Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog altoos vindt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog altoos vindt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog altoos vindt, gelukkig in zeer beperkten kring, het denkbeeld voorstanders, om het ouderlingschap als een blijvend ambt te beschouwen, zoodat men, eenmaal tot ouderling verkozen, vanzelf ouderling blijven zou, en dus ook nooit meer dan ééns als ouderling zou kunnen worden bevestigd.

De Roomsche kerk heeft dat er zoo ingebracht.

Haar hiërarchie toch streefde er naar, om de geestelijkheid zoo scherp mogelijk van de leeken te onderscheiden, en kon dit doel niet bereiken, tenzij ze de ambtsdragers door een sacramenteele wijding een dusgenaamd onuitwischbaar stempel liet indrukken, waardoor ze, hoe ook later in afval komend, toch altoos „geestelijken" blijven.

Dat zat er dan ook nog vanouds bij heel wat „dominees" in, die waanden, dat ze door hun bevestiging een soort hoogere menschen waren geworden, die zich allerlei mochten veroorloven, wat in niemand anders zou verdragen worden.

Die tweede „bevestiging', als men een andere standplaats kreeg, viel dan ook lang niet altoos in den smaak; en dat men, om het Woord of de Sacramenten te kunnen bedienen, last en order en volmacht van den kerkeraad noodig had, scheen velen belachelijk.

Zij waren „dominee", en een predikant was een soort gepatenteerd bedienaar van de genademiddelen.

Waar hij dus kwam of optrad, in een kerk, in een Evangelisatie, in een school, overal kon hij als de gepatenteerde man optreden en bracht hij datgene meê, waarvan hij in zijn persoon het monopolie had.

En dit nu wekte dan weer den naijver van de broeders ouderlingen, die zich afvroegen: Als dominee door zijn bevestiging in het ambt zulk een bijzonder persoon wordt, waarom wij dan ook niet.'

Oorspronkelijk toch was het leerend en regeerend opzienersambt één.

Dien opkomenden naijver der broeders ouderlingen poogden toen de „dominees" weer te onderdrukken; en daarom mochten zij wel, en een ouderling niet met handoplegging bevestigd; en moest een ouderling op allerlei manier merken, dat hij eigenlijk niets was. Hoogstens een behulpsel.

En dat bracht er dan de ouderlingen soms weer toe, om zich schadeloos te stellen door zekeren naijver op de broeders diakenen. Die waren dan nóg minder.

En zoo trapte de één den ander en wierd het een demonische onheilige worsteling om invloed en macht.

Gelukkig zijn onze kerken dit allengs te boven gekomen, en ook na de Reformatie wierd elk ver.'^chijnsel van dien aard dat dreigde op te komen, spoedig genoeg door liefde en door gebed bezworen.

De kerken hebben nu saam een goede Kerkenordening waarnaar ze leven.

Die leefregel houdt de goede orde in stand.

En zoo treden dan nu ook de ouderlingen op hun tijd af, en worden telkens door nieuwe stipulatiën aan de kerk verbonden; juist evenzoo als ook de dienaren des Woords bij het aanvaarden van een nieuwen Dienst opnieuw bevestigd worden.

Het verschil ligt dus alleen hierin, dat i". een dienaar des Woords beroepen wordt voor een Dienst van onbepaalden en een ouderling voor een Dienst van bepaalden tijd; 2". dat een dienaar des Woords zijn ambt ook buiten zijn kerk kan uitoefenen, terwijl een ouderling alleen ambtelijken Dienst in zijn eigen kerk kan verrichten; en 3". dat de dienaar des Woords de eerste maal met handoplegging wordt bevestigd, en de ouderling niet.

Dit laatste is nu eenmaal zóó bij ons geregeld, maar kon ook anders bepaald zijn. Het is een „onverschillig" ding, gelijk onze vaderen deze „middelmatigheden" noemden. Slechts houde men zich aan den gemaakten regel, zoolang de gezamenlijke kerken niet anders besluiten.

In Zwitserland bestaat b.v, bij sommige kerken de gewoonte, dat men ook een predikant slechts voor zeker aantal jaren beroept; evenzoo doet men in enkele Amerikaansche kerken. Maar onze kerken hebben hier nooit aangewild. Ze beschouwden het als een valschen prikkel, die het contract-^oot de liefde in de plaats schoof.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Nog altoos vindt

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's