Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de Friesche

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Friesche

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Friesche Kerkbode heefc Dr. Wagenaar de discussie over Separatie en Doleantie tot zulk een einde gebracht, dat we hem niet anders dan loven kunnen, voor zijn kloeken moed en toch ridderlijke, ja, broederlijke wijze van strijdvoeren.

Aan zijn wensch, om later ook het tweede punt: het verband tusschen instituut en organisme, eens opzettelijk uiteen te zetten, hoopt schrijver dezes te voldoen, zoodra daartoe het oogenblik gekomen is.

Voorshands echter achten wij het noodzakelijk, dat al de denkkracht zoolang op den eisch van het Instituut worde saamgetrokken, tot een ieder zich klaar en helder bewust is van wat zulk een instituut is en wil.

Hierin schuilt een diep stuk van onze Gereformeerde Belijdenis.

Van nature neigen wij er meer toe, om de kerk geestelijk op te vatten en eigenlijk voor te geestelijk te houden, om in den vorm van het uitwendige en kosmische leven in te gaan. Vandaar dat te spreken over het Lichaam van Christus en den geestelijken binnenkant zooveel meer boeit.

Maar zoo is Gods weg niet.

Er is niet alleen een belijdenis van God den Heiligen Geest en God den Zoon, maar ook van God den Vader.

Gods Zoon is » vleesch geworden", en heeft, om het zoo eens uit te drukken, niet alleen een menschelijk oog aangenomen, maar ook, met eerbied gezegd, oogleden die zich loken als hij sliep, en wenkbrauwen boven dat oog, omdat oog te beveiligen, en is alzoo tot in de bijzonderheden van het uitwendige ingegaan.

En dit nu moet ook in de kerk geschieden.

Ook de kerk wordt vleesch in'het Instituut.

En daarom bestrijden we dat minachten van den eisch van het Instituut, om alleen maar op het geestelijk organisme te dringen. En omdat nu, niet Dr. Wagenaar, maar vele andere leden zich hier gedurig aan schuldig maken, scheen het ons noodzakelijk, in den Naam des Heeren, den eisch van het instituut eens op de conscientie te binden.

En we gaan hier niet van af, eer dat doel bereikt is.

Zijn we eenmaal zóó ver, dan gaan we verder.

Slechts ééne vergissing zij Dr. Wagenaar z®o goed te herstellen.

Hij beweert namelijk, dat wij alleen het Instituut en de onzichtbare kerk kennen, en niet dat derde, 'wat ontstaat door den Doop.

Hij zegt er van:

De kerk des Heeren kan worden onderscheiden naar de verkiezing, den doop en de belijdenis. De eerste is de onzichtbare kerk, bij de beide anderen betreedt ge het gebied der zichtbare kerke, aangezien de doop het •Ksienlick teecken" is van 't Genadeverbond. Hierom zegt Art. 34 der Ned. Geloofsbel.: »door den doop worden wij in de kerke Gods ontvangen."

Nu mod de brochure van Prof. Kuyper o.a. hierom tot misverstand aanleiding geven, omdat daarin slechts uitgegaan wordt van tweeërlei kerk, nl. de onzichtbare, het geheel der uitverkorenen, en de zichtbare, dat is dan de geïnstitueerde.

Dit nu is niets dan eene vergissing.

In Separatie en Doleantie staat op pag. 15 dit:

Kort saamgevat kan men dus zeggen: Door wedergeboorte werden ze ingelijfd in het mystieke Lichaam van Christus; niet in de zichtbare noch in de geïnstitueerde kerk. Door den heiligen Doop werden zij openbaar niet in de onzichtbare kerk, maar als behoorende tot de zichtbare, algemeene Christelijke kerk op aarde; en eerst door belijdenis en 'stipulatie worden ze, als zijnde leden der onzichtbare kerk, en als gedoopten, nu ook toegelaten tot het volle genot van de leden der geïnstitueerde kerk.

Hieruit blijkt, dat wij juist dezelfde onderscheiding maakten als Dr. Wagenaar, en dat zijn voorstelling van ons gevoelen ons toedicht wat we weerspraken.

Iets wat ons te meer verbaasde, omdat we ook in de Heraut zoo herhaaldelijk op deze drievoudige onderscheiding wezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's

In de Friesche

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 maart 1891

De Heraut | 4 Pagina's