Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paaschgedachte.

Onze lezeres M. G. M , die reeds meermalen een lief versje zond, beproefde nu ook eens in ondicht iets te leveren en wel — wat zeer brleefd is en de tragen beschaamt — in antwoord op een verzoek. Zij schrijft ons :

»Daar ik tot nu toe nog niet bemerkt heb dat een der jeugdige lezers' voldaan heeft aan de nitnoodiging, om de dingen in den Bijbel op te zoeken, waarvan in datft'oude Paaschvers" gesproken wordt, ben ik zoo vrij geweest, het in proza over te brengen, waarvoor ik zooveel mogelijk dé Bijbeltaal heb gebruikt.'

We geven het gaarne een plaats:

»Zongen eenmaal de morgensterren vroolijk en juichten de kinderen Gods (de engplen) toen de Heere, nadat Hij de aarde gegrond had en de zee had doen uitbreken (Job 38:7) zijn goddelijk machtwoord sprak: r zij licht, nu vervullen de engelen schooner taak, als zij Gods lof bezingen door de blijde tijding: e zonne der gerechtigheid is opgegaan (Mal. 4:2^). Christus is uit het graf verrezen (Mark. 16 : 6). Dat licht der wereld (Joh. 8:12) gaat nu nimmer onden Voor die in Hem gelooven, zal het nimmer nacht zijn (Openb. 22 : 5), maar eeuwig morgen blijven. De dood is verslonden tot overwinning.

De geheele wereld lag onder het vonnis des doods (Gen. 3:19) en verzonken in droefenis en smart door en om de zonde, maar dat is nu voorbij. Christus heeft bewezen te zijn »de opstanding en het leven" (Joh. 11:25) en dit wil Hij toepassen op ieders hart, zoowel Israëlieten als Heidenen, want de Heere heeft gezegd tot zijnen Zoon : Eisch van mij en Ik zal de Heidenen geven tot uw erfdeel. Heugelijke tijd voor de apostelen, als hun Heiland verrees, ook ons schenkt het eene eeuwige vreugde, te weten; »Mijn Jezus is opgestaan."

Weende Petrus bitterlijk als hij zijn diepen val betreurde (Luk. 22 : 62), nu staat hij in Christus op tot een nieuw leven (i Petr. 2 : 24); had Johannes zijn Meester eertijds lief (Joh. 13:23), nu volgt hij zijnen opgestanen Heiland overal na (Joh. 21:20) en de blijde Emmaüsgangers gaan haastig terug naar Jeruzalem (Luk. 25:13) ën Bethanië om de blijde tijding te verspreiden. 1

En al is het dat Maria's oog droevig staat, als haar Jenus zich aan haar ontdekt en haar naam noemt, weldra valt zij Hem blijde met het > Rabauni" te voet (Joh. 20:11—16.) »De Heer is waarlijk opgestaan" (Luk. 24:34). Welk een levenskracht en heil ligt er in deze tijding. O Heiland, die alle leed wil verzachten, vervul ons hart met den troost uwer opstanding (i Cor. 15 : 22.) (Rom. 6 : 5.)

Neem de hope der opstanding (i Cor. 15:20) nimmer uit mijn harte weg. Gij die de opstanding en het leven zijt. Leer mij met U gekruisigd te worden (Gal. 2:20) en met U in den dood te gaan (Rom. 6 : 8.)

Want als ik met U in den dood ga vóór ik sterf, zal het leven Gods in mij opbloeien, en dan zal, als Gij m^ eenmaal in uwe rust hebt doen ingaan (Hebr. 4:9), wanneer de morgen der opstanding daagt en de dooden opgewekt orden, ook mijn lichaam opgewekt worden in nverderfelijkheid (i Cor. 15:22.)

AAK VRAGERS.

De tweede vraag van A. de B. te S. luidt: Voorts lezen we in Jeremia 22:30: chrijf dezen zelven man kinderloos, eenen man, die niet voorspoedig zal zijn in zijne dagen: ant er zal niemand van zijn zaad voorspoedig zijn, zittende op den troon Davids, en heerschende meer in Juda.

En in Jeremia 36 : 30: aarom zegt de Heere alzoo van Jojakim, den koning van Juda: ij zal geenen hebben, die op Davids troon zitten, enz.

Hoe komt het, dat er in Koningen en Kronijken staat, »zijn zoon Jojakim werd koning" en in Jeremia, »hij zal geen zaad hebben om op den troon Davids te zitten? " Jojakim was door Nebukadnezar onderworpen en na Jojakim is er in Juda geen koning meer geweest n 1. in den zin van onafhankelijk vorst te zijn. De latere koningen, n.l. Jojachin en Zedekia waren afhankelijk van Nebukadnezar.

In den waren zin des woords waren ze dus niets anders dan stadhouders of landvoogden met den hoogklinkcnden titel van koning. Als zoodanig had Jojakim mijns bedunkens geen zoon meer, die hem opvolgde.

Zou u nu wel zoo goed willen zijn mij een en ander eens nader toe te lichten."

Onze lezer heeft, dunkt mij, al tamelijk wel de verklaring gegeven.

Als een koning wel kinderen heeft maar geen opvolgers, dan wordt in de geschiedenis met zijn geslacht niet meer gerekend. Het is voor de wereld als ware hij kinderloos.

De tekst in Jeremia wil zeggen : schrijf dezen man op als een kinderlooze. Waarom ? Omdat zijn kinderen niet zouden regeeren en hij hun zijn goed en erfenis niet zou nalaten. De Koning zelf toch werd naar Babel gevoerd en zijn zoon Sealthiel ook. Deze is aldaar gestorven. Hij liet een zoon na, Zerubbabel, die de leider des volks was, dat, toen koning Kores daartoe vrijheid had gegeven, omstreeks 440 voor Chr. uit Babel terugkeerde. Doch ook Zerubbabel was geen koning en heeft nooit op den troon van David gezeten.

Met Jojachin hield dus het koninklijk geslacht, wat de kinderen betreft, op te regeeren. 'Dit blijkt nog sterker als we lezen dat zijn neef Zedekia, en niet zijn zoon hem opvolgde.

In antwoord op de vraag wat de oorsprong is van het woord Lynch-vftt, waarover in den laatsten tijd veel is gesproken, kunnen we zeggen, dat, althans volgens . de Amerikanen, deze Lynch-wet haar naam ontleent aan zekeren John Lynch, die op het einde van de i6e eeuw, toen de Vereenigde Staten nog in hun begin waren, door zijn medeburgers met onbeperkte macht werd bekleed en het recht op strenge wijze handhaafde.

De Lynchwet" is volstrekt geen wet, maar wil zeggen dat het volk, buiten het gerecht om, zelf straf toepast op een of ander persoon, die men gelooft dat kwaad bedreven heeft.

CORRESPONDENTIE.

A. B. te A. We zullen gaarne aan uw verzoek voldoen, maar zouden eerst uw naam wenschen te weten, die in het blad niet vermeld wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's