zijn naam aan een der zijnen, hetzij dan een kind of een man, de waterdoop wordt toebediend.

Als Jezus dus zegt: »Gij zult nu gedoopt worden met den Heiligen Geest, nadat ge eerst door Johannes nog alleen met water gedoopt waatrt", geeft hij éen belofte niet alleen voor zijn apostelen, maar voor heel zijn kerk, en leert hij u, dat in dat doopen met den Heiligen Geest de eigenlijke Christelijke Doop bestaat.

Als ge dus straks met uw lieveling voor de Doopvont treedt, nadert ge niet maar tot den Dienaar om den waterdoop te ontvangen. Dat toch zou alleen een Johannesdoop zijn. Maar nadert ge tegelijk en veelmeer tot Christus, die inden hemel zit, om van hem op datzelfde oogenblik voor uw lieveling den Doop des Heiligen Geestes te ontvangen.

De waterdoop is niets dan het zienlijk teeken ; de naamgeving is bijkomstig en kon desnoods wegblijven; de Doopformule is op zich zelf slechts een klank; maar hij, die bij en onder den heiligen Doop uw kindeke den echten, eigenlijken en werkelijken Doop toebedeelt, is Christus de Heere, en Christus doopt niet met water, maar met den Heiligen Geest en met vuur.

Wat is nu die Doop met den Heiligen Geest?

Wil doopen met den Heiligen Geest zeggen, dat Jezus ons door den Heiligen Geest wederbaart ?

Dat kan niet wezen. Want immers dan had Jezus niet tot zijn discipelen kunnen zeggen, dat zij nog eerst m'et den Heiligen Geest zouden gedoopt worden.

Zij waren wedergeboren. Dat blijkt uit wat Jezus zelf in het hoogepriesterlijk gebed zegt: »Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs ik van de - wereld niet ben"; en: »Deze hebben bekend, dat Gij mij gezonden hebt".

Ook beduidt deze »Doop met den Heiligen Geest" niet, dat ze zich nog bekeeren motsten, want dan had Jezus niet van hen kunnen getuigen: »Zij waren uwe, en Gij hebt ze mij gegeven; en ze hebben uw Woord bewaard." Dat kan een onbekeerde niet.

En evenmin wil het zeggen, dat ze de Geestesgaven voor het ambt nog moesten krijgen; want reeds op den dag na zijn opstanding had hij hun de ambtelijke Geestesgaven verleend, toen hij op hen blies, en sprak: » Ontvangt den Heiligen Geest."

Ge moet er dus wel acht op geven, dat Jezus tot zijne jongeren, die reeds wedergeboren waren; zich reeds krachtens deze wedergeboorte bekeerd hadden; en daarna de Geestesgaven voor het ambt hadden ontvangen, alsnu zegt : »Over eenige dagen zult gij pas gedoopt worden met den Heiligen Geest."

Ook bij uw eigen Doop en bij den Doop van uw lievelingen hebt ge dus niet te verwachten, dat Christus uit den hemel bij en onder den Doop, uw kindeke zal wederbaren; maar hebt ge te gelooven en te belijden, dat Christus een Doop met den Heiligen Geest tot stand brengt, die een geheel anderen zin en een andere beduidenis heeft.

Een Doop met den Heiligen Geest, die doelt en ziet op de aansluiting van uw kindeke aan het Lichaam van Christus.

Uw Catechismus spreekt van den «Heiligen Geest, die in Christus als het Hoofd en in ons als zijn leden woontj'

Verstaat ge dat?

Aan uw eigen lichaam is een hoofd en zijn leden, en het is één levensgeest die uw hoofd en de leden van uw lichaam doorademt en doortintelt. Trekt nu die levensgeest zich een oogenblik uit voet of arm terug, zoo slaapt die voet of is die arm dood. En eerst als de levensgeest in het bloed weer toestroomt, leeft voet en arm weer met het lichaam mee.

En zoo nu is de Doop des Heiligen Geestes bij en onder den waterdoop.

De levensgeest straalt uit het Hoofd in dit nieuwe ledeke van' het Lichaam uit, en maakt dat het nu één leven met het Lichstam des Heeren leven kan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 december 1890

De Heraut | 4 Pagina's

,,Gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 december 1890

De Heraut | 4 Pagina's