De „vaderlandsche" kerk

Amsterdam, 17 April 1891.

De „vaderlandsche" kerk is al meer bezig zich te „nationaliseerea" en om te zetten in een vereeniging, die niet het Koninkrijk des Heeren, maar de vaderlandsche, en met name de staatkundige zaak op het oog heeft.

Zoo is dan ook op de classis der „vaderlandsche" kerk te Amsterdam een op en top politieke resolutie aangenomen, en in het officieele orgaan der kerk van Amsterdam geproclameerd.

Een resolutie met het oog op de politieke stembus in Juni,

Een resolutie zooals ze anders alleen in in een politieke cbih wordt aangenomen. Inhoudende aanwijzing hoe een Hervormd Christen, waarom niet een „vaderlandsch Christen", in Juni a.s. zijn politieke stem heeft uit te brengen.

En zulks wel met uitspreking van een oordeel over de onderscheidene politieke partijen in het vaderland.

Een oordeel o.a, inhoudende een volstrekte wroordeeljng van die politieke partij, die, uit de actie van Groen van Pfinsterer en D.1 Costa geboren, de éénige politieke partij hier te lande is, die de eere Gods en zija vrijmachtige Souvereiniteit ook op het gebied der Staatkunde hooghoudt. Een ongehoord teit.

Een feit waarvan ge zelfs in het bandeloos Amerika de wederga zoekt, en dat u terugvoert nair de Byzantijnsche toestanden van het Oostersch keizerrijk.

En toch daartoe moest het komen. Wat gist in het volk — zoo is de leuze — moet nagisten in de „vaderlandsche volkskerk".

„Vaderlandsch" het zij zoo, maar tot den prijs dat ge uw eere als Christelijke kerk al meer wegwerpt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen