Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet geheel ten onrechte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet geheel ten onrechte

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet geheel ten onrechte nam de Hoop aanstoot aan wat de luimige Batavus over een Joodschen bekeerling ten beste gaf.

Want wel is het volkomen waar, dat in een bekeerd mensch de oude mensch, en dus niet alleen in een bekeerden Heiden de oude Heiden, maar cok v/el terdege in een bekeerden Jood de oude Jood nog altoos nawerkt; maar aan de uitdrukking „oude Jood" kleeft voor ons besef ietszoo min aangenaams, dat het ook o. i. beter is, liever op de nawerking van den y^otiden Heiden" in ons zelven, dan op de nawerking van den ouden yood in „de enkele broederen uit de Joden" te wijzen.

Toch hadden we wel om wat liefs gewenscht, dat de Hoop zich ten deze van critiek onthouden had. Immers vrij algemeen weet men dat de Hoop geredigeerd wordt door een Christen, die zelf eertijds Jood was. En als nu juist zulk een blad het tegen zulk zeggen van Batavus opneemt, loopt het zoo licht gevaar op zijn beurt de weegschaal naar den anderen kant te doen overslaan, en weer voedsel te geven aan een meening, die noodwendig tot Chiliastische droomerijen leidt.

En zoo is het dan ook geschied.

Protesteerende tegen wat Batavus ook o.i. liever anders en beter had moeten schetsen, komt de Hoop weer te kwader ure aandragen met de meening, alsof een bekeerde Jood nog altoos Israël onder de Christenen vertegenwoordigde, en onder de gemeene Christenen uit de Heidenen de representant was van een soort adellijk of bijzonder geslacht.

Dit staat er wel niet met zoo vele woorden, maar het schuilt toch achter de woorden.

En dit nu mag geen oogenblik toegelaten.

De uiclegging van de profetieën kan op verschillen: 'e wijze geschieden al naar gelang men ze realistisch-vleeschelijk, of symbolisch-geestelijk opvat.

Maar als nu gevraagd wordt: „Welke van deze beide uitleggingen ia de ware.'" dan is het antwoord geen oogenblik twijfelachtig. Immers Joannes de Dooper, Christus de Heere zelve en zijn heilige apostelen (met name de heilige apostel Paulus) hebben, onder de ingeving van den Heiligen Geest, een zeer duidelijke aanwijzing gegeven, hoe de profeten moesten worden verklaard.

Tegen deze apostolische verklaring nu mag nieijiand ingaan, of hij doet te kort aan het gezag der Heilige Schriftuur,

En volgens deze verklaring der apostelen staat het zoo, dat een man als Da Costa niet „tot het zaad Abrahams" behoorde, zoolang hij nog niet in den Christus geloofde, en eerst door zijn geloot in den Christus een zoon Ahï& hams geworden is, om eerst alsnu gerekend te worden met Abrahams zaad.

Duidelijk toch zegt Paulus in Gal. 3 : 7: Zoo verstaat gij dan dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn"; iets wat niet zeggen wil, dat óók dezulken aangenomen kinderen van Abraham worden, maar omgekeerd, dat deze en deze alleen Abrahams kinderen zijn. Er staat toch in het Grieksch uitdrukkelijk bij: oetoi wieoi Abraam eisin, d. i. deze zijn Abrahams kinderen.

En om nu elk denkbeeld af te snijden, alsof deze geloovigen uit de Heidenen niet, de echte, maar slechts aangenomen kinderen van Abraham zouden zijn, zegt hij in VS. 16, dat „het zaad Abrahams", waarvan in Gen. 12 sprake is, niet zijn de Joden, maar alleen de Christus. „Hij zegt niet: z en den zaden, als van velen, maar als van t éénen: En tnven zade, hetwelk is Christus." Wie nu door het geloof ééne plante met d dien Christus wordt, die, en niet de geboren Jood, behoort tot dit Abrahamitische zaad. Lees het maar in vs. 29: „En indien gij van Christus zijt, zoo zijt ge dan Abrahams zaad, en naar de beloftenisse erfgenamen." Derhalve een Heiden die gelooft behoort wel tot Abrahams zaad; een Jood die niet gelooft, niet. e o l n

Vleescheiijk stamden Ismaël en Ezau uit Abraham, maar Izaak en Jacob waren de kinderen en kindskinderen, die Abrahams geloof deelden, en die kinderen naar de belofte waren. En daarom wijst Paulus er in Gal. 4:28 op, dat wij Heiden-Christenen »kinderen der belofte zijn als Izak." En dan laat hij in vs. 29 dit scherpe woord volgen; „Doch gelijkerwijs toen die naar het vleesch (uit Abraham) geboren was, vervolgde dengene die naar den geest (uit Abraham) geboren was, zoo ook nu."

Die vleescheiijk hier bedoelde zoon van Abraham is Ismaël, die geestelijk geboren zoon is Izaak. En nu vergelijkt Paulus de onbekeerde Joden met Ismaël en de bekeerde Heidenen met Izaak.

Zoo sf reekt de apostel, en daarom moet welbewust elke uitlegging der profetie verworpen, die met-deze apostolische uitlegging onbestaanbaar is.

Het schitterend geschrift van Prof. Orelli over de Profetieën, geeft in dat opzicht kostelijk licht.

Maar ook al kunnen we voorshands hier niet dieper op ingaan, zooveel staat vast, dat volgens den heiligen apostel een geboren Jood, eerst door Christen te worden, tot dat „zaad van Abraham" gaat behooren waaruit het „Israël Gods" ontspruit.

Het zaad dat de belofte heeft is niet het vleeschelijke, maar het geeste'ijke zaad.

Want zoomin het voor Christus verschil uitmaakt, of iemand die hem aanhangt een man of vrouw is, even weinig verschil maakt het of iemand, die in Christus komt te gelooven, een geborene uit de foden is of wel een geborene uit de oude Kelten of Batavieren.

D-at daarom de Joden als natie toch een eigen roeping, niet in de kerk, maar onder de volken hebben, is het vorig jaar duidelijk door ons erkend. Daarop kernen we dus thans niet terug.

Wat alleen duidelijk moest uitgesproken is, dat de Christelijke kerk Israël is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Niet geheel ten onrechte

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 februari 1891

De Heraut | 4 Pagina's