Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oiider de Synodalen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oiider de Synodalen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 27 Febr. 1891.

Oiider de Synodalen begint het „Vrede en geen gevaat", waarin men zich nu twee jaren lang, na de uitspraken der rechterlijke collegiëfl verheugde, al eenigszins te wijken voor zeker gevoel van onrtist.

En dit is begrijpelijk.

In meerdere steden toch herwonnen de Modernen, evenals in een aantal dorpen, reeds de meerderheid ; terwijl dusver schier niet één enkele overwinning in omgekeerden zin te boeken viel.

Maar vooral wat nu te Utrecht plaatsgreep, was hun een doorn in het oog, zoo zelfs dat één hunner organen reeds spreekt van een „veeg teeken."

Verbeeld u toch, in Utrecht had de kerkeraad steeds het veitrouwen der gemeente genoten, om zichzelf in te kunnen kiezen en aan te vullen; en nu heeft aldaar de nieuwe Synodale gemeente onverhoeds dit mandaat ingetrokken, en geoordeelJ dat het beter ware, een kiescollege te laten optreden.

Reeds dit toonde dus eenige mindere tevredenheid.

Maar wat het ergste nog was, school in een bijomstandigheid.

Er bleek namelijk dat de Modernen zich hadden onthouden, dat de gemengde Orthodoxen van allerlei gading nog voor den Synodalen kerkeraad hadden gestemd, en dat de strijd tegen dezen kerkeraad alleen gevoerd was door den aanhang van Ds, Gewin,

En op dien Ds, Gewin heeft men het niet. Die preekt zoo zonderling. Die doet zoo wonderlijk. Zoo niets Synodaal kameraadschappelijk. Zelfs, en dat is wel zijn ergste zonde, behoort hij volstrekt niet onder de boogschutters, wier pijlen vanzelf op de Doleantie af gaan. Waar dan nog bij komt dat ook Ds. Gewin geen gezangen laat zingen.

Dit nu is voor de positie der Synodale orthodoxen uiteraard verre van gerust-.steilend.

Van den éénen kant terrein aan de Modernen verliezen, en daardoor achteruit roeien in de hoogere besturen; en van den anderen kant weer een woeling en beweging in de lagere sferen te merken, die toont, dat met de amputatie van de Doleerenden nog altoos het diepste pit van den kanker niet uitgesneden is, en dat het kwaad altoos weer uit het bloed der kerk opkomt.

Toch z®uden we onzen Synodalen geestverwanten raden, zich nu ook weer niet al te ongerust te maken,

Zoo'n vaart loopt het op dit oogenblik niet; en veilig kan men rekenen op nog tien a twintig tamelijk kalme jaren. De ouderen vr.n dagen kunnen zich troosten met het Apris nous Ie deluge. Het zal hun tijd wel uithouden.

Slechts zooveel staat vast en blijkt ook nu weer, dat vuur en water niet saam kunnen bestaan, zonder een worsteling aan te vangen; en dat dus vroeg of laat, door niets dan door de eenvoudige kracht van beginselen, de belijdenis onzer vaderen weereen beroering in dit genootschap teweeg zal brengen, die het nogmaals plaatst voor het dilemna : Afsnijden of u zelf reformeeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Oiider de Synodalen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's